Organisatie | Noardeast-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | De Gemeentelijke verordening geurhinder en veehouderij Kollumerland c.a. geldend te verklaren voor de gemeente Noardeast-Fryslân. |
Citeertitel | De gemeentelijke verordening geurhinder en veehouderij Kollumerland c.a. geldend te verklaren voor de gemeente Noardeast-Fryslân |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Adressenlijsten |
Geen
artikel 29 van de Wet algemene regels herindeling
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 16-12-2020 |
De raad van de gemeente Noardeast-Fryslân,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.25 november 2020;
gelet op het bepaalde in artikel 29 Wet Arhi,
De Gemeentelijke verordening geurhinder en veehouderij Kollumerland c.a. geldend te verklaren voor de gemeente Noardeast-Fryslân. De adressenbijlagen van de geurverordening van voormalig gemeenten Dongeradeel en Ferwerderadiel hiervan onderdeel uit te laten maken. .
Aldus besloten door de raad van de gemeente Noardeast-Fryslân in zijn openbare vergadering
d.d. 16 december 2020.
De raad voornoemd,
de griffier, mw T. Toren
de voorzitter, mr J.G. Kramer
- ingevolge artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij -
Onder bebouwde kom wordt in deze verordening verstaan:
• Een gebied met overwegend een woon- en verblijffunctie, waar op het moment van inwerkingtreding van deze verordening meer dan 10 woningen binnen een straal van 100 meter van de meest nabijgelegen gevel van het dierenverblijf dan wel op grond van het geldende bestemmingsplan zijn toegestaan.
Voor de overige van toepassing zijnde definities wordt aangesloten bij de definities genoemd in de Wet geurhinder en veehouderij.
1. Voor de bijgaande inventarisatielijst (bijlage 1) en op de situatietekening (bijlage 2) voorkomende adressen geldt dat de afstand tussen de veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriele regeling een geur emissiefactor is vastgesteld, en een geurgevoelig object minimaal moet bedragen: