Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen houdende regels omtrent het instellen van de Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek (Reglement Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek) |
Citeertitel | Reglement Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 82, eerste lid, van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 | nr. 2020-115797 |
door de uitspraak van de Raad van State van mei 2019 de Programmatische Aanpak Stikstof is vervallen;
er hierdoor geen vergunningen kunnen worden verleend voor activiteiten die een toename van stikstof veroorzaken op het Liefstinghsbroek;
Rijk en provincies werken aan een nieuwe structurele aanpak van de stikstofproblematiek, waarvan een gebiedsgerichte benadering een belangrijk onderdeel is;
de stikstofproblematiek vele partijen en belangen raakt;
voor een effectieve inzet van maatregelen draagvlak en samenwerking nodig is tussen al deze partijen en belangen;
in het Westerwolde regionale partijen al jaren met succes samenwerken rond de inrichting van het Natuurnetwerk Nederland;
het wenselijk is de regionale partijen te betrekken bij de uitwerking van de gebiedsgerichte aanpak Liefstinghsbroek;
de stikstofproblematiek buiten de werkzaamheden van de bestaande gebiedscommissie Westerwolde valt;
het wenselijk is om daarvoor per 1 juli 2020 een aparte adviescommissie als bedoeld artikel 82 Provinciewet (een adviserende commissie aan Gedeputeerde Staten) en een aan de gebiedscommissie adviserende subcommissie genaamd Projectgroep in te stellen;
hiervoor een opdracht is opgesteld en voorgelegd aan de partijen, welke door de partijen is aangenomen;
Gedeputeerde Staten kunnen al dan niet op verzoek van de Adviescommissie een subcommissie instellen.
Gedeputeerde Staten kunnen al dan niet op verzoek van de Adviescommissie vaste adviseurs aan de Adviescommissie toevoegen. De vaste adviseurs nemen deel aan de werkzaamheden van de Adviescommissie. Zij hebben geen stemrecht.
Artikel 9 Vergoeding leden en vaste adviseurs
Het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, de regeling decentrale politieke ambtsdragers, en de daarop gebaseerde door de provincie vastgestelde verordening zijn van toepassing met betrekking tot de leden van de Adviescommissie en de op grond van artikel 8 toegevoegde vaste adviseurs. (Dit houdt in dat leden en adviseurs, die vanuit hun werk of organisatie die zij vertegenwoordigen hiervoor niet worden betaald, desgewenst een onkostenvergoeding kunnen ontvangen).
Gedeputeerde Staten en ten minste een derde gedeelte van de leden van de Adviescommissie kunnen een verzoek tot het houden van een vergadering indienen bij de voorzitter; deze is verplicht binnen twee weken het tijdstip en de plaats voor de vergadering vast te stellen en Gedeputeerde Staten en de leden daarvan op de hoogte te stellen. De vergadering wordt binnen vier weken na de indiening van het verzoek gehouden.
Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek
Tot vaststelling van het navolgende Reglement op de samenstelling, taak en werkwijze van de Projectgroep GGA stikstof Liefstinghsbroek:
De Projectgroep bereidt de vergaderingen van de Adviescommissie voor, adviseert de Adviescommissie en voert op verzoek van de Adviescommissie werkzaamheden uit.
Artikel 2 Samenstelling en benoeming leden
De artikelen 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12 eerste lid, 12 derde lid, 13, 14, 16 eerste lid, 16 tweede lid, 16 vijfde lid, 17, en 20 van het Reglement Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek zijn van overeenkomstige toepassing op de Projectgroep; daar waar Adviescommissie staat moet Projectgroep gelezen worden.
Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement Projectgroep GGA stikstof Liefstinghsbroek.
Groningen, 15 december 2020
Gedeputeerde Staten voornoemd:
F.J. Paas, voorzitter.
J. Schrikkema, secretaris.
Bijlage 1 Opdracht aan de adviescommissie gebiedsgerichte aanpak stikstof Liefstinghsbroek
De adviescommissie Gebiedsgerichte Aanpak stikstof Liefstinghsbroek (verder GGA stikstof Liefstinghsbroek) wordt gevraagd om een advies te geven aan gedeputeerde staten over:
Welke oplossingsrichtingen zijn er mogelijk om de instandhoudingsdoelstellingen voor natuur in het Liefstinghsbroek te bevorderen en een toekomstbestendige positie voor de landbouw te realiseren?
In het advies komt in ieder geval aan bod:
Doel van het advies is om te komen tot een gedragen aanpak voor een integrale en realistische vermindering van de negatieve effecten van stikstofdepositie op het Liefstinghsbroek. Uiteindelijk wordt gestreefd om binnen afzienbare termijn een gunstige staat van instandhouding te bereiken voor alle stikstofgevoelige habitattypen. Hiermee kan vergunningverlening weer verder op gang worden gebracht.
De gebiedsgerichte aanpak stikstof is onderdeel van de landelijke en provinciale stikstofaanpak. In de nadere toelichting volgt achtergrondinformatie over de stikstofaanpak, de kaders en randvoorwaarden voor de gebiedsgerichte aanpak en de praktische organisatie van de adviescommissie. Daarbij wordt opgemerkt dat de stikstofaanpak een zeer dynamisch proces is met vele actoren op verschillende niveaus. Het is niet ondenkbaar dat de gebiedsaanpak hierdoor gedurende het proces bijgestuurd moet worden. De provincie zal zorgdragen voor de wederzijdse afstemming van het gebiedsproces met het landelijke (IPO en Rijk) en regionale proces (provinciale sectortafels).
Achtergrondinformatie voor de gebiedsaanpak stikstof
In Nederland wordt veel stikstof uitgestoten, dat vervolgens neerslaat in o.a. natuurgebieden. Te veel stikstof is schadelijk voor de natuur. De uitspraak van de Raad van State van mei 2019 maakt duidelijk dat hier wat aan gedaan moet worden. Daarom werken Rijk en provincies gezamenlijk aan een integrale stikstofaanpak, waarmee de natuur in Nederland beter wordt beschermd en er tegelijkertijd ruimte wordt gemaakt voor economische en maatschappelijke initiatieven.
Op 24 april 2020 heeft het Kabinet haar plannen voor de structurele aanpak stikstof bekend gemaakt 1 . Zij kiest voor een gebiedsgerichte aanpak, waarbij op gebiedsniveau in beeld wordt gebracht wat nodig is voor natuurherstel, welke (bron)maatregelen daarvoor in het gebied nodig zijn en welke ruimte nodig is voor economische ontwikkeling. Naast de gebiedsgerichte aanpak worden landelijk generieke maatregelen genomen om de totale stikstofdepositie te verlagen. De landelijke maatregelen worden uitgevoerd door het Rijk, de provincies zijn gevraagd de regie voor de gebiedsgerichte aanpak te nemen.
Het kabinet stelt als doel om in 2030 minimaal de helft van alle hectares met stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde (KDW) te brengen. Hiervoor is een vermindering van gemiddeld 255 mol per hectare nodig, wat omgerekend een daling van binnenlandse stikstofemissies betekent van 26% t.o.v. 2019. De benodigde daling verschilt echter sterk per natuurgebied en habitattype. In de gebiedsgerichte aanpak moet blijken hoeveel daling in een gebied mogelijk is. Uiteindelijk moeten in 2050 alle stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden in een gunstige staat van instandhouding zijn.
De doelstelling van het Rijk is niet direct gekoppeld aan een referentiejaar. Het gaat er niet om hoe hoog de depositie nu is, zolang deze in 2030 voor 50% van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW-waarde komt. Juridisch is dit anders, daarbij geldt dat een vergunning alleen verleend kan worden als er geen significant negatief effect optreedt ten opzichte van de staat van instandhouding ten tijde van de aanwijzing van het gebied onder de Habitatrichtlijn (2004 voor Liefstinghsbroek). Dit onderscheid is een aandachtspunt.
De commissie Remkes was door het kabinet gevraagd te adviseren over de stikstofaanpak. In september 2019 heeft zij hiervoor een eerste tussentijdsadvies gegeven2 en afgelopen zomer is het eindadvies aangeboden aan het kabinet3 . Het kabinet heeft uiteindelijk een deel van deze adviezen overgenomen in haar structurele aanpak. Zo is een gebiedsgerichte aanpak ook een belangrijk kernpunt van het advies van de commissie Remkes. De commissie adviseert een hoger ambitieniveau voor het terugdringen van de stikstofemissies dan het Kabinet in haar structurele aanpak voorstaat. De commissie is van mening dat om in 2050 alle natuurdoelstellingen te kunnen halen, in 2030 een verlaging van 50% van de stikstofemissies nodig is. Het kabinet kiest ervoor om deze doelstelling niet over te nemen.
De provinciale inzet op het stikstofdossier hebben is uitgewerkt in de Groningse Aanpak Stikstof ofwel GRAS. In deze aanpak zijnde landelijke plannen vertaald naar onze provincie en heeft daarin eigen accenten gelegd. De GRAS is gebouwd op drie pijlers: de gebiedsgerichte aanpak rond Liefstinghsbroek, innovaties in de sectoren en vergunning en handhaving. In de gebiedsgerichte aanpak neemt de provincie gerichte maatregelen om de stikstofgevoelige natuur in het Natura 2000-gebied Liefstinghsbroek te herstellen. Daarnaast gaat de provincie breed met sectoren aan de slag om de totale stikstofemissies in Groningen te verlagen. Tot slot zet de provincie zich in voor een robuust vergunningensysteem.
De provinciale aanpak gaat uit van een aantal belangrijke uitgangspunten. Zo zien de provincies de stikstofproblematiek in de kern als een landelijk probleem. Dit betekent dat alleen in samenwerkingsverband tussen provincies en Rijk houdbare oplossingen
kunnen worden gevonden. De provincie daarin naar een houdbare, structurele aanpak met maatschappelijk gedragen maatregelen. Duidelijk is dat oplossingen voor het stikstofprobleem vorm moeten krijgen in een situatie waarbij de maatschappelijke druk en onrust op het dossier groot is. Een gebiedsaanpak is dan cruciaal om op gebiedsniveau draagvlak te vinden voor de maatregelen. Het is essentieel dat uitwerking gebeurt in verbinding met de betrokken maatschappelijke actoren.
Positie Gebiedsgerichte aanpak
De gebiedsgerichte aanpak is een belangrijk onderdeel van zowel de landelijke als de provinciale stikstofaanpak. Op landelijk niveau maken Rijk en provincies afspraken over de kaders en randvoorwaarden van de GGA. Deze zomer zijn hiervoor de eerste bestuurlijke afspraken vastgelegd over de reikwijdte en wijze van aansturen van de GGA. De landelijke reikwijdte van de GGA omvat:
De eerste stap voor de GGA is per gebied inzicht te krijgen in welke oplossingsrichtingen er in en rond het gebied mogelijk zijn en hoeveel dit bijdraagt aan de landelijke streefwaarde. Voor deze stap is de adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek gevraagd advies te geven.
Landelijke en provincie brede maatregelen vallen buiten de scope van de GGA. Denk bijvoorbeeld aan extern salderen, het legaliseren van de PAS-meldingen, de optimalisatie van de BBT-methodiek voor de industrie of de warme saneringsregeling voor varkenshouderijen. Deze maatregelen kunnen echter wel effect hebben op de gebiedsaanpak. Het is daarom van groot belang dat de landelijke, provinciale en ook regionale processen goed met elkaar afgestemd worden. Hiervoor is een uitgebreide aansturingsstructuur ingericht, weergegeven in figuur 1. De provincie zal zorgdragen voor de wederzijdse afstemming van de verschillende processen.
Om tot een advies te komen voor de gebiedsgerichte aanpak Liefstinghsbroek zullen een drietal stappen worden doorlopen:
In de gebiedsanalyse worden verschillende factoren in beeld gebracht. Zo wordt de ecologische toestand van het Liefstinghsbroek ten opzichte van de instandhoudingsdoelstellingen bekeken (Lokaal doelbereik). Hieruit volgen knelpunten en kansen om de natuur te herstellen. Tegelijkertijd wordt onderzocht welke bronnen bijdragen aan de depositie op het gebied (Stikstofanalyse). Tot slot worden de verschillende belangen en actoren rond het gebied in beeld gebracht (Stakeholderanalyse). Samen geeft dit een eerste beeld van mogelijke oplossingsrichtingen en het betrekken van het gebied.
Inventarisatie van maatregelen
Op basis van de gebiedsanalyse worden mogelijke maatregelen in kaart gebracht. Dit kunnen zowel natuurherstelmaatregelen (bijvoorbeeld herstel hydrologie, aanvullende beheermaatregelen, aanleg bufferzones etc.) zijn als (regionale) bronmaatregelen (bijvoorbeeld stimuleren natuurinclusieve landbouw, technische maatregelen om uitstoot te verminderen, verplaatsen of uitkoop van stikstofbronnen etc.). Per maatregel wordt gekeken naar de effectiviteit, kosten, haalbaarheid en draagvlak. Uiteindelijk leidt dit tot een eerste voorstel voor oplossingsrichtingen.
Advies aanpak Liefstinghsbroek
De adviescommissie besluit welke maatregelen uit stap 2 het meest geschikt zijn voor de aanpak van het stikstofprobleem in Liefstinghsbroek. Deze maatregelen worden uitgewerkt tot een concreet advies dat wordt aangeboden aan Gedeputeerde Staten. Op basis van het advies van de adviescommissie zal een plan van aanpak worden vastgesteld voor de komende jaren.
Parallel aan de stappen kunnen de eerste maatregelen al opgepakt worden. Dit gaat om veelbelovende maatregelen die op zeer korte termijn uitgevoerd kunnen worden, laaghangend fruit. Deze maatregelen mogen uiteraard geen afbreuk doen aan het eindadvies of andere opgaven in het gebied (geen spijt maatregelen).
Er is politiek en maatschappelijk grote druk op het stikstofdossier om tot een oplossing te komen. Tegelijkertijd is er het besef dat de problematiek zeer complex is en maatregelen zorgvuldig afgewogen en uitgevoerd moeten worden om tot een houdbare aanpak te komen. Dit alles maakt de stikstofaanpak een dynamisch proces, waarbij de aanpak op verschillende niveaus voortdurend bijgestuurd kan worden. Een dergelijk proces is lastig te plannen. In onderstaand figuur is een eerste opzet van een planning met mijlpalen voor het gebiedsproces zoals wij deze nu voor ons zien beschreven. Maar daarbij wordt nadrukkelijk opgemerkt dat deze gedurende het proces nog kan wijzigen. De planning zal gedurende het proces worden bijgesteld, in ieder geval bij de start van een volgende fase.
Van de zijde van de landbouw is aangegeven dat zij constructief meewerken aan de gebiedsanalyse en de eerste inventarisatie van maatregelen. Vóór het opstellen van het definitieve advies mede namens de landbouw zal de problematiek rond legalisatie en meldingen wel opgelost dienen te worden.
Gedurende het hele proces zal er aandacht zijn voor het op een juiste manier betrekken van de omgeving. Per fase wordt bekeken hoe dit het beste vormgegeven kan worden. Het zal in ieder geval als vast punt op de agenda van de adviescommissie en projectgroep opgenomen worden.
Samenhang Natura 2000-beheerplan
De gebiedsgerichte aanpak is opgezet om het acute stikstofprobleem aan te pakken. Naast dit proces loopt echter ook nog steeds de normale Natura 2000-beheerplanprocedure. Het beheerplan voor het Liefstinghsbroek is in maart 2017 vastgesteld. De looptijd van een beheerplan is zes jaar, voor Liefstinghsbroek moet er dus in maart 2023 een nieuw beheerplan liggen. Gezien de doorlooptijd van opstellen en vaststelling zal tweede helft 2021 de evaluatie van het huidige beheerplan moeten starten.
Deze evaluatie kent overlap met de gebiedsgerichte aanpak. In feite is de gebiedsanalyse de eerste stap van de evaluatie. Ook kunnen maatregelen die uit de gebiedsgerichte aanpak volgen, mogelijk een plek krijgen in het nieuwe beheerplan. Zowel landelijk als provinciaal wordt gekeken hoe de gebiedsgerichte aanpak en de beheerplanprocedure het best bij elkaar gebracht kunnen worden, om te voorkomen dat dubbel werk wordt gedaan.
Beschikbare informatie en instrumenten
Voor de gebiedsanalyse en de mogelijke maatregelen is informatie nodig over het gebied en de omgeving. De provincie zal zorgdragen voor het beschikbaar stellen van de benodigde informatie, waarbij ook afgestemd wordt met de landelijke instrumenten die worden ontwikkeld. Daarnaast beschikken de gebiedspartners natuurlijk over eigen kennis. Hierna volgt een opsomming van de informatie die nu beschikbaar is dan wel in ontwikkeling is. Deze zal naar behoefte verder aangevuld worden.
De stikstofanalyse is gericht op het in beeld brengen van de stikstofdepositie op het gebied en de herkomst van deze depositie. Veel van deze informatie is afkomstig van het landelijke meetsysteem van de RIVM. Beschikbare informatie:
In de analyse van het Lokaal doelbereik wordt gekeken naar de toestand van de natuur in het gebied. Doel is in beeld te brengen hoe de instandhoudingsdoelstellingen ervoor staan en welke knelpunten er zijn. Gegevens voor deze analyse komen voornamelijk uit de natuurmonitoring. Beschikbare informatie:
Wanneer de knelpunten in beeld zijn, kunnen gerichte maatregelen ingezet worden. Zowel landelijk als provinciaal worden hiervoor instrumenten beschikbaar gesteld. De landelijke instrumenten zijn aangekondigd in de kamerbrief van 24 april 2020. Deze worden nu in samenwerking met onder andere de provincies verder uitgewerkt. Instrumenten die al beschikbaar dan wel aangekondigd zijn:
Provinciaal wordt ingezet op het zo efficiënt mogelijk inzetten van de landelijke maatregelen en koppelkansen met andere lopende opgaven als de kwaliteitsimpuls NNN, regiodeal natuurinclusieve landbouw, de klimaatagenda en verduurzaming van industrie. Specifiek voor de gebiedsgerichte aanpak is vanaf 2020 alvast € 300.000 gereserveerd voor bijvoorbeeld het inschakelen van extra expertise of onderzoek naar mogelijke maatregelen. Daarnaast is Provincie in onderhandeling met het Rijk over hoeveel van de aangekondigde middelen voor bijvoorbeeld het programma natuur of de opkoopregeling voor Groningen beschikbaar komen.
Bijlage: Samenstelling adviescommissie en projectgroep
Adviescommissie GGA stikstof Liefstinghsbroek