Organisatie | Buren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting gemeente Buren 2021 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting gemeente Buren 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regeling | 17-12-2020 | Z.026017 |
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 4 Maatstaf van de heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.
Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1,eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 4 op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld. Bij de forfaitaire vaststelling wordt het aantal overnachtingen gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten, overeenkomstig het bepaalde in het derde tot en met vijfde lid.
Het aantal malen dat door de in het derde lid bedoelde personen is overnacht, wordt:
ingeval verblijf wordt gehouden in kampeermiddelen op vaste standplaatsen welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:
ten hoogste 3 maanden bepaald op werkelijk aantal overnachtingen
meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 35
meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 40
meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 45
Artikel 6 Opteren voor niet-forfaitaire heffingsmaatstaf
In afwijking van het bepaalde in artikel 5 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de heffingsmaatstaf vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 5 berekende aantal.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien (10) zal of heeft bedragen.
De belastingplichtige in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden de verblijfhouder te registreren in een daarvoor bestemd nachtregister.
2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.
Bij de invordering van de op basis van deze verordening geheven belasting wordt geen kwijtschelding verleend.
De 'Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2020’ vastgesteld op 17 december 2019 in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Buren, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben n voorgedaan.