Organisatie | Drimmelen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening houdende regels ten aanzien van water, land, recreatie en natuur in de Biesbosch Gemeente Drimmelen |
Citeertitel | Biesboschverordening gemeente Drimmelen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2020 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Aanlegplaats: een door mensen gemaakte constructie dan wel een als zodanig gemarkeerde plaats gelegen in een vaarweg, bedoeld voor het ligplaats nemen met vaartuigen, niet zijnde woonboten, voor een bepaalde periode;
Bedrijfsvaartuig: elk vaartuig, waarin of waarop uitsluitend of hoofdzakelijk een beroep, bedrijf of dienst wordt uitgeoefend dan wel dat door zijn constructie, afmetingen en inrichting uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd of geschikt is om daarin een beroep, bedrijf of dienst uit te oefenen;
Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
College: het college van burgemeester en wethouders;
Het gehele gebied: de gebieden van de gemeenten Altena, Dordrecht en Drimmelen samen, zoals weergegeven in bijlage A.;
Jachthaven: de door het college aangewezen havens;
Kampeermiddelen: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
Ligplaatsconcentraties: een gedeelte van het openbaar water, geen jachthaven zijnde, dat door het college geschikt wordt geacht om ligplaats in te nemen;
Ligplaats nemen: ankeren en meren;
Oever: het stuk land, direct grenzend aan het water, tot een afstand van tien meter landinwaarts, te rekenen vanaf de watergrens;
Open boot: een vaartuig zonder stuurhut, zonder slaaphut en zonder kajuit met een maximale lengte van 8 meter. Een overkapping tot maximaal 1/3 van de totale lengte van het vaartuig, mits niet afsluitbaar, is toegestaan;
Openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;
Openbaar terrein: elk terrein dat - al dan niet met enige beperking - voor het publiek toegankelijk is en dat ligt in het rechtsgebied;
Openbare wateren: alle wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn en die liggen in het rechtsgebied;
Parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1, onder ac van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
Passagiersschip: een vaartuig dat is gebouwd of bestemd dan wel geschikt is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoeren van personen;
Pleziervaartuig: elk vaartuig, niet zijnde een woonboot, passagiersschip, binnenvaartschip of bedrijfsvaartuig;
Rechtsgebied: het gebied als aangegeven in bijlage A, voor zover gelegen binnen de gemeente Drimmelen
Rietkraag: een van een water of oever deel uitmakende oppervlakte van ten minste één m2, welke is begroeid met riet, biezen, lisdodden en/of helofyten en alle land, water of moeras binnen twee meter afstand hiervan;
Standplaats: de al dan niet vaste op een openbare en in de openlucht gelegen plaats, van waaruit goederen dan wel diensten te koop worden aangeboden, verkocht of afgeleverd, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel en waarbij de aanbieder in afwachting van klanten op die plaats al dan niet tijdelijk – stilstaat, niet zijnde een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
Vaartuig: elk voorwerp dat bestemd, ingericht is of gebruikt wordt voor het vervoer over water, van personen en/of goederen, danwel een drijvend werktuig of woonboot, alsmede:
Vaartuigwrak: een vaartuig dat vaartechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert, alsmede omvangrijke samenstellende delen van vaartuigen die in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren;
Venten: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis, niet zijnde:
Voertuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, onder z en al, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
Voertuigwrak: een voertuig of chassis dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert;
Weg: de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
Woonboot: elk vaartuig dat in hoofdzaak of uitsluitend dient of kan dienen tot woon- of nachtverblijf van één of meer personen.
Behoudens een ontheffing van het college is het verboden in de openbare wateren:
met een vaartuig, langer dan 20 meter, binnen een afstand van 100 meter ligplaats in te nemen aan een voor de recreatie ingericht gedeelte van de oever, stranden en aanlegvoorzieningen, waarbij de afstand gemeten wordt vanaf de kant van het schip dat het dichtst bij het voor de recreatie ingerichte deel van de oever of de aanlegvoorziening ligt.
Een vaartuig wordt geacht gedurende drie achtereenvolgende dagen op dezelfde plaats ligplaats te hebben ingenomen, indien dat vaartuig op die ligplaats of binnen een afstand van 500 meter hemelsbreed daarvandaan, wordt aangetroffen op enig tijdstip van de eerste van de drie dagen en op enig tijdstip van de derde van die drie dagen.
De in het eerste en tweede lid bedoelde verboden zijn niet van toepassing op het verrichten van onderhoud aan watergangen of oevers door daartoe bevoegde instanties of eigenaren van water en oevers en op vaartuigen voor wetenschappelijk onderzoek door daartoe bevoegde personen of instanties mits deze minimaal 48 uur van tevoren melding hebben gedaan bij het college en op hulpdiensten en overheidsorganisaties.
Het is verboden met een woonboot in het rechtsgebied ligplaats te nemen of te hebben met uitzondering van woonboten bestemd voor bedrijfsvoering ten dienste van Staatsbosbeheer, de gemeenten Altena, Dordrecht en Drimmelen of voor hun taken.
Paragraaf 1 Verbodsbepalingen in verband met de bescherming van het Landschap en het natuurschoon
Voor zover in het geregelde onderwerp niet wordt voorzien door andere wetgeving, is het verboden in het rechtsgebied:
Artikel 24 Handelsreclame en opschriften
Het is verboden in de landelijke gebieden, waar de openheid als kwaliteit bescherming behoeft, opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde objecten, constructies ten behoeve daarvan, of kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde transportmiddelen te plaatsen of te doen plaatsen, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats.
Het is de eigenaar, andere zakelijk gerechtigde of gebruiker van enige onroerende zaak in de in het eerste lid bedoelde gebieden, verboden deze zaak geheel of ten dele, al dan niet door middel van enige daarop aanwezige roerende zaak aan te wenden of de aanwending daarvan te gedogen voor opschriften, aankondigingen, afbeeldingen, kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde objecten, constructies ten behoeve daarvan, of kennelijk voor reclame- of promotiedoeleinden gebezigde transportmiddelen, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats.
Het in artikel 24 vervatte verbod is – mits geen knipperende of bewegende verlichting en ook geen bewegende onderdelen zijn aangebracht – niet van toepassing:
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, welke zijn aangebracht ter voldoening aan een wettelijke verplichting, mits de wettelijk voorgeschreven maten niet worden overschreden of, indien geen maten zijn voorgeschreven, die opschriften, aankondigingen en afbeeldingen geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 1,00 meter, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting, mits de bovenkant van het opschrift, de aankondiging of de afbeelding dan wel de constructie ten behoeve daarvan niet hoger is dan 2,00 meter boven het maaiveld;
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, welke door of in opdracht van de overheid zijn aangebracht ingevolge een wettelijk toegekende bevoegdheid, mits de wettelijk voorgeschreven maten niet worden overschreden of, indien geen maten zijn voorgeschreven, die opschriften, aankondigingen en afbeeldingen geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 1,00 meter, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting;
op opschriften aankondigingen en afbeeldingen, welke betrekking hebben op een campagne ten behoeve van de verkeersveiligheid, mits die opschriften, aankondigingen en afbeeldingen geen handelsreclame bevatten en geen grotere oppervlakte hebben dan 6,00 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 3,00 meter, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting;
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, welke educatieve informatie verschaffen over het landschap, de natuur, de geografie, de cultuurhistorie, de monumenten, de archeologie, de landbouw of de recreatie in het gebied waarin zij zijn aangebracht, mits die opschriften, aankondigingen en afbeeldingen geen handelsreclame bevatten,
bij bosschages, de gevel van een gebouw, de ingang van een terrein of op een parkeerterrein verticaal zijn geplaatst, de constructie ten behoeve daarvan een in het landschap passende donkerbruine of donkergroene kleur heeft en niet breder dan 2,00 meter en niet hoger dan 2,50 meter boven het maaiveld is en het opschrift, de aankondiging of de afbeelding die afmetingen niet overschrijdt;
in een open terrein horizontaal zijn geplaatst, de constructie ten behoeve daarvan een in het landschap passende donkerbruine of donkergroene kleur heeft en niet hoger dan 1,00 meter boven het maaiveld is, het horizontale deel van die constructie geen grotere oppervlakte heeft dan 0,80 m2 en het opschrift, de aankondiging of de afbeelding die afmetingen niet overschrijdt;
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, waardoor de weg wordt gewezen naar een in de nabijheid of in de omgeving uitgeoefend(e) beroep, bedrijf of dienst en waarvan het model is vastgesteld door de ANWB, of, indien zij zijn geplaatst langs een weg in beheer bij het Rijk, in de Richtlijn bewegwijzering, mits zij zijn geplaatst op de door de wegbeheerder daarvoor aangewezen plaats en hoogte langs een weg;
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, betrekking hebbende op enig beroep, enig bedrijf of enige dienst, uitgeoefend in of op de onroerende zaak of waarvoor die zaak is bestemd, mits zij geen grotere oppervlakte hebben dan 0,50 m2en niet meer dan twee opschriften, aankondigingen of afbeeldingen bij het beroeps-, bedrijfs- of dienstgebouw, op het bedrijfsterrein of bij de inrit daarnaar worden aangebracht, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte;
op twee aankondigingen op, aan of onmiddellijk bij een onroerende zaak, waarbij deze zaak geheel of gedeeltelijk te koop, te huur, of in pacht wordt aangeboden, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, mits elke aankondiging geen grotere oppervlakte heeft dan 1,5 m2, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte;
op aankondigingen van tijdelijke aard ten behoeve van een niet vaker dan éénmaal per jaar in de gemeente waarin de aankondiging is aangebracht, te houden openbare wedstrijd, manifestatie, evenement of tentoonstelling, welke niet behoort tot de gebruikelijke commerciële uitoefening van een beroep, bedrijf of dienst, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, doch voor niet langer dan vijf weken, waarvan vier weken voor en één week na die openbare wedstrijd, die manifestatie, dat evenement of die tentoonstelling, en mits:
die aankondigingen niet meer handelsreclame van sponsors bevatten dan tien procent van hun totale oppervlakte en geen grotere totale oppervlakte hebben dan 4,50 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 3,00 meter, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen de aankondiging is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting;
op tijdelijke opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, welke betrekking hebben op een werk in uitvoering, mits:
die opschriften, aankondigingen en afbeeldingen geen grotere oppervlakte hebben dan 4,50 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 3,00 meter, of, indien zij zijn geplaatst langs een weg in beheer bij het Rijk, geen grotere oppervlakte hebben dan 35 m2, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting;
op opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, welke dienen tot het openbaren van gedachten of gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet, mits die opschriften, aankondigingen of afbeeldingen geen handelsreclame bevatten en geen grotere oppervlakte hebben dan 1,50 m2 en geen grotere afmeting in horizontale of verticale richting dan 1,00 meter, waarbij een bord waarop of een kader waarbinnen het opschrift, de aankondiging of de afbeelding is aangebracht, wordt meegerekend bij de bepaling van die oppervlakte en die afmeting;
op constructies ten behoeve van de onder a tot en met n bedoelde opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, mits de totale hoogte van die constructies en de daaraan bevestigde opschriften, aankondigingen en afbeeldingen niet hoger is dan 2,50 meter boven het maaiveld, met uitzondering van de onder b, c en d bedoelde opschriften, aankondigingen en afbeeldingen en de constructies ten behoeve daarvan.
Het in artikel 24 vervatte verbod is niet van toepassing op de constructies ten behoeve van de in het eerste lid bedoelde opschriften, aankondigingen en afbeeldingen, mits die constructies niet hoger dan 1,50 meter hoog zijn boven het maaiveld en niet buiten het opschrift, de aankondiging of de afbeelding uitsteken met uitzondering van de onderkant daarvan.
Paragraaf 2 Overige verbodsbepalingen
Het is verboden, behoudens op daartoe door het college aangewezen plaatsen, te vliegeren met kabelvliegers.
Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op professioneel gebruik van drones door personen die belast zijn met publieke handhavingstaken, toezichthouders en op professioneel gebruik van drones voor inventarisatiedoeleinden door personen, bedrijven of instellingen die daartoe opdracht hebben gekregen van het college of Staatsbosbeheer.
Artikel 35 Te koop aanbieden van voertuigen
Het is verboden op een openbare plaats een voertuig te parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.
Het is verboden een voertuig waarmede als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 39 Rijden met voertuigen en paarden
Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, fietsen en paarden ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de bevoegde minister aangewezen hulpverleningsdiensten.