Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Weesp

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWeesp
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2021
CiteertitelVerordening marktgelden 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2020Nieuwe regeling

16-12-2020

gmb-2020-342160

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2021

De raad van de gemeente Weesp;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt verstaan onder:

a.

dag:

een periode van 24 aanééngesloten uren, aanvangende te 00.00 uur;

b.

dagplaats:

een marktplaats die per dag beschikbaar wordt gesteld;

c.

kwartaal:

een periode van drie aanééngesloten kalendermaanden;

d.

markt:

de warenmarkten die plaatsvinden op de bij of krachtens de ‘Marktverordening gemeente Weesp 2010’ vastgestelde dag, tijd en plaats;

e.

marktplaats:

standplaats op de markt, zijnde de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

f.

standplaats buiten de markt:

de ruimte voor de verkoop van diverse goederen, zoals bloemen, fruit, versnaperingen, frituren, vis en tijdschriften al dan niet met behulp van een kraam, kiosk, (verkoop)wagen, tent, caravan of ander opstal, buiten de markt als bedoeld onder d;

g.

standwerkerplaats:

de marktplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

h.

vaste marktplaats:

de marktplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

i.

week:

een periode van zeven aaneengesloten dagen

Artikel 2 Aard van heffing en het belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ worden rechten geheven terzake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een marktplaats of een standplaats buiten de markt in de openbare ruimte, voor het uitoefenen van handel en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie de marktplaats of standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Heffingsgrondslag

  • 1.

    Heffingsgrondslag van het marktgeld is het aantal eenheden, vastgesteld aan de hand van de tot deze verordening behorende tarieventabel met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden.

  • 2.

    De afmeting van een plaats, uitgedrukt in vierkante meters, wordt bepaald op het product van de grootste lengte en de grootste breedte van de markt- of standplaats.

  • 3.

    Een gedeelte van een eenheid wordt voor een geheel gerekend.

Artikel 5 Belastingtarieven

  • 1.
    • a.

      Marktgeld wordt berekend aan de hand van de in de tot deze verordening behorende tarieventabel opgenomen tarieven, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in de volgende leden;

    • b.

      Over de tarieven vermeld onder 1.4 tot en met 1.7 (stroomverbruik) wordt omzetbelasting (BTW) in rekening gebracht.

  • 2.

    Voor de toepassing van de tarieven worden gedeelten van een dag, week of een kwartaal voor een gehele dag, onderscheidenlijk een geheel kwartaal gerekend.

  • 3.

    De in de tot deze verordening behorende tarieventabel vermelde:

    • a.

      dagtarieven vinden toepassing ten aanzien van dagplaatsen, standwerkerplaatsen en standplaatsen buiten de markt waarvoor een vergunning is verleend voor een tot vier aaneengesloten dagen;

    • b.

      weektarieven vinden toepassing ten aanzien van standplaatsen buiten de markt welke een vergunning hebben voor tenminste vier aaneengesloten dagen gedurende maximaal drie aaneengesloten maanden;

    • c.

      kwartaaltarieven vinden toepassing ten aanzien van vaste marktplaatsen en ten aanzien van standplaatsen buiten de markt welke een vergunning hebben voor tenminste drie aaneengesloten maanden.

Artikel 6 Wijze van heffing, tijdstip van verschuldigdheid en betaling

  • 1.

    Het marktgeld wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het marktgeld, berekend naar de in artikel 5, derde lid, onderdeel a, bedoelde dagtarieven, geheven bij wege van schriftelijke kennisgeving.

  • 3.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de onder de in het eerste en tweede lid bedoelde gelden als volgt worden voldaan:

    • a.

      het bij wege van aanslag geheven marktgeld is verschuldigd bij de aanvang van de week of het kwartaal of – zo dit later is – bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde genot en dient te worden betaald binnen uiterlijk één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet;

    • b.

      het bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven marktgeld is verschuldigd en dient te worden betaald bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde genot.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 7 Teruggaaf en ontheffing

  • 1.

    Teruggaaf van marktgeld, berekend naar de in artikel 5, derde lid, onderdeel c, bedoelde kwartaaltarieven worden verleend tot het op de voet van het tweede lid gerekende bedrag indien:

    • a.

      de belastingplichtige in de loop van het kwartaal overlijdt;

    • b.

      de ter beschikkingstelling van de markt- of standplaats in de loop van het kwartaal door schriftelijke opzegging door de belastingplichtige dan wel door doorhaling op de lijst van vaste marktplaatshouders door burgemeester en wethouders is beëindigd;

    • c.

      de belastingplichtige aantoont, dat hij ten gevolge van ziekte gedurende een aanééngesloten periode van tenminste 6 weken een ter beschikking gestelde markt- of standplaats niet heeft kunnen innemen en dat hij gedurende die periode de markt- of standplaats niet door een ander op grond van een vervangvergunning heeft laten innemen.

  • 2.

    Het terug te geven bedrag wordt berekend aan de hand van de formule;

    waarin:

    T is het terug te geven bedrag;

    K is het over een kwartaal verschuldigde bedrag;

    D is het aantal dagen waarop de markt- of standplaats niet is ingenomen door de   belastingplichtige of door een ander op grond van een vervangvergunning;

    A is het aantal marktdagen of vergunde standplaatsdagen in een kwartaal.

  • 3.

    Ontheffing van marktgeld, berekend naar de in artikel 5, derde lid, onderdeel b, bedoelde kwartaaltarieven wordt over de nog niet aangevangen kwartalen van een kalenderjaar verleend indien:

    • a.

      de belastingplichtige is overleden;

    • b.

      de terbeschikkingstelling van de standplaats door schriftelijke opzegging door de belastingplichtige dan wel door doorhaling op de lijst van vaste marktplaatshouders door burgemeester en wethouders is beëindigd;

    • c.

      de belastingplichtige aannemelijk maakt dat hij ten gevolge van ziekte de ter beschikking gestelde markt- of standplaats niet zal innemen en dat hij die markt- of standplaats niet door een ander op grond van een vervangvergunning zal kunnen laten innemen.

  • 4.

    De ontheffing als bedoeld in het derde lid, onderdeel c, wordt verleend voor de vermoedelijke duur van de ziekte, met overeenkomstige toepassing van het tweede lid.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

De ‘Marktgeldverordening 2020’ vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 12 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkintreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2021’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2020,

de raad voornoemd,

M. vanEngelshoven

griffier

B.J. vanBochove

voorzitter

Tarieventabel

 

Behorende bij de ‘Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2021’, vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 16 december 2020.

Tarieventabel Marktgelden

 

Categorie

Omschrijving

Eenheid

Tarief

1.1

A

Dagplaats of standwerkerplaats

 

 

1.1.1

 

Per dag

per m2

€ 0,82

1.2

B

Vaste marktplaats

 

 

1.2.1

 

Per kwartaal

per m2

€ 9,34

1.3

C

Standplaats buiten markt

 

 

1.3.1

 

Per dag

per m2

€ 1,84

1.3.2

 

Per week (4 tot en met 7 dagen)

per m2

€ 7,36

1.3.3

 

Per kwartaal, per weekdag

per m2

€ 20,96

 

 

 

 

 

1.4

1

Stroomverbruik

 

 

 

 

Per dag

per marktplaats

€ 1,99 ex Btw

1.5

2

Stroomverbruik

 

 

 

 

Per dag

per marktplaats

€ 5,36 ex Btw

1.6

3

Stroomverbruik

 

 

 

 

Per dag

per marktplaats

€ 8,05 ex Btw

1.7

4

Stroomverbruik

 

 

 

 

Per dag

per marktplaats

€ 13,41 ex Btw

 

Aanwijzingen bij de Tarieventabel.

De categorieën voor stroomverbruik kunnen als volgt worden omschreven:

Categorie 1:

minimale stroomverbruikers, zoals verlichting en/of een kleine radio.

Categorie 2:

lichte stroomverbruikers zoals weegschalen, koffiezetapparaten, veelal in combinatie met categorie 1.

Categorie 3:

gemiddelde stroomverbruikers, zoals koeling van een koelwagen, veelal in combinatie met categorie 1 en 2.

Categorie 4:

zware stroomverbruikers, zoals koeling en bakken, braden of frituren, veelal in combinatie met categorie 1 en 2.

 

Voor eensluidend afschrift,

 

De griffier,

M. vanEngelshoven