Organisatie | Vijfheerenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vijfheerenlanden houdende regels omtrent de heffing en invordering van liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen (Verordening liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2021) |
Citeertitel | Verordening liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 |
De raad van gemeente Vijfheerenlanden,
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2020;
gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2021
(Verordening liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2021)
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam liggeld wordt een recht geheven voor het gebruik van de steiger in de passantenhaven Blankenborch met een vaartuig of voor het genot van door of vanwege de gemeente in verband hiermee verleende diensten.
Liggeld wordt niet geheven van een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak is ingericht of wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van groepen van zieken of hulpbehoevenden.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Het liggeld is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak, dan wel bij de aanvang van het gebruik van de steiger of het genot van de dienstverlening.
De ‘Verordening liggelden passantenhaven Blankenborch Vianen 2020’ van 19 maart 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.