Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rhenen

Gemeente Rhenen - Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRhenen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Rhenen - Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2021
CiteertitelVerordening precariobelasting buizen, kabels, draden of leidingen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Verordening precariobelasting buizen, kabels, draden of leidingen 2020 wordt ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 228 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-2020nieuwe verordening

15-12-2020

gmb-2020-341399

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Rhenen - Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2021

De raad van de gemeente Rhenen,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020

 

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen 2021

 

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • maand: een kalendermaand;

  • jaar: een kalenderjaar.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.

  • 2.

    Ter zake van andere voorwerpen dan de in lid 1 genoemde voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is de Verordening precariobelasting 2021 en de bijbehorende tarieventabel van toepassing.

 

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Ter zake van buizen, kabels, draden of leidingen ter zake waarvan op grond van de Gaswet of de Elektriciteitswet een netbeheerder is aangewezen, wordt de precariobelasting geheven van de door de minister aangewezen netbeheerder.

  • 2.

    In alle andere gevallen wordt de precariobelasting geheven van degene die de buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:

  • a.

    voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • b.

    buizen in de grond, tot aansluiting op het openbaar hemelwaterstelsel, het openbaar ontwateringsstelsel of het openbaar vuilwaterriool.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

Het tarief bedraagt voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen per strekkende meter per jaar € 2,25, met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.

 

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

Voor de berekening van de precariobelasting wordt een gedeelte van een strekkende meter als een volledige strekkende meter aangemerkt.

 

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan een kalenderjaar.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De precariobelasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

  • 5.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting aangemerkt als één belastingbedrag.

 

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslag moet worden betaald in één termijn, welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Overgangsrecht

De ‘Verordening precariobelasting buizen, kabels, draden of leidingen 2020’ van 10 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening precariobelasting buizen, kabels, draden of leidingen 2021’.

 

De raadsgriffier,

de voorzitter,

Ir. C.A.M. Apell

drs. J.A. van der Pas

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2020