Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening |
Citeertitel | Monumentenverordening 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | monumenten |
Geen
Monumentenwet 1988, art. 15
Reglement op de monumentencommissie
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 01-05-2012 | Wijziging i.v.m. Wabo | 02-06-2010 Veluwepost, 01-10-10 | 28-04-2010 |
De raad van de gemeente Renkum, gezien het voorstel van het college 25 mei 2004, almede het wijzigingsvoorstel van 28 april 2010,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 12, 14
en 15 van de Monumentenwet 1988, de Gelderse Molenverordening,
Vast te stellen de "Monumentenverordening 2004” voor de gemeente Renkum en de Wijzigingsverordening Monumentenverordening
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde;
onroerende zaak die, al of niet visueel waarneembaar, een relict is van of een verwijzing is naar gebeurtenissen c.q. oorlogshandelingen op gemeentelijk grondgebied uit de periode 1940-1945;
C beschermd gemeentelijk monument:
onroerend monument, dat overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als beschermd gemeentelijk monument is aangewezen;
D gemeentelijk monumentenregister:
de lijst en/of het elektronische databestandwaarin zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument, beschermd gemeentelijk martiaal object, beschermd gemeentelijk dorpsgezicht of beschermd gemeentelijk landgoed aangewezen zaken en/of gebieden;
onroerende zaak die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening als zodanig is aangewezen;
onroerend monument, dat is ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers;
onroerend monument, dat eigendom is van een kerkgenootschap, kerkelijke gemeente of parochie of van een kerkelijke instelling en dat uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst.
H beschermd gemeentelijk dorpsgezicht of beschermd gemeentelijk landgoed:
groep van onroerende zaken die van algemeen belang is wegens haar schoonheid, dan wel de geomorfologische structuur, de onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang of de wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde, waarin zich tenminste één of meer beschermde gemeentelijke monumenten bevinden;
pand dat in een bestemmingsplan voor een beschermd gemeentelijk dorpsgezicht als zodanig is aangemerkt en dat, naast de beschermde gemeentelijke(en of rijks-)monument(en) in het als zodanig aangewezen gebied, als referentie dient voor het waardevol geachte/bedoelde beeld van de bebouwing in het dorpsgezicht;
pand dat in een bestemmingplan voor een beschermd dorpsgezicht als zodanig is aangemerkt en dat als referentie dient voor bebouwing die voldoende harmonieus past bij de gemeentelijke monumenten en beeldbepalende panden in het dorpsgezicht;
pand waarvan de verschijningsvorm afbreuk doet aan het karakter van het beschermde dorpsgezicht, zoals dat wordt bepaald door de beeldbepalende en beeldondersteunende panden alsmede de aanwezige beschermde gemeentelijke monumenten;
L archeologische beleidsadvieskaart:
de bij raadsbesluit vastgestelde (digitale) kaart waarop verschillende verwachtingenzones voor archeologische waarden in de gemeente Renkum zijn aangegeven;
in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument.
de door het college ingestelde commissie of aangewezen instantie, in de zin van het "Reglement op de Monumentencommissie"; het reglement dat de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze regelt van de monumentencommissie, daarin begrepen de openbaarheid van vergaderingen, met als taak het collegeop verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, deze verordening en het monumentenbeleid;
O integrale welstands- en monumentencommissie:
de door de raad bij besluit van 18-12-2002 vastgestelde commissie overeenkomstig bijlage 9 ‘Reglement van orde van de welstandscommissie’, onder punt 1.2 c.a., behorende bij de achtste wijziging van de bouwverordening 1992 voor de gemeente Renkum;
de systematiek van puntentelling zoals die bij raadsbesluit is vastgesteld en door het college bij de selectie en beoordeling van kandidaat-objecten bij de aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument dient te worden toegepast.
bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
HOOFDSTUK 2 Gemeentelijke monumenten, martiaal objecten dorpsgezichten of landgoederen
Paragraaf 1. De aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument, de aanwijzing van dorpsgezichten of landgoederen en de registratie.
Artikel 3 De aanwijzing tot beschermd gemeentelijk monument of beschermd martiaal object; de aanwijzing tot beschermd dorpsgezicht of landgoed
Het college kan, al dan niet op aanvraag van een belanghebbende, een onroerend monument aanwijzen als beschermd gemeentelijk monument. Het College hanteert daarbij het puntenstelsel monumentenselectie. Daar waar sprake is van een zaak of zaken met grote kwaliteit kan een onderdeel c.q. kunnen onderdelen van het interieur, deel uitmakend van een onroerend goed, aangewezen worden als beschermd gemeentelijk monument.
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan en aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers.
Artikel 6 Registratie in het gemeentelijke monumentenregister
Het gemeentelijk monumentenregister bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling, een beschrijving van het beschermde gemeentelijke monument en/of beschermd martiaal object en/of het beschermde gemeentelijke dorpsgezicht en/of het beschermde gemeentelijke landgoed en foto's van het monument met detailopnamen van de in de beschrijving opgesomde delen.
Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten of bouwwerken gelegen in beschermde dorpsgezichten of beschermde landgoederen
a een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;
b een beschermd gemeentelijk monument te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;
c een in een gemeentelijk beschermd dorpsgezicht of beschermd gemeentelijk landgoed gelegen bouwwerk geheel of gedeeltelijk af te breken;
d een beschermd martiaal object, een bouwwerk zijnde, geheel of gedeeltelijk af te breken
Geen vergunning is nodig voor het intern wijzigen van een monument, tenzij interieurelementen van het monument (mede) in de aanwijzing als bedoeld in artikel 3 lid 1 van deze verordeningzijn begrepen dan wel zodanig samenhangen met het exterieur dat ze onlosmakelijk bepalend zijn voor de aard van het monument.
Artikel 11 Advies van de monumentencommissie en beslissing op de aanvraag en overige taken
Indien de monumentencommissie niet tijdig advies uitbrengt, zoals bedoeld in het tweede lid, of wanneer de commissie niet langer voldoet aan de minimaal vereiste samenstelling, kan het bevoegd gezag, ten behoeve van hetgeen is bepaald in artikel 3 van deze verordening besluiten, bij een externe instantie advies in te winnen.
Het bevoegd gezag geeft met betrekking tot een beschermd kerkelijk monument geen beschikking ingevolge de bepalingen van artikel 9, tweede lid van deze verordening, dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het een beschikking betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
1 Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
a de weigering van het bevoegd gezageen vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument te verlenen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van deze verordening;
b voorschriften door het bevoegd gezagverbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument;
schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe tot een hoogte van maximaal de bijdrage bepaald in de gemeentelijke regeling terzake van financiële bijdragen uit de gemeentelijke kas t.b.v. onderhoud aan gemeentelijke monumenten.
2 Voor de behandeling van de aanvragen zijn de bepalingen van de verordening ter
regeling van de procedure bij toepassing van Hoofdstuk 6 van de Wet ruimtelijke
HOOFDSTUK 5 Overige taken Monumentencommissie
Artikel 16 Reikwijdte en aard van de advisering
De monumentencommissie brengt gevraagd of ongevraagd schriftelijk adviezen uit aan het college over doelstellingen en uitgangspunten van gemeentelijke beleidsvelden en andere zaken die, op grond van de Monumentenwet, de Monumentenverordening, aan de orde zijn, dan wel die aspecten in zich hebben die nadrukkelijk raken aan het vakgebied van de monumentenzorg.
De monumentencommissie verricht deze werkzaamheden binnen het kader van een beleidsnota die in overleg met de monumentencommissie door het college wordt opgesteld en door de raad wordt vastgesteld.
HOOFDSTUK 6 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 18 Opsporingsbevoegdheid
De opsporing van de in artikel 16 van deze verordeningstrafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door het college met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening dit vereist, wordt hierbij de machtiging verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.
Artikel 20 Bevoegdheid aangewezen ambtenaren
1De ingevolge artikel 17 door het college aangewezen ambtenaren zijn bevoegd de werkzaamheden feitelijk stil te leggen indien deze worden uitgevoerd;
A- zonder vergunning zoals bedoeld in artikel 9;
B- in afwijking van de verleende vergunning.
2 De daartoe bevoegde ambtenaar die tot het stilleggen van de werkzaamheden is overgegaan, kan proces-verbaal opmaken van het stilleggen en deelt dit alsdan in afschrift mede aan degene tot wie dit bevel tot stilleggen van de werkzaamheden is gericht.
1 Aanvragen om een vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding
van deze wijzigingsverordening, worden afgehandeld volgens het recht zoals dat
gold vóór het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht in werking is getreden.
2 Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet