Organisatie | Enschede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2021 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Deze regeling vervangt de Verordening begraafplaatsrechten 2020
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 15-12-2020 |
“Bos van Herinnering” op de Westerbegraafplaats: een locatie waar ter nagedachtenis en/of voor verstrooiing van as van overledenen een boom kan worden geplant.
VH (Vlinderhof) - gedenkplaats: een gedenkplek in de Kinderhof bestemd voor het daarin begraven dan wel bijzetten van een urn of verstrooien van as van een foetus tot en met de 24ste week van de zwangerschap. Uitgegeven voor 5 jaar. LJG graf: een op het aan de Liberaal Joodse Gemeente toegewezen gedeelte van de Westerbegraafplaats gelegen particulier graf van minimaal 2.00 x 1.00 meter, bestemd voor het begraven van één lijk per graf en uitgegeven voor 40 jaar;
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraaf- en gedenkplaatsen en voor het genot van door of vanwege de gemeente verlenen van diensten op de begraaf- en gedenkplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld.
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 6.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel behorende bij de verordening begraafplaatsrechten 2021