Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldambt

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Oldambt 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldambt
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Oldambt 2021
CiteertitelVerordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Oldambt 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://wetten.overheid.nl/BWBR0005416/2020-01-01

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-12-2020vernieuwd besluit

14-12-2020

gmb-2020-343899

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Oldambt 2021

 

De raad van de gemeente Oldambt

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2020;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting gemeente Oldambt 2021

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

 

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

  • a.

    kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

  • b.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen in hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf.

  • c.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.

  • d.

    volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.

  • e.

    woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.

  • f.

    particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

  • g.

    particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

 

  • 2.

    Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen bedoeld in artikel 4 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid.

  •  

  • 3.

    Bij de forfaitaire berekening voor particulier verhuurde woningen wordt per woning:

  • a.

    het aantal overnachtende personen gesteld op het aantal slaapplaatsen.

 

b.

het aantal nachten gesteld op:

als een woning in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

 

 

meer dan

maar niet meer dan

 

60 nachten

-

6 maanden

 

85 nachten

6 maanden

9 maanden

 

3° 100nachten

9 maanden

12 maanden

 

  • 4.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen wordt per standplaats:

 

  • a.

    het aantal overnachtende personen gesteld op 2 personen;

 

b.

het aantal nachten gesteld op:

als een kampeermiddel in het belastingjaar geschikt is voor gebruik of alleen mag worden gebruikt gedurende:

 

 

meer dan

maar niet meer dan

 

1° 60 nachten

-

6 maanden

 

2° 85 nachten

6 maanden

9 maanden

 

3° 100 nachten

9 maanden

12 maanden

  • 5.

    Bij de forfaitaire berekening voor kampeermiddelen op volgtijdige standplaatsen, wordt: per standplaats:

het aantal overnachtende personen gesteld op de gemiddelde bezetting per kalenderdag.

De gemiddelde bezetting per kalenderdag is de uitkomst van de som van het aantal personen per telling gedeeld door het aantal tellingen.

Voor de berekening van de gemiddelde bezetting per kalenderdag worden gedurende het belastingjaar zes tellingen uitgevoerd, waarbij iedere telling binnen een afzonderlijke periode van twee maanden valt.

  • a.

    het aantal nachten gesteld op 365 dagen.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 1,10 per persoon.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Overgangsrecht

De ‘Verordening toeristenbelasting Oldambt 2020’ van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de vierde dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting Oldambt 2021”.

  •  

  •  

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Oldambt,

d.d. 14 december 2020.

De griffier, De voorzitter,

Jelte van der Meer Cora-Yfke Sikkema