Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Marktgeldverordening Hoeksche Waard 2021) |
Citeertitel | Marktgeldverordening Hoeksche Waard 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Marktverordening gemeente Hoeksche Waard 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 |
De raad van de gemeente Hoeksche Waard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden Hoeksche Waard 2021.
Onder de naam ‘marktgeld’ wordt in deze gemeente een recht geheven ter zake het innemen van een standplaats op het daarvoor door het college aangewezen marktterrein op de daarvoor aangewezen dagen.
Het marktgeld wordt geheven van degene door wie dan wel ten behoeve van wie een standplaats als bedoeld in artikel 1 wordt ingenomen.
Artikel 3 Maatstaf van heffing
De heffingsgrondslag voor de berekening van de rechten als bedoeld in artikel 1 van deze verordening is de oppervlakte in vierkante meters die door de standplaats in gebruik wordt genomen.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere document, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van een standplaats is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar. Onder kalenderjaar wordt verstaan de periode van 1 januari tot en met 31 december van enig jaar.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten, ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 5, schriftelijk wordt gedaan, worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
De rechten worden niet geheven van degene die een standplaats inneemt uitsluitend gebezigd voor een non-profit instelling die zich blijkens haar statuten de uitoefening ten doel stelt van activiteiten van maatschappelijke, sociale of culturele aard en waarbij de activiteiten in hoofdzaak worden verricht door vrijwilligers.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Marktgeldverordening 2019’ van de voormalig gemeente Binnenmaas en de ‘Verordening op de heffing en de invordering van markt- en staangeld 2019’ van de voormalig gemeente Strijen worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.