Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Roermond

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening op de rekenkamercommissie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRoermond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening op de rekenkamercommissie)
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de Rekenkamercommissie.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81o van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-12-2020nieuwe regeling

17-12-2020

gmb-2020-341427

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening op de rekenkamercommissie)

De raad van de gemeente Roermond,

 

 

gezien het voorstel van de griffier van 17 november 2020 inzake wijziging van de Verordening op de Rekenkamercommissie.

 

gelet op het bepaalde in artikel 81o van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 30 november 2020,

 

besluit :

over te gaan tot intrekking van de Verordening op de Rekenkamercommissie zoals vastgesteld door de raad op 3 juli 2014 (2014/050/1) onder gelijktijdige vaststelling van de gewijzigde Verordening op de Rekenkamercommissie luidende;

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: de Gemeentewet;

  • b.

    Raad: de gemeenteraad van Roermond;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Roermond;

  • d.

    Commissie: de rekenkamercommissie van Roermond;

  • e.

    Leden: de (interne en externe) leden van de commissie;

  • f.

    Voorzitter: de voorzitter van de commissie.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    De commissie wordt ingesteld door de raad.

  • 2.

    De commissie is samengesteld uit 3 interne leden uit de raad en 3 leden die door de raad extern worden geworven.

Artikel 3 Benoeming en zittingsduur leden

  • 1.

    De raad benoemt de externe leden van de commissie op voordracht van een door de commissie Bestuur en Middelen voor dit doel in het leven geroepen werkgroep.

  • 2.

    De zittingsduur van de interne leden is gelijk aan de zittingsduur van de raad. De zittingsduur van de externe leden is zes jaar. Zij zijn eenmaal herbenoembaar.

  • 3.

    Tenminste een half jaar voorafgaande aan de afloop van de benoemingsperiode van een extern lid maakt de commissie aan de raad kenbaar of het betreffende lid voor een eventuele herbenoeming opteert.

  • 4.

    Met betrekking tot de externe leden is artikel 81g van de Wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Voorzitter: benoeming, vervanging en taken

  • 1.

    De commissie benoemt de voorzitter uit de externe leden.

  • 2.

    Voorafgaande aan de benoeming kan de raad overleg plegen met de commissie.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldig onderzoeksproces en de besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 4.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid als zodanig op. Als alle externe leden een gelijke zittingsperiode hebben, treedt het oudste externe lid in jaren als voorzitter op.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad kan de leden ontslaan of hen op non-activiteit stellen. De commissie bericht de raad indien hij een extern lid op non-activiteit kan stellen.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 3.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      na ommekomst van de benoemingstermijn, zoals vermeld in artikel 3 lid 2 en er geen voorstel tot herbenoeming wordt gedaan;

    • c.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

Artikel 6 Vergoedingen externe leden commissie

  • 1.

    De externe leden ontvangen een vergoeding van € 250 per bijgewoonde vergadering. Zij kunnen de daarmee verband houdende reiskosten declareren.

  • 2.

    Indien een onderzoek van de commissie uitgevoerd of mede uitgevoerd wordt door een of meer externe leden van de commissie, zoals bepaald in artikel 10, lid 7 van deze verordening, kan daarvoor een vergoeding worden gedeclareerd tegen een tarief van € 80 (exclusief BTW) per uur overeenkomstig het bepaalde voor deze werkwijze in het Reglement van Orde van de commissie.

  • 3.

    De in de voorgaande leden genoemde vergoedingen komen ten laste van het budget van de commissie.

  • 4.

    De in de eerste twee leden genoemde bedragen worden ieder kalenderjaar aangepast op basis van het prijsindexcijfer van het CBS.

Artikel 7 De secretaris van de commissie

  • 1.

    De raad benoemt in overleg met de commissie een medewerker van de griffie tot secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de aan hem toebedeelde taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt in overleg met de voorzitter zorg voor o.a. de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderzoekplanning, soorten onderzoek, opstellen onderzoeksopzet

  • 1.

    De commissie kan voor onderscheidene onderwerpen verschillende soorten onderzoek uitvoeren. Deze soorten worden in het Reglement van orde nader beschreven.

  • 2.

    De commissie stelt een onderzoek planning voor twee kalenderjaren op. Daarbij geeft de commissie aan welk soort onderzoek bij ieder onderwerp toegepast zal worden. Over de in de planning op te nemen onderzoeksonderwerpen hoort de commissie de raad, het college en zo nodig de auditcommissie en eventuele betrokken maatschappelijke organisaties.

  • 3.

    De commissie gaat bij de verschillende in de planning opgenomen onderwerpen na of deze eventueel met een of meerdere andere rekenkamer(commissie)s uitgevoerd kunnen worden.

  • 4.

    De commissie stelt de in het tweede lid genoemde partijen in kennis van de vastgestelde onderzoekplanning.

  • 5.

    De commissie werkt voor een voorgenomen onderzoek de concrete onderzoeksopzet uit, een en ander overeenkomstig de in het Reglement van orde vastgelegde werkwijze. De uitgewerkte onderzoeksopzet wordt ter kennisneming aan de raad en het college gestuurd.

  • 6.

    De raad kan los van de vastgestelde onderzoekplanning een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie zal binnen een maand gemotiveerd aangeven of aan een dergelijk verzoek wel of niet tegemoetgekomen zal worden.

Artikel 10 Werkwijze bij onderzoeken

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de zorgvuldige uitvoering, rapportering over en de nadere informatieverschaffing van de uit te voeren onderzoeken.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het college, de raad en de raadscommissies en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De in dit lid genoemde personen zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zo vaak als zij het nodig acht voor de begeleiding van en nadere besprekingen over de inhoud en voortgang van de uit te voeren onderzoeken.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    De commissie kan voor de uitvoering van een onderzoek kiezen tussen de inzet van externe deskundigen dan wel van externe leden van de commissie. Ook kan de commissie kiezen voor een combinatie van de genoemde inzet. Een en ander overeenkomstig de daarover in het reglement van orde vastgestelde procedures en werkwijzen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      opleidingskosten van leden van de commissie;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie stelt ieder jaar een verslag aan de raad ter beschikking waarin verantwoording wordt afgelegd over de in het voorgaande jaar uitgevoerde onderzoeken en de besteding van het budget.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze (gewijzigde) verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Roermond in zijn openbare vergadering van 17 december 2020.

De griffier, J. Vervuurt

De voorzitter, M.J.D. Donders – de Leest