Hoofdstuk 1, Inleidende bepalingen
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
college: college van burgemeester en wethouders;
- b.
elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;
- c.
openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;
- d.
niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk: een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voor zover dit niet aan het publiek geschiedt;
- e.
openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet;
- f.
kabels : kabels, genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;
- g.
niet-openbare kabels: kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;
- h.
openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, van de Telecommunicatiewet en openbare wegen als genoemd in de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Molenlanden;
- i.
netwerkaanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;
- j.
aanvrager: netwerkaanbieder, als genoemd in artikel 1, van deze verordening; werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;
- k.
gedoog plichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht;
- l.
instemmingsbesluit: schriftelijk besluit van het college zoals bedoeld in artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet voor werkzaamheden met een lengte >25m1;
- m.
vergunning: vergunning die door het college op aanvraag verleend kan worden voor voorgenomen werkzaamheden aan kabels en/of leidingen bestemd voor het transport van data, vaste, vloeibare of gasvormige stoffen of van energie met een lengte > 25m1; besluit van het college op een aanvraag op basis van deze verordening;
- n.
aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;
- o.
netwerkaansluitpunt: het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;
- p.
werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
- q.
leidingen: ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;
- r.
nutsvoorzieningen: voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de levering en afvoer van bijvoorbeeld energie, water en warmte;
- s.
verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI);
- t.
melding: melding voor werkzaamheden met een lengte £25m1 waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning benodigd is;
- u.
net / netwerk: een of meerdere ondergrondse kabel(s) en/of leidingen, bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie.
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, in stand houden, onderhouden, exploiteren en verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in eigendom heeft of daarover coördinatieverplichting heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht of Telecommunicatiewet.
Artikel 3
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen. In het Handboek kabels en leidingen van de gemeente Molenlanden zijn deze nadere regels omschreven.
Hoofdstuk 2, Het aanvragen en verlenen van een instemmingsbesluit
Artikel 4
- 1.
Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen of te houden, te onderhouden of te exploiteren.
- 2.
Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingsbesluit bestaande kabels en/of leidingen te wijzigen of te verplaatsen. Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5
- 1.
Een instemmingsbesluit wordt door het college op aanvraag van de netwerkaanbieder verleend, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
- 2.
Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier.
- 3.
Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
naam, email, adres en telefoonnummer van degene die de kabel en/of leiding in eigendom heeft, degene die de kabel en/of leiding beheert en degene die de kabel en/of leiding exploiteert;
- b.
een opgave van de soort kabel en/of leiding en het beoogde gebruik;
- c.
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
- i.
een opgave van het gewenste tracé;
- ii.
een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede de situering daarvan;
- iii.
een omschrijving van eventuele opbrekingen;
- iv.
de doorsnede van de kabel en eventuele kabelgoot;
- v.
de lengte en breedte van de kabelsleuf;
- vi.
de maatregelen voor de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen;
- vii.
het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;
- viii.
naam, email, adres en telefoonnummer van de aannemer(s) of onderaannemer(s) die belast zijn met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden.
- 4.
De werkzaamheden dienen vijf werkdagen voor de uitvoering digitaal te worden gemeld via een centraal meldpunt.
- 5.
Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt.
Artikel 6
- a.
Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag. De aanvraag voor een instemmingsbesluit voor werkzaamheden ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk geldt als melding als bedoeld in artikel 5.4 lid 1 sub a Telecommunicatiewet.
- b.
De termijn bedoeld in het eerste lid kan met acht weken worden verlengd. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn met twaalf weken worden verlengd.
- c.
Indien van de bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, doet het college daarvan voor afloop van de termijnen zoals genoemd in het eerste lid, een schriftelijke bevestiging met motivering toekomen aan de aanvrager.
- d.
Bij werkzaamheden waarbij meerdere gedoogplichtigen betrokken zijn dient de aanvrager een vooroverleg te organiseren waarvoor alle betrokkenen worden uitgenodigd. Het college wordt schriftelijk in kennis gesteld van de afspraken gemaakt in dit overleg.
Voor het verrichten van werkzaamheden van niet-ingrijpende aard (werkzaamheden met een lengte £25m1) kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie dagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier. Het college kan aan de uitvoering van deze werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden als bedoeld in artikel 7. Bij calamiteiten volstaat een melding na realisatie werkzaamheden.
- e.
De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.
Artikel 7
- 1.
Het college kan aan het instemmingsbesluit/de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden onder andere in het belang van:
- a.
- b.
het waarborgen van de veiligheid van burgers;
- c.
het voorkomen of beperken van schade of overlast;
- d.
het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;
- e.
het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;
- f.
de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;
- g.
archeologische bevindingen;
- h.
de bescherming van groenvoorzieningen;
- i.
de verkeersveiligheid en / of een goede doorstroming van het verkeer;
- j.
- 2.
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit/de vergunning voorschriften en beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen.
- 3.
Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingsbesluit/de vergunning een zekerheidsstelling verbinden voor de nakoming van verplichtingen die gesteld zijn bij de voorschriften en beperkingen aan het instemmingsbesluit/de vergunning.
- 4.
Het college kan met inachtneming van het eerste lid bepalen dat de realisatie van werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.
- 5.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform door het college vast te stellen regels.
Artikel 8
Het college kan het instemmingsbesluit/de vergunning wijzigen of intrekken, indien:
- a.
de leidingexploitant niet binnen zes maanden na het onherroepelijk worden van het instemmingsbesluit/de vergunning is gestart met de werkzaamheden als omschreven in het besluit;
- b.
de leidingexploitant de exploitatie en het onderhoud van de leiding gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes maanden staakt dan wel de leiding anderszins gedurende een periode van ten minste zes maanden niet in gebruik is en niet onderhouden is;
- c.
blijkt dat het instemmingsbesluit/de vergunning op basis van onjuiste of onvolledige gegevens is verleend;
- d.
het instemmingsbesluit/de vergunning in strijd met enig wettelijk voorschrift is afgegeven;
- e.
de leidingexploitant het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften niet naleeft;
- f.
na het nemen van het instemmingsbesluit/de vergunning naar het oordeel van het college gegronde aanleiding bestaat te veronderstellen dat het van kracht blijven van het instemmingsbesluit/de vergunning onaanvaardbare schadelijke gevolgen heeft voor mens, natuur of milieu en hieraan door het stellen van nadere voorschriften en beperkingen aan de het besluit niet kan worden tegemoetgekomen;
- g.
dit noodzakelijk is vanwege de uitvoering van werken.
Hoofdstuk 4, Strafbepalingen
Artikel 12
Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie zoals vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 13
Indien de houder van een instemmingsbesluit zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit/de vergunning, kan het college een instemmingsbesluit of vergunning intrekken en de openbare grond in oorspronkelijke toestand brengen voor rekening van de houder van het instemmingsbesluit/de vergunning.
Artikel 14
Het college is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:
- a.
zonder voorafgaande aanvraag, als bedoeld in artikel 5, 1e lid van deze verordening;
- b.
in afwijking van het instemmingsbesluit/de vergunning.
Artikel 15
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aan te wijzen personen.
Hoofdstuk 5, Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 16, Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als:
"Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Molenlanden 2020".
Artikel 17, Overgangsbepalingen
- 1.
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, rechtsgeldige overeenkomsten of andere schriftelijke afspraken met de gemeente, wordt beheerst door de regels van deze verordening.
- 2.
Vergunningen en ontheffingen op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening (AVOI) en blijven ook na de inwerkingtreding van deze verordening gelden.
- 3.
Op aanvragen, als bedoeld in het eerste lid, waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van het op het moment van aanvraag geldende recht een beslissing genomen.
Artikel 18, Ingangsdatum
Conform art. 142 van de Gemeentewet treedt deze verordening in werking 8 dagen na bekendmaking, op welke datum tevens de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Giessenlanden (2016) en Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Molenwaard (2016) komen te vervallen.
Artikel 19, Hardheidsclausule
Het college heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.
Inwerkingtreding, intrekking oude regeling en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking op 15 december 2020.
- 2.
Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen de Verordening AVOI 2016 Giessenlanden en de Verordening AVOI 2016 Molenwaard.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Molenlanden 2020’.
Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden, gehouden op 15 december 2020.