Organisatie | Tiel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van parkeerbelastingen (Verordening Parkeerbelastingen 2021) |
Citeertitel | Verordening Parkeerbelastingen 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 20 januari 2021.
artikel 225 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-01-2021 | bijlage 1 | 20-01-2021 | Regelgevingregister 2021, nr. 1.04 | ||
23-12-2020 | 29-01-2021 | nieuwe regeling | 16-12-2020 | Regelgevingregister 2020, nr. 1.47 |
Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
kentekenparkeren: het systeem, waarbij het kenteken van het motorvoertuig bij de ingang van het daartoe aangewezen parkeerterrein door middel van camera's wordt geregistreerd in een centrale database en waarbij aan degene als bedoeld in artikel 3, lid 1 t/m 3, na afloop van het parkeren, door middel van het invoeren van het kenteken van het motorvoertuig in de parkeerapparatuur, de verschuldigde parkeerbelasting over de verstreken parkeertijd bekend wordt gemaakt.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang dan wel afloop van het parkeren in werking stellen van parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer, dan wel indien op het betreffende parkeerterrein de verschuldigde belasting wordt vastgesteld volgens het systeem van het Kentekenparkeren.
Indien wordt geparkeerd op parkeerapparatuurplaatsen is geen parkeerbelasting verschuldigd indien een Europese gehandicaptenparkeerkaart van buitenaf duidelijk leesbaar achter de voorruit van het motorvoertuig is aangebracht, met dien verstande dat wel parkeerbelasting is verschuldigd op parkeerterreinen, waarop het Kentekenparkeren, zoals omschreven in artikel 1, lid i, van deze verordening, van toepassing is.
Artikel 8 Termijnen van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren; op een met één of meerdere slagbomen ingericht parkeerterrein, dan wel op een parkeerterrein, waarop het systeem van Kentekenparkeren van toepassing is, dient de belasting bij afloop van het parkeren te worden betaald.
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschied door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer.
Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 65,30.
De “Verordening Parkeerbelastingen 2020”, vastgesteld d.d. 13 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Bijlage 1 Tarieventabel Parkeerbelastingen 2021
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur bedraagt bij parkeerapparatuur, geschikt voor een parkeertijd van maximaal:
45 minuten, € 3,10 per uur in de volgende straten:
Damstraat, Gasthuisstraat, Hoogeinde, Oliemolenwal en Vleesstraat
60 minuten, € 3,10 per uur in het Molenstraatje
90 minuten, € 3,10 per uur in de volgende straten:
Achterweg, Ambtmanstraat, Andreashage, Binnenmolenstraat, 1e Bleekveldstraat, Kalverbos, Kromme Elleboog, St. Walburg, St. Walburgbinnensingel, St. Walburgkerkpad, Westluidensestraat, Zoutkeetstraatje.
Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur bedraagt bij parkeerapparatuur, geschikt voor een onbeperkte parkeertijd, € 1,70 per uur op de volgende parkeerterreinen:
Burgemeester Hasselmanplein, Poort van Santwijck, Het Taluud, Oude Haven, Veemarkt en Waalkade/Veerweg en in de parkeergarage Westluidense Poort aan de Rechtbankstraat.
De tarieven zoals genoemd in de onderdelen 1 en 2 zijn verschuldigd op maandag tot en met zaterdag van 08:00 uur tot 18:00 uur en op donderdagavond van 18.00 uur tot 21.00 uur.
Van 18:00 uur tot 22:00 uur bedraagt het tarief voor parkeergarage Westluidense Poort € 1,00 per uur.
In parkeergarage Westluidense Poort is er vanaf 17.00 uur een avondkaart beschikbaar voor parkeren van 17.00 uur tot 22.00 uur. Deze kaart dient vooraf afgerekend te worden, het tarief bedraagt € 3,90 per avondkaart.
Het tarief voor het verlenen van een bedrijfsvergunning voor de schil, als bedoeld in artikel 1 onder letter k van de vigerende Parkeerverordening, alsmede de terreinenaan de Konijnenwal, het Burg. Hasselmanplein, de Brugstraat en het Taluud, als bedoeld in artikel 3.3.c van de vigerende Parkeerverordening (categorie III) bedraagt per jaar € 275,15.
Het tarief voor een digitale bezoekersregeling, als bedoeld in artikel 3.3.g van de vigerende Parkeerverordening (categorie VII), bedraagt per uur € 0,15.
Er wordt per minuut afgerekend.
De digitale bezoekersregeling geldt niet voor de terreinen Oude Haven, Poort van Santwijck en de parkeergarage Westluidense Poort.
Het tarief voor een bezoekerspas (boekje met 10 kraskaarten) als bedoeld in artikel 3.3.g van de vigerende Parkeerverordening (categorie VII, bezoekers in de schil), alsmede voor een bezoekerspas (10 bezoekerskraskaart), bestemd voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen bedraagt € 12,40.
De bezoekerskraskaarten gelden niet voor de terreinen Oude Haven, Poort van Santwijck en de parkeergarage Westluidense Poort.
Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, lid 4 van de verordening in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de parkeerbelasting verminderd voor zoveel volle kalendermaanden als er in dat jaar, na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Behoort bij het raadsbesluit van 16 december 2020