Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van provinciale staten van Utrecht en de commissaris van de Koning in de provincie Utrecht van 9 december 2020, nummer 821B3ABF, tot vaststelling van het Reglement van Orde Provinciale Staten provincie Utrecht 2020 (Reglement van Orde Provinciale Staten provincie Utrecht 2020) |
Citeertitel | Reglement van Orde Provinciale Staten provincie Utrecht 2020 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2020 | 10-12-2020 | Nieuwe regeling | 09-12-2020 | 2020-50 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
Hoofdstuk 2 Toelating Statenleden en benoeming commissieleden
Artikel 1 Toelating Statenleden; nevenfuncties
Na toelating doet ieder lid bij de voorzitter opgave van de andere functies dan het lidmaatschap van Provinciale Staten die worden vervuld, als bedoeld in artikel 11 van de Provinciewet. Een aanvulling of wijziging van deze opgave brengt het lid direct ter kennis van de voorzitter. Openbaarmaking geschiedt via de provinciale website.
Artikel 2A Benoeming commissieleden, niet zijnde lid van Provinciale Staten
Tot commissielid kunnen worden benoemd diegenen die bij de laatstgehouden verkiezingen voor de leden van Provinciale Staten als kandidaat op de kieslijst van de betreffende partij zijn vermeld en voldoen aan de voorwaarden voor het lidmaatschap van Provinciale Staten, bedoeld in de artikelen 10 en 13 van de Provinciewet.
Bij uitputting van de kieslijst kunnen per statenperiode maximaal twee kandidaten van buiten de kieslijst per fractie worden voorgedragen voor het commissielidmaatschap. Deze kandidaten dienen bewijsbaar lid te zijn van de betrokken partij, en dienen voor het overige aan dezelfde voorwaarden te voldoen als een commissielid dat op de kieslijst heeft gestaan.
Provinciewet art. 35: Provinciale Staten benoemen de gedeputeerden. Art. 31 is van toepassing op de stemming inzake de benoeming.
Artikel 2B Benoeming gedeputeerden
Provinciewet art. 14-1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van Provinciale Staten benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van Provinciale Staten naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)”.
Voor een commissielid luidt de eed (verklaring en belofte) als volgt: “Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van een commissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als adviseur van het provinciebestuur naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God almachtig (Dat verklaar en beloof ik)”.
Hoofdstuk 3 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter Provinciale Staten en griffier
Provinciewet art. 9: De commissaris van de Koning is voorzitter van Provinciale Staten.
Provinciewet art. 75-1-derde, vierde en vijfde volzin: Het voorzitterschap van Provinciale Staten wordt bij verhindering of ontstentenis van de commissaris waargenomen door het langstzittende lid van Provinciale Staten. Indien meer leden van Provinciale Staten even lang zitting hebben, dan vindt de waarneming van het voorzitterschap plaats door het oudste lid in jaren van hen. Provinciale Staten kunnen een ander lid van Provinciale Staten met de waarneming van het voorzitterschap belasten.
Artikel 3 Voorzitter en plaatsvervangend voorzitter Provinciale Staten
Provinciale Staten wijzen uit hun midden een eerste en een tweede plaatsvervangend voorzitter aan. Deze benoeming geldt voor de duur van de statenperiode. Zij vervangen de voorzitter bij afwezigheid. Bij ontstentenis van beide plaatsvervangend voorzitters worden zij vervangen door één van de commissievoorzitters.
Provinciewet art. 97-1: in iedere provincie is een secretaris en een griffier.
Provinciewet art. 104: Provinciale Staten benoemen de griffier. Zij zijn tevens bevoegd de griffier te schorsen en te ontslaan.
Hoofdstuk 4 Fractievoorzittersoverleg, Presidium, werkgeverscommissie en leiding griffie
Artikel 5 Samenstelling Fractievoorzittersoverleg
Er is een Fractievoorzittersoverleg met de fractievoorzitters als leden. Bij afwezigheid van een fractievoorzitter wordt zijn/haar plaats, na melding aan de griffier, ingenomen door een vaste vervanger. Vervanging door een ander Statenlid dan de vaste vervanger wordt overlegd met de voorzitter van het overleg.
Artikel 6 Taken Fractievoorzittersoverleg
Het Fractievoorzittersoverleg is belast met het regelen van alle zaken die verband houden met de organisatorische onderwerpen van de staten, het zijn van werkgever voor de griffie en alle overige voorkomende politiek relevante zaken, dit alles voor zover deze niet vallen onder de taken van het Presidium.
Het Fractievoorzittersoverleg vergadert in ieder geval direct voorafgaand aan elke Statenvergadering en is belast met het doen van voorstellen aan de Staten met betrekking tot de afhandeling van de agenda van de betreffende Statenvergadering. Ook vergadert het overleg wanneer de voorzitter dit nodig vindt. Een vergadering vindt tevens plaats wanneer tenminste een derde van de leden of het Presidium daarom verzoekt.
Artikel 8 Samenstelling en taak Presidium
De voorzitter en de eerste plaatsvervangend voorzitter van Provinciale Staten vormen samen met de commissievoorzitters het Presidium. De eerste plaatsvervangend voorzitter is voorzitter van het Presidium. De tweede plaatsvervangend voorzitter vervangt in voorkomende gevallen. De plaatsvervangend voorzitters van de commissies zijn plaatsvervangend lid van het Presidium.
Artikel 10 Samenstelling en taak werkgeverscommissie
De commissie bestaat uit vijf leden. De eerste plaatsvervangend voorzitter van Provinciale Staten is voorzitter van de werkgeverscommissie. De voorzitter van Provinciale Staten is adviserend lid zonder stemrecht. De commissie bestaat verder uit drie leden. De plaatsvervangend voorzitter en de overige leden zijn gelijkelijk verdeeld over de collegevormende en de niet collegevormende partijen.
Aan de werkgeverscommissie zijn alle bevoegdheden gemandateerd die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet en de WNRA, de op deze wetten gebaseerde en door Provinciale Staten vastgestelde rechtspositionele voorschriften en de artikelen 104 tot en met 104e Provinciewet, met uitzondering van de bevoegdheden als bedoeld in 104a, tweede lid, 104d, eerste lid en 104e, eerste lid van de Provinciewet.
Hoofdstuk 5 Provinciale Staten
5.1 Voorbereiding vergadering Provinciale Staten
Provinciewet art. 17-1: Provinciale Staten vergaderen zo vaak als zij daartoe hebben besloten.
Provinciewet art. 18: Provinciale Staten vergaderen na de periodieke verkiezing van hun leden voor de eerste maal in de nieuwe samenstelling op de dag met ingang waarvan de leden van Provinciale Staten in de oude samenstelling aftreden.
Provinciewet art. 17-2: Voorts vergaderen zij indien de commissaris van de Koning het nodig oordeelt of indien ten minste een vijfde van het aantal leden waaruit Provinciale Staten bestaan schriftelijk, met opgave van redenen, daarom verzoekt.
Provinciewet art. 19-1: De commissaris roept de leden schriftelijk tot de vergadering op19-2: Tegelijkertijd met de oproeping brengt de commissaris dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen met uitzondering van de in artikel 25, tweede lid, bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
5.2 Vergadering Provinciale Staten
Ieder lid heeft in de vergaderzaal een vaste zitplaats, door de voorzitter na overleg met het Fractievoorzittersoverleg aan te wijzen. De leden nemen hun plaats in, zodra de voorzitter hen daartoe verzoekt.
De voorzitter opent de vergadering zodra de aanvangstijd is bereikt en het aantal vereiste leden aanwezig is.
Provinciewet art. 20-1: De vergadering van Provinciale Staten wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
Art. 20-2: Indien ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissaris van de Koning, onder verwijzing naar dit artikel, opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.
Art. 20-3: Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Provinciale Staten kunnen echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
5.3 Spreekregels vergadering Provinciale Staten
Artikel 22 Spreken in de vergadering; volgorde
Met toestemming van de voorzitter kan een spreker zijn/haar inbreng laten ondersteunen met opstelling dan wel verspreiding van demonstratiemateriaal, dan wel met het vertonen van filmpjes, foto’s en het doen horen van geluidsopnamen, binnen de technische mogelijkheden die de Statenzaal hiervoor heeft.
De voorzitter kan interrupties toelaten. Deze dienen te bestaan uit korte opmerkingen of vragen zonder inleiding.
De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering van Provinciale Staten op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering. Dit inspreekrecht beperkt zich tot agendapunten die zonder voorafgaande bespreking in een Statencommissie zijn geagendeerd voor de Statenvergadering.
5.4. Handhaving orde vergadering Provinciale Staten
Provinciewet art. 26-1: De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
Art. 26-2: Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
Art. 26-3: Hij (de voorzitter) kan Provinciale Staten voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
De voorzitter roept de spreker die de orde verstoort of zich onbetamelijke of beledigende uitdrukkingen veroorlooft tot de orde. Indien het lid hieraan geen gehoor geeft, kan de voorzitter hem het woord ontnemen. Dit lid mag dan verder niet meer aan de beraadslagingen over het betreffende punt in de betrokken vergadering deelnemen.
Hoofdstuk 6 Procedures bij stemming
Voordat tot stemming wordt overgegaan heeft ieder Statenlid het recht zijn/haar uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 33 Mogelijkheden stemmen
Provinciewet art. 32-3: Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd is het aangenomen.
Art. 32-4: Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij staking van de stemmen het nemen van een besluit uitgesteld tot een volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend.
Art. 32-5: Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het vierde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.
Art. 32-6: Onder een voltallige vergadering wordt verstaan een vergadering waarin alle leden waaruit Provinciale Staten bestaan, voor zover hij zich niet van deelneming aan de stemming moesten onthouden, een stem hebben uitgebracht.
Artikel 34 Besluitvorming hamerstukken en aantekening
Indien geen van de leden om stemming vraagt bij een hamerstuk, dan stelt de voorzitter voor het besluit zonder stemming vast te stellen. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening vragen dat hij/zij geacht worden tegengestemd te hebben; in dat geval wordt het besluit met de stemmen van de overige leden geacht te zijn genomen.
Heeft een Statenlid zich bij het uitbrengen van zijn/haar stem vergist, dan kan hij/zij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende Statenlid heeft gestemd. Bemerkt het Statenlid zijn/haar vergissing pas later, dan kan hij/zij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij/zij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 36 Werkwijze hoofdelijke stemming
Provinciewet art. 32-2: Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.
Vóór de hoofdelijke oproeping haalt de voorzitter een nummer uit een envelop waarin zich evenveel nummers bevinden als het aantal leden dat Provinciale Staten telt. Dit nummer correspondeert met een naam op de presentielijst. De stemming begint bij dit Statenlid en vervolgens volgt de voorzitter de volgorde van de presentielijst.
Heeft een Statenlid zich bij het uitbrengen van zijn/haar stem vergist, dan kan hij/zij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende Statenlid gestemd heeft. Bemerkt het Statenlid zijn/haar vergissing pas later, dan kan hij/zij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij/zij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
6.3 Stemmen over personen - schriftelijke stemming
Artikel 38 Stemming over personen
Provinciewet art. 31-2: Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen de twee personen waarop bij de tweede stemming de meeste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt door middel van een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 7 Besloten vergadering Provinciale Staten
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van orde voor de vergaderingen van Provinciale Staten van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 43 Procedure besloten Statenvergadering
Provinciale Staten kunnen in beslotenheid vergaderen. Hiervoor gelden de bepalingen zoals opgenomen in de Provinciewet. Het protocol geheimhouding GS en PS Provincie Utrecht maakt onderdeel uit van dit Reglement van Orde.
Artikel 44 Geheimhouding Provinciale Staten
Voor de afloop van de besloten Statenvergadering beslissen Provinciale Staten, overeenkomstig artikel 25 eerste lid van de Provinciewet, of voor de inhoud van de stukken en het behandelde geheimhouding zal gelden.
Hoofdstuk 8 Instrumenten van Statenleden
Artikel 47 Schriftelijke vragen
Is beantwoording binnen deze termijn niet mogelijk, dan informeren Gedeputeerde Staten de indiener over de reden van de termijnoverschrijding en geven aan op welke termijn Gedeputeerde Staten of de commissaris van de Koning de vragen beantwoorden. De overige leden van Provinciale Staten worden hierover ook geïnformeerd.
Artikel 55 Verslag en verantwoording bij lidmaatschap van andere organisaties
Een Statenlid of een lid van het college, dat door de Staten is aangewezen tot lid van het (algemeen) bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het (algemeen) bestuur aan de orde zijn geweest. De bespreking van dit verslag kan plaatsvinden in de betreffende Statencommissie.
Provinciewet art. 167-1: Gedeputeerde staten en elk van hun leden afzonderlijk zijn aan Provinciale Staten verantwoording verschuldigd over het door hen gevoerde bestuur.
Art. 167-2: Zij geven Provinciale Staten alle inlichtingen die Provinciale Staten voor de uitoefening van hun taak nodig hebben.
Art. 167-3: Zij geven Provinciale Staten mondeling of schriftelijk de door één of meerdere leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
Art. 167-4: Zij geven Provinciale Staten vooraf inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 158, eerste lid, onder e, f en h, indien Provinciale Staten daarom verzoeken of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de provincie. In het laatste geval nemen Gedeputeerde Staten geen besluit dan nadat Provinciale Staten hun wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van Gedeputeerde Staten hebben kunnen brengen.
Art. 167-5: Indien de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 158, eerste lid, onder f, geen uitstel kan lijden, geven zij in afwijking van het vierde lid Provinciale Staten zo spoedig mogelijk inlichtingen over de uitoefening van deze bevoegdheid en het ter zake genomen besluit.
9.2 Vergaderplanning en agenda Statencommissie
Artikel 61 Vergaderplanning Statencommissies
Extra commissievergaderingen worden in overleg met het Presidium ingepland. Dit kan op voorstel van de commissievoorzitter of indien een derde deel van het aantal fracties dat in Provinciale Staten is vertegenwoordigd het onder opgaaf van redenen aan de commissievoorzitter vraagt.
9.3 Vergadering Statencommissie
Indien een half uur na de opening van de vergadering het vereiste aanwezige aantal fracties nog niet aanwezig is, bepaalt de voorzitter in overleg met de leden of de vergadering wordt uitgesteld. Indien gekozen wordt voor uitstel, dan bepaalt de voorzitter dag en tijdstip van de nieuwe vergadering. Deze dag en tijdstip liggen tenminste 48 uur na de uitgestelde vergadering.
Als conform het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, dan is in die vergadering de aanwezigheid van een derde deel van het aantal fracties voldoende om te besluiten over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld. Dit geldt ook als de vergadering niet wordt uitgesteld.
9.3.1 Spreekregels commissievergadering
Artikel 67 Spreken in de vergadering
Een Statenlid en een Gedeputeerde spreken niet eerder dan nadat de voorzitter hen het woord heeft verleend.
De voorzitter kan interrupties toelaten. Interrupties vinden plaats via de voorzitter en bestaan uit korte opmerkingen of vragen zonder inleiding.
Artikel 72 Spreekrecht belangstellenden
Belangstellenden kunnen zich tot de commissievoorzitter richten met het verzoek om in de Statencommissie te mogen spreken over onderwerpen die behoren tot het terrein van de betrokken commissie. Dit verzoek wordt uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de vergadering bij de commissiegriffier ingediend.
Verzoeken met betrekking tot punten die niet op de agenda staan, maar wel op het terrein van de commissie liggen, worden ten minste een week voor de vergadering ingediend bij de commissiegriffier. Het betreffende punt wordt dan aan de agenda toegevoegd. De voorzitter kan besluiten het punt niet in de eerstvolgende vergadering aan de orde te stellen, als dat vanuit het oogpunt van een adequate voorbereiding beter is. Hiervan is in ieder geval sprake als het betreffende punt reeds voor een volgende vergadering is geagendeerd.
Artikel 73 Werkwijze inspreken belangstellenden
Insprekers als bedoeld in artikel 72 worden door de commissievoorzitter in de gelegenheid gesteld om hun zienswijzen mondeling toe te lichten. De commissie wordt daarna in de gelegenheid gesteld om eventuele vragen te stellen aan de inspreker. Daarbij gaan de Statenleden niet in discussie met de inspreker.
Hoofdstuk 10 Besloten vergadering Statencommissies
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van orde voor de vergaderingen van Statencommissies van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Hoofdstuk 12 Overgangs- en slotbepalingen
Provinciale Staten kunnen altijd besluiten van de bepalingen van dit reglement af te wijken mits twee derde van de leden het daarmee eens is en op voorwaarde dat de afwijking niet in strijd is met de wet.
Het Reglement van orde provincie Utrecht 2003 en alle navolgende wijzigingen hiervan worden ingetrokken.
Dit reglement treedt in werking met ingang van 10 december 2020. Als het provinciaal blad waarin dit reglement wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 9 december 2020, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst, en werkt dit reglement terug tot en met 10 december 2020.
Bijlage bij Reglement van Orde provincie Utrecht 2020
Processtappen screeningsprocedure kandidaat gedeputeerden