Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Westervoort

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWestervoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021)
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2020nieuwe regeling

14-12-2020

gmb-2020-342222

Z/20/071207‎

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Westervoort houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing (Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021)

De raad besluit

Vast te stellen de navolgende Verordening reinigingsrechten en afvalstoffenheffing 2021

 

Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021

 

 

Begripsomschrijvingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Algemeen

Artikel 1.

Krachtens deze verordening worden geheven:

  • a.

    een afvalstoffenheffing;

  • b.

    reinigingsrechten.

Hoofdstuk 1 Afvalstoffenheffing

Artikel 2. Aard van de belasting en belastbaar feit.

  • 1.

    Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3. Belastingplicht.

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief.

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingjaar.

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6. Wijze van heffing.

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 7. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang.

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.

Artikel 8. Termijnen van betaling.

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 4.

    Indien de automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige als bedoeld in het derde lid driemaal niet kan plaatsvinden dan wordt deze van gemeentewege stopgezet. De aanslagen moeten hierna worden betaald ingevolge het gestelde in het eerste lid.

Hoofdstuk 2 Reiningsrechten

Artikel 9 Belastbaar feit

Onder de naam ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichten die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 10 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 11 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 12 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 13 Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 16 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 125,- doch minder dan € 2.500,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 4.

    Indien de automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige als bedoeld in het derde lid driemaal niet kan plaatsvinden dan wordt deze van gemeentewege stopgezet. De aanslagen moeten hierna worden betaald ingevolge het gestelde in het eerste lid.

Artikel 9. Overgangsrecht.

De “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020”, van 9 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10. Inwerkingtreding.

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 11. Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2021”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad voornoemd d.d. 14 december 2020,

de griffier,

mr. M. Smits - Jansen

de voorzitter,

drs. A.J. van Hout

Bijlage 1 TARIEVENTABEL 2021

 

Hoofdstuk 1: Tarieven afvalstoffenheffing

 

 

 

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

173,46

 

 

 

 

2.1

Onverminderd het bepaalde in lid 1 van dit artikel, bedraagt de belasting per lediging van:

 

 

2.2

een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen:

9,99

2.3

een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen:

8,02

 

 

 

 

3.1

in afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 van dit artikel, bedraagt het belastingtarief voor belastingplichtigen, aan wie een verzamelcontainer beschikbaar is gesteld:

 

 

 

 

273,76

 

 

 

 

4.1

In afwijking van het bepaalde in lid 3.1 van dit artikel, bedraagt het belastingtarief voor alleenwonenden en aan wie een verzamelcontainer beschikbaar is gesteld:

 

205,33

4.2

indien zij op 1 januari van enig belastingjaar alleenwonend zijn, 75% van het belastingtarief genoemd in lid 3.1 van dit artikel, Het belastingtarief bedraagt dan:

 

 

205,33

4.3

Het tarief voor het ophalen van grofvuil bedraagt

26,00

 

 

 

 

5

Bij gebruik van een ondergrondse container gelden de volgende tarieven

 

 

5.1

De belasting bedraagt per perceel

173,46

5.2

De kosten per registratie/vuilniszak bedragen

1,12

5.3

De kosten voor de vervanging van een afvalpas/pasje voor een ondergrondse container bedraagt

 

 

10,00

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2: Tarieven reinigingsrechten

 

 

 

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar:

 

173,46

2.1

Onverminderd het bepaalde in lid van dit artikel, bedraagt de belasting per lediging van:

 

 

2.2

een container van 240 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen:

9,99

2.3

een container van 140 liter, bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen:

8,02

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3: Diversen

 

3.1

Wisseling van een mini-container per container1

14,00

 

Hoofdstuk 4: Tarieven en acceptatiecriteria Afvalbrengstation (Arnhem- Noord) Westervoort

Gratis afvalsoorten

Acceptatiecriteria

Tarief

Opmerkingen

Papier en karton

Gratis

-

Geen plastics, sanitair papier, behang, foto's, koffiefilters e.d.

Glas

Gratis

-

Flessen en ander verpakkingsglas

Vlakglas (schoon)

Gratis

-

Venster-,dubbel-,draad-, gekleurd of gefigureerd glas

Spiegelglas (schoon)

Gratis

-

Spiegels, geen lijsten of andere materialen

Afgedankte elektrische en elektronische apparaten

Gratis

-

Complete apparaten

Textiel

Gratis

-

In gesloten zakken aanleveren

Klein chemisch afval

Gratis

-

 

Luiers

Gratis

-

 

Grof tuinafval

Gratis

 

Takken en overig groenafval, geen graszoden

Metaal

Gratis

-

Geen autowrakken, vaten (mits leeg en schoon)

Gasflessen

Gratis

-

Max. kniehoogte

Brandblussers

Gratis

-

CO2, Poeder, Halon e.d.

Asbest

 

€ 2,40 per strekkende meter inpakfolie

Aanlevering met asbestformulier gemeente Westervoort, in daarvoor bestemde verpakkingsmaterialen

Frituurvet

Gratis

-

In de originele (plastic) verpakking, geen glazen verpakkingen

PMD (verpakkingen van plastic, metaal en drankkartons)

Gratis

 

 

Autobanden zonder velg

Gratis

-

Betreft standaard autoband

Piepschuim/EPS

Gratis

-

 

Gelimiteerde afvalsoorten

Acceptatiecriteria € 5 per bezoek (max. 6 keer per jaar) plús:

Tarief boven gratis hoeveelheid/ Vanaf het 7e bezoek *

Opmerkingen

Autobanden met velg

Per band € 2,10

Per band € 2,10

 

Overige banden

Per band € 53,-

per band € 53,-

vrachtwagenband, tractorband

Geïmpregneerd hout

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 15,75

Tuinhekken, speeltoestellen, tuinmeubelen

Bielzen

2 stuks gratis

Per biels € 8,50

 

Dakgrind

Per ¼ m³ € 37,--

Per ¼ m³ € 37,--

Schoon dakgrind, geen resten van dakleer e.d.

Dakbedekking mix.

Per ¼ m³ € 63,25

Per ¼ m³ € 63,25

Teerhoudende dakbedekking, dakgrind, bitumen

Gasbeton

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 37,--

 

Gips

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 37,--

 

Grond

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 15,75

Niet verontreinigd, maximaal 10% puin

Isolatiemateriaal

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 15,75

 Steenwol

Puin (schoon)

2 emmers

Per ¼ m³ € 5,25

Maximaal 5% vervuild, geen asbest, dakbedekkingsmaterialen e.d.

Puin (vervuild)

2 emmers

Per ¼ m³ € 15,75

Vervuiling groter dan 5%, geen asbest, dakbedekkingsmaterialen e.d.

Grof restafval (brandbaar)

Gratis tot 1 m³

Per ¼ m³ € 5,25

Ook matrassen, bankstel

Hout-, bouw- en sloopafval

Gratis tot ¼ m³

Per ¼ m³ € 15,75

Sloophout, houten kozijnen, pallets e.d.

Hout huishoudelijk

Gratis tot 1 m³

Per ¼ m³ € 15,75

Houten meubels (geen rotan), kasten e.d.

Vloerbedekking

Gratis tot 1 m³

Per ¼ m³ € 5,25

 

Huisvuil

Per zak/doos € 2,50

Per zak/doos € 2,50

 

* Vanaf het 7e bezoek per jaar betaalt u meteen de standaardtarieven, dus geen starttarief van € 5,-.


1

Afspraak met Suez