Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Houten

Subsidieregeling samenlevingsactiviteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHouten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling samenlevingsactiviteiten
CiteertitelSubsidieregeling samenlevingsactiviteiten
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-202001-01-2016Nieuwe regeling

17-11-2020

Gemeenteblad

318431

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling samenlevingsactiviteiten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

gelet op de Algemene subsidieverordening en op de Subsidieregeling beoordelingscriteria en verplichtingen;

 

besluiten vast te stellen de volgende:

 

SUBSIDIEREGELING SAMENLEVINGSACTIVITEITEN GEMEENTE HOUTEN

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- aanvraagformulier: het vastgestelde aanvraagformulier voor subsidieverlening, bestemd voor het aanvragen van subsidie, waarop de aanvrager zijn activiteiten kan vermelden en toelichten.

- aanvrager: de natuurlijk persoon, de instelling of de onderneming, die voornemens is voor de inwoners van de gemeente Houten activiteiten uit te voeren.

- besluit: de beslissing van de mandataris op de aanvraag voor subsidieverlening.

- mandataris: de functionaris, die op grond van de Mandaatregeling gemeente Houten, een besluit neemt op subsidieaanvragen.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten en geldt voor alle subsidieaanvragen per kalenderjaar, boekjaar of tijdvak.

 

Artikel 3. Activiteiten

1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten, die bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelen, zoals vastgelegd in het Overzicht gemeentelijke beleidsdoelen behorend bij de Subsidieregeling beoordelingscriteria en verplichtingen en die gericht zijn op de Houtense samenleving.

2. De activiteiten worden inhoudelijk, financieel en juridisch getoetst.

 

Artikel 4. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan Houtense inwoners, instellingen of ondernemers, die activiteiten voor de Houtense inwoners willen uitvoeren.

 

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

1. Voor subsidie komen de in redelijkheid gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn aan de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 3.

2. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten, die door de subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag, alsmede de kosten van salarissen.

3. Er wordt geen subsidie verstrekt voor het bekostigen van personeel, tenzij de personeelskosten onderdeel uit maken van de te subsidiëren activiteiten. De gemeente aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor genoemd personeel.

4. Met subsidie aangeschafte apparatuur mag pas na afschrijving onderdeel uitmaken van een nieuwe subsidieaanvraag.

 

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

1. De hoogte van de te verstrekken subsidie staat in het jaarlijks door de raad vast te stellen subsidieplafond vermeld.

2. Het bedrag per instelling in het subsidieplafond mag niet overschreden worden.

3. Hogere aanvragen worden geweigerd, tenzij het college anders bepaalt.

 

Artikel 7. Wijze van verdeling

De verdeling van de subsidiegelden wordt jaarlijks opgenomen in het subsidieplafond.

 

Artikel 8. Aanvraag

1. Voor de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van het vastgestelde aanvraagformulier.

2. Alleen volledig ingevulde aanvragen worden in behandeling genomen.

3. Een aanvraag is volledig nadat alle velden op het aanvraagformulier zijn ingevuld en na dagtekening en ondertekening van het formulier.

 

Artikel 9. Aanvraagtermijn

1. De aanvraagtermijnen, genoemd in artikel 7 van de Algemene subsidieverordening zijn van toepassing.

2. De mandataris kan andere aanvraagtermijnen stellen, indien er sprake is van nieuwe initiatieven, die ontstaan zijn na het verstrijken van de aanvraagtermijnen en die vallen onder het onderdeel “nog te verstrekken subsidies”, zoals vermeld in het voor dat jaar vastgestelde subsidieplafond.

 

Artikel 10. Beslistermijn

De beslistermijnen, genoemd in artikel 8 van de Algemene subsidieverordening, zijn van toepassing. Binnen de gestelde termijn wordt op een subsidieaanvraag beschikt.

 

Artikel 11. Aanvullende weigeringsgronden

Naast de in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening genoemde weigeringsgronden kan de subsidie worden geweigerd als:

a. met de activiteiten, waarvoor subsidie wordt gevraagd, is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;

b. meerdere aanvragen op grond van verschillende subsidieregelingen voor eenzelfde activiteit worden ingediend en de subsidieverstrekking leidt tot een opeenstapeling van subsidies;

c. aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie en zonder een belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;

d. de activiteiten een privébelang of een commercieel belang dienen.

 

Artikel 12. Verplichtingen

1. Naast de algemene en bijzondere verplichtingen, genoemd in artikel 11 respectievelijk artikel 12 van de Algemene subsidieverordening zijn de verplichtingen, genoemd in de Subsidieregeling beoordelingscriteria en verplichtingen, van toepassing.

2. De subsidiecoördinator kan andere of nieuwe verplichtingen aan de subsidiebeschikking verbinden, indien het onderwerp of de te dienen belangen dat nodig of wenselijk maken.

 

Artikel 13. Verantwoording

1. Afhankelijk van de hoogte van het verstrekte subsidiebedrag vindt verantwoording plaats overeenkomstig artikel 13, 14 en 15 van de Algemene subsidieverordening.

2. In de beschikking tot subsidieverstrekking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger

a. zich verantwoordt door een vertelling over de uitgevoerde activiteiten, de behaalde resultaten en de gerealiseerde effecten. De vertelling kan op locatie plaatsvinden of ten overstaan van raads-, commissie- en collegeleden en ambtenaren.

b. bewijzen van de uitvoering van de activiteiten overlegt, zoals een rekeningoverzicht, originele nota’s of enkele foto’s en bewijzen overlegt van de nakoming van de verplichtingen.

c. verplicht wordt om facturen, dagafschriften en/of foto’s van de uitgevoerde activiteiten gedurende twee jaar te bewaren. Gedurende deze periode kan de gemeente deze informatie opvragen.

Combinaties van 2a, 2b en 2c zijn mogelijk.

 

Artikel 14. Aantonen verrichting subsidies tot en met € 25.000

De subsidieontvanger legt direct na het verrichten van de activiteiten of direct na afloop van het subsidietijdvak verantwoording van de subsidie af door dagtekening en ondertekening van de bestedingsverklaring.

 

Artikel 15. Eindverantwoording van subsidies vanaf € 25.000

Artikel 14 en artikel 15 van de Algemene subsidieverordening zijn van toepassing.

 

Artikel 16. Subsidievaststelling

Artikel 16 van de Algemene subsidieverordening is van toepassing. De activiteiten worden inhoudelijk, financieel en juridisch getoetst met behulp van een beoordelingsstaat. De uitvoering van de activiteiten kan steekproefsgewijs getoetst worden.

 

Artikel 17. Bevoorschotting

1. Directe en ambtshalve subsidievaststellingen tot en met € 25.000 worden binnen twee weken na verzending van de beschikking uitbetaald.

2. Subsidieverleningen van € 25.001 tot en met € 50.000 worden in één keer bevoorschot.

3. Subsidieverleningen vanaf € 50.000 worden in 4 gelijke delen per kwartaal bevoorschot.

 

Artikel 18. Slotbepalingen

1. Deze regeling treedt in werking op de dag van bekendmaking in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling samenlevingsactiviteiten.

3. De Subsidieregeling samenlevingsactiviteiten, zoals vastgesteld op 24 maart 2015, wordt ingetrokken.

 

Houten, 17 november 2020.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

 

Namens deze,

De secretaris

A.J. Barink

De burgemeester

G.P. Isabella

Bijlage Overzicht beleidsdoelen behorend bij Subsidieregeling beoordelingscriteria en verplichtingen

Overzicht gemeentelijke beleidsdoelen, als bedoeld in artikel 3, lid 1 van de Subsidieregeling beoordelingscriteria en verplichtingen.

De ondersteunde beleidsdoelen van de activiteiten zijn:

Jeugd- en jongeren

 

  • 1.

    Een bijdrage leveren aan een samenhangende sociale infrastructuur, die aansluit op de wensen en behoeften van de jeugd.

  • 2.

    De ontwikkelingskansen van jeugdigen bevorderen, gericht op volwaardige deelname aan de maatschappij.

  • 3.

    De leefbaarheid en veiligheid bevorderen door preventief en correctief optreden.

  • 4.

    Een sluitende aanpak bevorderen gericht op het (preventief) ondersteunen van jeugd met opgroeiproblemen en ouders met opvoedproblemen.

  • 5.

    Maatschappelijke en / of politieke participatie van jeugd bevorderen (maatschappelijke participatie: deelname van jeugd aan activiteiten in de eigen leefomgeving zoals, school, verenigingen, buurt; politieke participatie: inspraak en meepraten over gemeentelijk beleid en voorzieningen).

Ouderen

  • 6.

    Het langer zelfstandig wonen voor ouderen in een voor hen vertrouwde omgeving.

Wijkgericht samenwerken

  • 7.

    Het bevorderen van maatschappelijke participatie.

  • 8.

    Het realiseren van informele netwerken in wijken en buurten.

  • 9.

    Het bevorderen van betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving en bij elkaar.

Vrijwilligerswerk

  • 10.

    Het bevorderen van de participatie door alle Houtense burgers.

  • 11.

    Het ontwikkelen van nieuwe vormen van vrijwilligerswerk, gericht op het bieden van informele steun ter voorkoming en vermindering van kwetsbaarheid.

Sportbeoefening

  • 12.

    Het bevorderen van een gezonde leefstijl.

  • 13.

    Het bevorderen van deelname door jeugd aan sport.

  • 14.

    Het bevorderen van sociale samenhang .

Wet maatschappelijke ondersteuning

  • 15.

    Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten.

  • 16.

    Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

  • 17.

    Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning.

  • 18.

    Het ondersteunen van mantelzorgers, daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers.

  • 19.

    Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.

  • 20.

    Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en het bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer.

  • 21.

    Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd.

  • 22.

    Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen.

  • 23.

    Het bevorderen van verslavingsbeleid.

Kunst en cultuur

  • 24.

    Het verbreden van het aanbod aan kunst en cultuur, gericht op levendigheid en ontmoeting.

  • 25.

    Het bieden van mogelijkheden aan zoveel mogelijk inwoners om kennis te nemen van cultuuruitingen of daaraan zelf deel te nemen.

  • 26.

    Het versterken van de ruimtelijke identiteit en kwaliteit met behulp van kunst en cultuur.

  • 27.

    Het versterken van de zichtbaarheid, presentatie en promotie van kunst en cultuur.

Jeugdgezondheidszorg

  • 28.

    Het bevorderen van de preventieve gezondheidszorg ten behoeve van personen in de leeftijd van nul tot negentien jaar door:

  • a.

    het op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren;

  • b.

    het ramen van de behoeften aan zorg;

  • c.

    de vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen;

  • d.

    het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding; en

  • e.

    het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen.