Organisatie | Barendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Barendrecht houdende regels omtrent de heffing en invordering van hondenbelasting (Verordening Hondenbelasting 2021) |
Citeertitel | Verordening Hondenbelasting 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening hondenbelasting 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 | 200771 |
De raad van de gemeente Barendrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2020;
gelet op het advies van de commissie Planning en Control van 23 november 2020;
gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2021
Onder de naam “hondenbelasting” wordt een directe belasting geheven voor van het houden van een hond binnen de gemeente.
In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
De belasting als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De belastingplichtige is verplicht van wijzigingen in het aantal honden dat hij houdt, of indien een vrijstelling niet meer van toepassing is, op een juiste wijze aangifte te doen, binnen 6 weken na datum van de wijziging. Dit geldt tevens voor wijzigingen die van invloed kunnen zijn op verkregen vrijstellingen.
Indien geen aangifte is gedaan voor het houden van een hond of ter zake van het wijzigen van het aantal honden of het vervallen van de vrijstelling, waardoor de belasting hoger wordt, kan aan de houder een aanslag worden opgelegd. De verschuldigde belasting wordt berekend als ware de belastingplichtige de houder van deze hond gedurende het gehele belastingtijdvak, tenzij anders blijkt.
De belastingplichtige dient ervoor zorg te dragen dat, indien de hond zich op de openbare weg bevindt, de penning als bedoeld in lid 1, duidelijk zichtbaar om de hals van de hond wordt gedragen. Bij het niet dragen van de penning kan aan de houder van de hond een verzuimboete worden opgelegd, die wordt geheven naar het boetebedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingtijdvak vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 15 december 2020.
De griffier,
mw. mr. G.E. Figge
De burgermeester,
drs. J. van Belzen