Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021 (Verordening toeristenbelasting Renkum 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021 (Verordening toeristenbelasting Renkum 2021)
CiteertitelVerordening toeristenbelasting Renkum 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

16-12-2020

gmb-2020-345064

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021 (Verordening toeristenbelasting Renkum 2021)

De raad van de gemeente Renkum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2020

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet ;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021

(Verordening toeristenbelasting Renkum 2021)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    hotels en pensions: gebouwen, woningen en andere verblijven of gedeelten daarvan, niet zijnde vakantie-onderkomens, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, waar slaapplaatsen worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • c.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • d.

    eigen verblijfsmiddel: hieronder wordt verstaan een mobiel kampeeronderkomen dat in eigendom of gebruik is bij de verblijfhouder en maximaal gedurende het seizoen door de verblijfhouder wordt geplaatst op een kampeerterrein voor gebruik door de verblijfhouder die het mobiele kampeermiddel plaatst;

  • e.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • f.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • g.

    groepsverblijven: verblijfsruimten die zijn ingericht voor het gezamenlijk overnachten voor recreatieve doeleinden door groepen van 20 of meer personen.

  • h.

    bed en breakfast: Bed & breakfast of B&B is een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Ter zake van verblijf voor vakantie of recreatief gebruik in mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste – en seizoenplaatsen wordt het aantal overnachtingen forfaitair vastgesteld.

  • 2.

    De forfaitaire berekeningswijze is uitsluitend van toepassing voor vaste – en seizoenplaatsen die gebruikt worden door één en hetzelfde gezin of echtpaar, dan wel dezelfde persoon of personen.

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening wordt het aantal overnachtingen per verblijfsruimte vastgesteld op het product van het voor die verblijfsruimte in het vierde lid vastgestelde aantal personen dat heeft overnacht en het voor die verblijfsruimte in het vijfde lid vastgestelde aantal malen dat is overnacht.

  • 4.

    Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste – en seizoenplaatsen bepaald op 3.

  • 5.

    Het aantal malen dat door de in het tweede lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    • b.

      in geval van het vierde lid, sub a, bepaald op: 55.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,15.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid bedraagt het tarief voor een verblijf in een eigen verblijfsmiddel per persoon per overnachting € 1,20.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Termijnen van betaling

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 13 Registratieplicht (nachtverblijfregister)

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden degenen die verblijf houden te registreren in een daarvoor bestemd nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en het gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 3.

    De verplichting als bedoeld in voorgaande leden geldt niet als de belastingplichtige een registratie voert waaruit het nachtverblijf van verblijfhoudenden kan worden vastgesteld.

Artikel 14 Overgangsrecht

De 'Verordening Toeristenbelasting 2020' van 18 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening toeristenbelasting Renkum 2021.

 

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 16 december 2020.

De voorzitter, A.M.J Schaap

De griffier, mr. J.I.M. le Comte