Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen gemeente Reimerswaal 2020 |
Citeertitel | Verordening interferentiegebieden bodemenergiesystemen Reimerswaal 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht
Aanwijzingsbesluit Interferentiegebieden gemeente Reimerswaal (Steehof III Yerseke)
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | Nieuwe regeling | 15-12-2020 |
De raad van de gemeente Reimerswaal,
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, met kenmerk D20.113870,
Gelet op het feit dat op grond van artikel 2.2b van het Besluit omgevingsrecht bij Gemeentelijke verordening zogenaamde interferentiegebieden kunnen worden aangewezen, als gevolg waarvan voor het installeren van een klein gesloten bodemenergiesysteem een Omgevingsvergunning in die gebieden verplicht wordt,
Overwegende dat in gebieden waar grote drukte van bodemenergiesystemen wordt verwacht, het nodig is dat negatieve interferentie wordt voorkomen en dat daarom een vergunningplicht wenselijk is;
Vast te stellen de Verordening tot het aanwijzen van interferentiegebieden in verband met de installatie van bodemenergiesystemen.
Artikel 1 Aanwijzing interferentiegebieden
Ter voorkoming van interferentie tussen gesloten of open bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie, worden gebieden conform de in bijlage 1 opgenomen kaart of aanwijsbesluit, aangewezen tot interferentiegebied als bedoeld in artikel 2.2a, zesde lid van het Besluit Omgevingsrecht.
Artikel 2 Wijzigingsbevoegdheid burgemeester en wethouders
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nieuwe interferentiegebieden aan te wijzen en vast te stellen en de grenzen van een interferentiegebied te wijzigen en opnieuw vast te stellen, indien zij van oordeel zijn dat dit ter voorkoming van interferentie tussen gesloten of open bodemenergiesystemen onderling of anderszins ter bevordering van een doelmatig gebruik van bodemenergie nodig is.
Op een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, evenals op enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een beslissing over een dergelijke aanvraag, is deze verordening niet van toepassing.