Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rijssen-Holten 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels schulddienstverlening Rijssen-Holten 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | deze regeling vervangt De beleidsregels schulddienstverlening 2012 | 15-12-2020 | D2020192605 |
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 4. Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten
Indien er sprake is van een crisis vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld
Artikel 5. Aanbod schulddienstverlening
De looptijd van een overeenkomst budgetbeheer wordt voor een periode van maximaal 36 maanden aangegaan. Na afloop van deze periode zal door middel van de noodzakelijkheidstoets worden bekeken in hoeverre voortzetting gewenst is. Bij voortzetting komen de maandelijkse kosten voor rekening van de klant zelf.
Aanvrager doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schulddienstverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.
Artikel 8. Beëindigingsgronden
Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schulddienstverlening indien:
Er kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afgeweken worden van de bepalingen in deze beleidsregels, indien strikte toepassing van deze beleidsregels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 15 december 2020.
Artikelsgewijze toelichting op Beleidsregels schulddienstverlening Rijssen-Holten 2021
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 2. Doelgroep schulddienstverlening
Het aanbod schulddienstverlening staat in principe open voor alle inwoners van de gemeente Rijssen-Holten. Dit geldt ook voor zelfstandig ondernemers. Het gaat dan wel om ondernemers die geen aanspraak op het Bijstandsbesluit zelfstandigen kunnen maken. De schulddienstverlening is primair gericht op de financiële problematiek van het huishouden. Voor bedrijfsmatige financiële problematiek kan de ondernemer worden doorverwezen. Is in een dergelijk geval een advies nodig als dit door de boekhouder of accountant niet meer wordt gedaan, dan zal de expertise van een externe worden ingeschakeld.
Artikel 3. Wachttijd en aanbod bij reguliere schuld
In de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is bepaald dat de termijn tussen de datum waarop de aanvrager zich tot het college wendt voor schulddienstverlening en het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt geconcretiseerd, maximaal vier weken mag bedragen. Het streven zal in alle gevallen zijn om deze termijn zo kort mogelijk te laten zijn.
Artikel 4. Wachttijd en aanbod bij een bedreigende schuld van de primaire lasten
In afwijking van de termijn die genoemd wordt in artikel 3 van deze beleidsregels, bedraagt de termijn in geval van een crisis maximaal drie werkdagen. Dit eerste gesprek kan overigens ook telefonisch plaatsvinden.
Artikel 5. Aanbod schulddienstverlening
In dit artikel is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien het college schulddienstverlening noodzakelijk acht. Op deze manier wordt enerzijds recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid en de mate van financiële zelfredzaamheid van de burger. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schulddienstverlening achterwege blijven.
Lid 3 van dit artikel bepaalt dat het uitgangspunt voor de maximale looptijd voor een budgetbeheerrekening 36 maanden is. Deze termijn komt overeen met de maximale termijn voor een schuldenregeling. Uitzonderingen hierop staan weergegeven in lid 4 indien er sprake is van een inkomen onder de gemeentelijke minimagrens van 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm óf indien er sprake is van een schuldregeling waarbij de termijn langer is dan de periode van 36 maanden zoals genoemd in lid 3.
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpvrager voorop gesteld. Deelname aan schulddienstverlening is niet vrijblijvend. Het vraagt van de betrokkene inspanningen en het nakomen van verplichtingen. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1). Het niet voldoen aan deze plicht kan leiden tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening zoals genoemd in artikel 7 van deze beleidsregels.
In het tweede lid gaat het over de plicht van betrokkene om medewerking te verlenen. Er worden een aantal verplichtingen benoemd. Dat dit geen limitatieve opsomming is komt tot uitdrukking door de toevoeging ‘onder andere’.
Andere voorbeelden van verplichtingen die gelden zijn:
• Er worden geen nieuwe financiële verplichtingen (lenen, kopen op afbetaling, huurkoop, klantenkaarten e.d.) aangegaan.
• Alle nieuwe rekeningen (huur, energievoorschot, zorgverzekering, etc.) worden op tijd betaald.
• Alle informatie die verband houdt met de samenstelling van het huishouden, het inkomen, de uitgaven en het financieel beheer, wordt meteen verstrekt aan de hulpverlenende instanties.
• alle schulden worden vermeld en bij de schuldenregeling betrokken (eventueel vergeten schulden worden zo spoedig mogelijk gemeld).
• veranderingen in de samenstelling van het huishouden en/of financiële situatie worden (evenals een adreswijziging) direct gemeld.
• alle gemaakte afspraken met de schulddienstverlener(s) worden nagekomen.
• eventuele problemen binnen het huishouden, die zich tijdens de hulpverleningsperiode voordoen, worden direct gemeld.
• een budgetbeheerrekening wordt geopend zodra deze noodzakelijk wordt geacht; deze kan niet zonder overleg met de hulpverlenende instanties worden beëindigd. Alle inkomsten moeten op deze rekening worden gestort.
• zodra hulpvrager(s) zich niet houdt/houden aan bovengenoemde voorwaarden eindigt de hulpverlening. De schuldeisers worden hiervan (indien nodig) schriftelijk op de hoogte gesteld en hervatten wellicht hun invorderingsacties ( zoals huisuitzetting, afsluiting, beslaglegging, e.d.).
• hulpvrager(s) is/zijn ervan op de hoogte, dat er slechts een schuldenregeling tot stand kan komen bij volledige medewerking van zowel henzelf als de schuldeisers.
• hulpvrager(s) blijft/blijven zelf verantwoordelijk voor hun financiële situatie.
• hulpvrager(s) blijft/blijven zich inspannen om zoveel mogelijk inkomsten te verwerven en deze voor de schuldhulp in te brengen.
De verplichting van zowel het eerste als het tweede lid gelden zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van de schulddienstverlening.
Artikel 7. Weigeren en beëindiging
Indien de aanvrager niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 6 van deze beleidsregels, kan het college besluiten om schulddienstverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt aanvrager eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan aanvrager wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.
Komt aanvrager ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schulddienstverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt deze hersteltermijn voldoende geacht. Dit artikel is geformuleerd als een zogenaamde ‘kan-bepaling’. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college met name ruimte om van een weigering of beëindiging af te zien, indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.
Artikel 8. Beëindigingsgronden
In dit artikel wordt beschreven wanneer schulddienstverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat in ieder geval de werking van artikel 7 onaangetast. Van de 7 gronden zoals benoemd, verdienen de gronden onder f. en g. bijzondere aandacht. Daar waar de gemeente Rijssen-Holten een selectieve en gerichte toepassing van schulddienstverlening wil, kan dat betekenen dat schulddienstverlening wordt beëindigd indien de vorm van schulddienstverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar. Zie in dat licht ook een duidelijke link met artikel 5 van deze beleidsregels.
Dit artikel formuleert de regels over de weigering van een aanbod schulddienstverlening in relatie tot eerdere trajecten en contacten schulddienstverlening. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.
Ondanks dat er sprake is van recidive is het product ‘Informatie en Advies’ wel beschikbaar. Op die manier is, indien de klant dit wenst, een lichte vorm van ondersteuning alsnog mogelijk.
Het BBR Totaal pakket dient als uitgangspunt gehanteerd te worden bij het toekennen van een BBR in geval van schuldensituaties. Indien nodig wordt advies gevraagd van flankerende instellingen, zoals het maatschappelijk werk, Dimence, Tactus enz., om de noodzaak van een BBR vast te stellen.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.