Organisatie | Stein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek of verpanding gemeente Stein 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek of verpanding gemeente Stein 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | werk en inkomen |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 15-12-2020 | Onbekend |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stein;
gelet op artikel 34 tweede lid, aanhef en onder d, artikel 48 lid 3 en artikel 50 van de Participatiewet;
overwegende dat het wenselijk is om nadere regels vast te stellen over het verbinden van zekerheden aan bijstand die in de vorm van een geldlening wordt verstrekt;
Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek of verpanding gemeente Stein 2021.
Artikel 2. Bijstand in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek of pand
Indien voor de belanghebbende, bedoeld in artikel 50 lid 1 PW recht op algemene bijstand bestaat, heeft die bijstand de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek c.q. verpanding:
De gemeente gaat drie maanden na de datum van toekenning van de geldlening over tot het zekerstellen door middel van het vestigen van een krediethypotheek of pandrecht.
De in de vorm van een geldlening uitbetaalde bijstand vanaf datum toekenning wordt ook onder de te stellen zekerheid gebracht.
Burgemeester en wethouders verbinden aan de verlening van bijstand zoals bedoeld in artikel 2 de verplichting dat de belanghebbende aan de vestiging van de hypotheek of het pandrecht meewerkt. Indien de belanghebbende deze verplichting niet nakomt is de verleende bijstand terstond opeisbaar.
Artikel 6. Voorwaarden in hypotheekakte c.q. pandovereenkomst
Aan de geldlening worden in elk geval verbonden de voorwaarden genoemd in artikel 6 en 7. Deze voorwaarden worden tezamen met de gebruikelijke bedingen opgenomen in de hypotheekakte c.q. pandovereenkomst.
Artikel 7. Aflossingsvoorwaarden
Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven stellen burgemeester en wethouders, zo nodig tussentijds, het maandbedrag van de aflossing op een lager dan wel hoger bedrag vast. Bij de beoordeling van deze omstandigheden wordt rekening gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen.
Indien belanghebbende naar het oordeel van burgemeester en wethouders de rente geheel of gedeeltelijk kan betalen, doch niet kan aflossen, wordt een betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de verschuldigde maandrente aangemerkt als aflossing en wordt de rente die daardoor niet wordt betaald bijgeschreven bij het nog niet afgeloste deel van de geldlening.
Artikel 9. Verkoop en vererving
Bij verkoop van de woning kunnen burgemeester en wethouders wegens bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van belanghebbende dan wel wegens werkaanvaarding elders door belanghebbende, na toepassing van het eerste lid, besluiten tot het verlenen van een nieuwe geldlening eveneens onder verband van hypotheek c.q. onder vestiging van pandrecht voor de aankoop van een andere woning, tot ten hoogste het bedrag van de ingevolge het gestelde het eerste lid afgeloste geldlening, onder de voorwaarde dat belanghebbende het na aflossing vrijgekomen vermogen met inbegrip van het in het derde lid bedoelde bedrag volledig inzet voor de aankoop van de andere woning
Bij verkoop van de woning tegen een prijs overeenkomstig de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering komt, voor zover de opbrengst daartoe toereikend is, aan belanghebbende in ieder geval het bedrag toe dat op grond van de wettelijke vermogensvrijlating bij de vaststelling van de geldlening op de waarde van de woning in mindering is gebracht.
Artikel 10. Onderbreking bijstandsperiode
Indien binnen een periode van twee jaar na beëindiging van bijstand onder verband van hypotheek c.q. verpanding wederom recht op bijstand bestaat, wordt deze verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek c.q. het laatst gevestigde pandrecht.