Organisatie | Oldebroek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting voor standplaatsen Oldebroek 2021. |
Citeertitel | Verordening precariobelasting standplaatsen Oldebroek 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening precariobelasting standplaatsen Oldebroek 2021 |
Geen
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2020 | 1048526 |
Besluit van de raad van de gemeente Oldebroek tot vaststelling van de verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting voor standplaatsen Oldebroek 2021 (Verordening precariobelasting standplaatsen Oldebroek 2021)
De raad van de gemeente Oldebroek;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting voor standplaatsen Oldebroek 2021.
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam 'precariobelasting' wordt een directe belasting geheven voor het hebben van een kraam, een verkoopwagen of een daarmee gelijk te stellen vervoermiddel en het daarbij innemen van grond voor uitstalling van te verkopen artikelen of eetwaren op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, anders dan op de week- of jaarmarkt, bedoeld of genoemd in deze verordening.
In deze verordening wordt verstaan onder dagdeel:
morgen: van 06.00-13.00 uur;
1. De precariobelasting wordt geheven van degene die een kraam, een verkoopwagen of een daarmee gelijk te stellen vervoermiddel heeft en daarbij grond inneemt voor uitstalling van te verkopen artikelen of eetwaren op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of van degene voor wie zo'n voorwerp of zulke voorwerpen op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig is of zijn, anders dan op de week- of jaarmarkt.
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, als de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. Het tarief bedraagt voor een belastbaar feit in de kernen Wezep en Oldebroek, zoals omschreven in artikel 1, per dagdeel, per vierkante meter ingenomen grond € 1,17, met een maximum van € 350,- per kwartaal.
2. Voor de berekening van de belasting geldt een gedeelte van een dagdeel als een volledig dagdeel en een gedeelte van een vierkante meter als een hele vierkante meter.
3. Voor een belastbaar feit in de kernen Hattemerbroek, ’t Loo, Noordeinde en Oosterwolde bedraagt het tarief € 0,00.
Artikel 6 Tijdstip van verschuldigdheid en van betaling
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van de belastingplicht. Een aanslag moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid vermelde termijn.
De belasting wordt niet geheven:
1. voor het hebben van voorwerpen welke volgens wettelijk voorschrift of privaatrechtelijke overeenkomst kosteloos of tegen vergoeding moeten worden toegestaan;
2. als huur, pacht, erfpacht of marktgeld is verschuldigd;
De 'Verordening precariobelasting 2020' van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021. Die verordening blijft echter wel van toepassing op de belastbare feiten die voor die datum hebben plaatsgevonden.