Organisatie | Hoeksche Waard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening precariobelasting 2021) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 |
De raad van de gemeente Hoeksche Waard;
gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2021 .
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.
In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de kabels, leidingen, buizen of draden onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels, leidingen, buizen of draden per strekkende meter per jaar €, 2,50 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 10 Termijnen van betaling
De aanslag moet worden betaald binnen zes weken na dagtekening van de aanslag.
De Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting 2020 van 17 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.