De Raad van de gemeente Schinnen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
gezien het advies van de Raadscommissie zorg van
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand, artikel 1a van de Wet
Voorzieningen Gehandicapten en met inachtneming van artikel 150 van de
Gemeentewet;
B e s l u i t :
vast te stellen de
“Verordening cliëntenparticipatie gemeente Schinnen”.
Paragraaf 1: Algemeen
artikel 1 begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
a.
|
cliënten
|
belanghebbenden zoals bedoeld in de Wet werk en
bijstand en de Wet voorzieningen gehandicapten;
|
b.
|
organisaties
|
organisaties die blijkens hun doelstelling of
werkwijze de belangen van (bepaalde groepen)
cliënten behartigen;
|
c.
|
college
|
het college van burgemeester en wethouders van
Schinnen;
|
d.
|
cliëntenraad
|
het adviesorgaan dat adviseert met betrekking tot
het beleid en uitvoering inzake de uitkeringen of
voorzieningen ingevolge de wetten en regelingen die
ter uitvoering aan de afdeling welzijn en sociale
zaken zijn opgedragen alsmede op die terreinen die
direct en indirect de leefsfeer van gehandicapten
raken;
|
|
|
|
e.
|
afdeling welzijn en sociale zaken
|
de afdeling welzijn en sociale zaken van de gemeente
Schinnen.
|
Artikel 2 doelstelling
- 1.
Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten en
vertegenwoordigers van belangenorganisaties invloed moeten kunnen
uitoefenen op het lokaal beleid op het terrein van welzijn en
sociale zaken en zorg;
- 2.
Er is een cliëntenraad om gestalte te geven aan de wettelijke
verplichting van cliëntenparticipatie;
- 3.
Met de instelling van een cliëntenraad en het overleg wordt beoogd
meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening van de
afdeling welzijn en sociale zaken
Artikel 3 de voorzitter
- 1.
Het voorzitterschap van de cliëntenraad berust bij een door het
college benoemde onafhankelijk voorzitter.
- 2.
De cliëntenraad kiest uit haar midden een plaatsvervangend
voorzitter.
Artikel 4 taak voorzitter
De voorzitter is belast met:
- a.
het vaststellen van de agenda;
- b.
het bepalen van dag en uur van de vergadering;
- c.
het leiden van de vergadering;
- d.
het vertegenwoordigen van de cliëntenraad naar buiten;
- e.
hetgeen deze verordening overigens opdraagt.
Artikel 5 de secretaris en aanwezigheid andere gemeenteambtenaren
- 1.
Als secretaris van de cliëntenraad treedt op het hoofd van de
afdeling welzijn en sociale zaken of de door hem daartoe aangewezen
ambtenaar.
- 2.
De voorzitter van de cliëntenraad kan ambtenaren van de gemeente
uitnodigen het overleg bij te wonen teneinde inlichtingen of
adviezen te verstrekken.
- 3.
Alle vergaderingen worden, naast de secretaris, bijgewoond door het
hoofd c.q. plaatsvervangend hoofd van de afdeling welzijn en sociale
zaken.
Artikel 6 taak secretaris
- 1.
De secretaris en het plaatsvervangend hoofd van de afdeling welzijn
en sociale zaken zijn geen lid van de cliëntenraad; wel kunnen zij,
indien zij daartoe door de voorzitter worden uitgenodigd, aan de
beraadslagingen deelnemen.
- 2.
De secretaris draagt onverminderd de verantwoordelijkheid van de
voorzitter, zorg voor een goede voorbereiding en uitvoering van het
overleg van de cliëntenraad.
- 3.
De secretaris draagt zorg voor een goede ondersteuning van de
cliëntenraad, zodat deze haar taak op een goede wijze kan
uitoefenen.
Artikel 7 tekenen van stukken
Alle van de cliëntenraad uitgaande stukken worden ondertekend door de
voorzitter en de secretaris.
Paragraaf 2: Samenstelling, voordracht, benoeming
Artikel 8 samenstelling
De cliëntenraad bestaat, naast de voorzitter, de secretaris en diens
plaatsvervanger uit 7 leden van cliëntvertegenwoordigende organisaties
zoals genoemd in artikel 9.
Artikel 9 voordracht, benoeming/ontslag, zittingsduur
- 1.
Het college benoemt de leden en plaatsvervangend leden op voordracht
van de cliëntvertegenwoordigende organisaties.
- 2.
De navolgende cliëntvertegenwoordigende organisaties worden in de
gelegenheid gesteld ieder voor zich één lid en één plaatsvervangend
lid voor benoeming voor te dragen:
- ·
PSUL - Provinciaal Samenwerkingsverband
Uitkeringsgerechtigden Limburg;
- ·
- ·
- ·
PIW – Partners in Welzijn;
- ·
SPGS – Stichting Platform Gehandicapten Schinnen;
- ·
- 3.
Indien één of meer organisaties geen gebruik maken van de
voordrachtbevoegdheid wordt in een vergadering met de reeds benoemde
leden van organisaties een advies gegeven aan het college hoe in de
vacature(s) kan worden voorzien. Dit kan zijn dat één of zonodig
meerdere genoemde organisaties in staat worden gesteld nog een lid
en plaatsvervangend lid voor te dragen.
- 4.
De zittingsduur van de leden van de cliëntenraad is, behoudens
tussentijds aftreden, gelijk aan het tijdvak gedurende hetwelk de
gemeenteraad zitting heeft.
- 5.
Aftredende leden zijn direct herbenoembaar.
- 6.
Een lid van de cliëntenraad kan te allen tijde ontslag nemen. Het
lid geeft daarvan schriftelijk kennis aan de voorzitter van de
cliëntenraad.
- 7.
De leden van de cliëntenraad kunnen tussentijds door het college
ontslagen worden op eigen verzoek of op verzoek van de organisatie
die hen voor benoeming heeft voorgedragen.
- 8.
Aftredende leden, die blijven voldoen aan de vereisten van het
lidmaatschap, oefenen hun functie uit totdat hun opvolgers zijn
benoemd.
- 9.
Zodra blijkt dat een lid van de cliëntenraad de hoedanigheid op
grond waarvan zij/hij is benoemd niet meer bezit, houdt zij/hij op
lid van de cliëntenraad te zijn.
Artikel 10 faciliteiten
- 1.
Het college kent de leden van de cliëntenraad in verband met het
bijwonen van een vergadering een onkostenvergoeding toe van €
50,00;
- 2.
De voorzitter ontvangt een onkostenvergoeding van € 100,00 per
vergadering;
- 3.
Binnen het beschikbaar gestelde budget kan een vergoeding verstrekt
worden voor kosten in verband met door het hoofd van de afdeling
welzijn en sociale zaken vooraf goedgekeurde activiteiten in het
kader van deskundigheidsbevordering;
- 4.
Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan
de cliëntenraad de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het
naar behoren functioneren van de cliëntenraad. Het betreft alle
informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen
en ontwikkelingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd
in speciale leesvorm (digitaal of grootletterschrift)
aangeleverd;
- 5.
Het college zorgt er voor dat de cliëntenraad kan beschikken over de
middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening
geformuleerde taken te kunnen uitvoeren
Paragraaf 3: Openbaar overleg
Artikel 11 Frequentie, tijd en plaats
- 1.
De vergaderingen van de cliëntenraad zijn openbaar.
- 2.
De cliëntenraad vergadert ten minste 4 keer per jaar, waarvan 2 keer
(1 voorjaars- en 1 najaarsvergadering) tezamen met de
portefeuillehouder welzijn en sociale zaken ter bevordering van de
communicatie tussen college en cliëntenraad en voorts zo dikwijls de
voorzitter dit nodig oordeelt danwel 2 leden de wens daartoe met
opgave van redenen schriftelijk te kennen hebben gegeven.
- 3.
Het overleg wordt in den regel in het gemeentehuis gehouden.
Artikel 12 Oproep, agenda en voorstellen
- 1.
De voorzitter en de secretaris stellen in overleg de agenda samen.
Ieder lid van de raad heeft het recht om via de voorzitter een
onderwerp op de agenda te plaatsen. De definitieve agenda wordt bij
aanvang van de vergadering vastgesteld.
- 2.
De oproeping voor een vergadering vindt schriftelijk plaats en wordt
– spoedeisende situaties uitgezonderd - ten minste 10 dagen vóór het
overleg aan de leden toegezonden.
- 3.
De oproepingsbrief vermeldt de onderwerpen die in de vergadering
behandeld zullen worden in de volgorde waarin deze aan de orde
zullen worden gesteld.
- 4.
De vergaderingen zullen in het kader van publieksvoorlichting bekend
worden gemaakt middels de gebruikelijke bekendmakingsprocedure van
de gemeente.
- 5.
De voorzitter zorgt ervoor dat – spoedeisende situaties uitgezonderd
– de te behandelen voorstellen bij de oproepingsbrief zijn
gevoegd.
- 6.
De leden kunnen agendapunten aanleveren. Deze dienen uiterlijk twee
werkdagen voor de verzending van de agenda bij het secretariaat
aangeleverd te zijn.
- 7.
De voorzitter kan agendapunten samenvoegen of niet opnemen. Bij
niet-opneming op de agenda wordt hiervan bij het overleg melding
gemaakt door de voorzitter onder vermelding van de reden.
Artikel 13 opening en quorum
- 1.
De cliëntenraad mag niet beraadslagen of besluiten, indien buiten de
voorzitter niet ten minste de helft van het aantal benoemde leden
aanwezig is.
- 2.
De voorzitter opent de vergadering, nadat is gebleken dat het
ingevolge het eerste lid vereiste aantal leden aanwezig is.
- 3.
Indien een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste
aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter met een tussentijd
van ten minste 24 uren een nieuwe vergadering. In deze vergadering
kunnen de dan aanwezige leden beraadslagen en besluiten.
Artikel 14 besluitenlijst
- 1.
Van de vergadering wordt door of namens de secretaris een
ontwerp-besluitenlijst opgemaakt.
- 2.
Ingeval een advies niet eenstemmig is uitgebracht wordt hiervan in
de besluitenlijst melding gemaakt indien zulks wordt verlangd.
- 3.
De ontwerp-besluitenlijst van de voorgaande vergadering wordt – zo
mogelijk – bij de agenda aan de leden toegezonden.
- 4.
Bij het begin van de vergadering wordt – zoveel mogelijk – de
besluitenlijst van de vorige vergadering vastgesteld.
- 5.
De besluitenlijst wordt aan het college toegezonden.
Paragraaf 4: Besloten vergadering
Artikel 15 algemeen
- 1.
Een vergadering wordt besloten verklaard, wanneer dit door ten
minste 2 van de aanwezige leden wordt gevraagd of de voorzitter dit
nodig oordeelt.
- 2.
De cliëntenraad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden
vergaderd.
- 3.
De plaatsvervangend leden zijn bevoegd tot het bijwonen van een
besloten vergadering.
Artikel 16 bepalingen besloten vergadering
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepassing die gelden
voor een openbare vergadering.
Artikel 17 besluitenlijst
Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijke besluitenlijst
opgemaakt, die niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de cliëntenraad
anders beslist. De besluitenlijst van een besloten vergadering ligt voor
de leden en plaatsvervangend leden ter vertrouwelijke inzage bij de
secretaris.
Artikel 18 geheimhouding
- 1.
De cliëntenraad beslist of over de inhoud van de stukken en het
verhandelde geheimhouding zal gelden.
- 2.
Stukken waaromtrent geheimhouding is opgelegd, kunnen bij de
secretaris van de cliëntenraad worden ingezien door de leden en
plaatsvervangend leden van de cliëntenraad.
Paragraaf 5: Inhoud vergadering
Artikel 19
- 1.
In de vergadering worden de navolgende zaken aan de orde
gesteld:
- ·
nieuwe of gewijzigde regelingen;
- ·
- ·
hoofdlijnen van uitvoering.
- ·
integraal gehandicaptenbeleid
- 2.
Het overleg heeft geen betrekking
op:
- ·
individuele gevals- of klachtenbehandeling;
- ·
de hoogte van de in de Wet werk en bijstand genoemde
normbedragen.
- 3.
Indien de vergadering geen doorgang kan vinden, stelt de secretaris,
na overleg met de voorzitter, de leden hiervan onverwijld in
kennis.
Artikel 20 Advisering / stemming
- 1.
De cliëntenraad adviseert gevraagd en ongevraagd het college van
burgemeester en wethouders en de gemeenteraad over alle onderwerpen,
die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het
gemeentelijk beleid betreffen ten aanzien van cliënten van de
afdeling welzijn en sociale zaken.
- 2.
Indien het college wil komen tot vorming van nieuw beleid, wijziging
of evaluatie van beleid (inclusief uitvoering) wordt de cliëntenraad
geconsulteerd of in de gelegenheid gesteld hierover advies uit te
brengen in een zodanig vroeg stadium dat advisering nog zin
heeft.
- 3.
Indien de cliëntenraad niet tot een eensluidend advies kan komen,
kan de voorzitter besluiten tot stemming. Hierbij beslist de
meerderheid van stemmen. In het advies wordt aandacht besteed aan
het minderheidsstandpunt.
- 4.
Bij stemming heeft elk lid één stem. De aanwezige voorzitter heeft
geen stem.
- 5.
Indien bij een stemming de stemmen staken, dient de kwestie of het
voorstel binnen vier weken opnieuw behandeld te worden. Indien bij
deze behandeling de stemmen wederom staken, wordt het voorstel
geacht te zijn verworpen. Indien het een gevraagd advies betreft
wordt de cliëntenraad geacht negatief geadviseerd te hebben.
Artikel 21 Overeenstemming met voorzitter
- 1.
Indien het overleg over algemene uitvoeringsaspecten in de
cliëntenraad niet tot overeenstemming met de voorzitter leidt wordt
de kwestie voorgelegd aan het college.
- 2.
Bij ontstentenis van de voorzitter kan de op dat moment vervangende
voorzitter het advies van de cliëntenraad opschorten totdat de
betrokken voorzitter in staat is gesteld hierover nader overleg te
voeren met de cliëntenraad. Bij het ontbreken van overeenstemming is
lid 1 van overeenkomstige toepassing.
- 3.
Het college beslist binnen 6 weken na het voorleggen. De beslissing
kan met 4 weken worden verdaagd.
- 4.
De beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht
van de cliëntenraad.
Paragraaf 6 Slotbepalingen
Artikel 22
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt gehandeld in
overeenstemming met het gevoelen van de cliëntenraad en de
voorzitter.
Artikel 23
Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet plaats dan nadat
de cliëntenraad daarover is gehoord.
Artikel 24 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening
cliëntenparticipatie gemeente Schinnen”.
Artikel 25 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 1-1-2005.
Op dat tijdstip vervalt de verordening adviesraad sociale zaken
Schinnen, vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 20 april 2000.
Algemene toelichting
Op grond van de nieuwe Wet werk en bijstand moeten de gemeenten een zestal
verordening maken. Een van deze verordeningen heeft betrekking op
cliëntenparticipatie. Een bepaling van deze strekking is opgenomen in
artikel 47 van de Wet werk en bijstand. Deze verordening is een uitwerking
van genoemde verplichting.
De verordening cliëntenparticipatie moet uiterlijk op 1 januari 2005 in
werking zijn getreden.
In deze verordening cliëntenparticipatie is tevens gevolg gegeven aan de
opdracht aan het gmeentebestuur om ingevolge artikel 1a van de Wet
voorzieningengehandicapten vorm te geven aan cliëntenparticipatie.
Artikelsgewijs
De artikelsgewijze toelichting is beperkt tot die artikelen die ook
daadwerkelijk toelichting behoeven.
Onderdelen van artikelen die geen vragen oproepen worden hierna derhalve niet
nader toegelicht.
Artikel 1 begripsbepaling
Dit artikel omschrijft de voor de verordening van belang zijnde begrippen.
Als cliëntenraad fungeert de huidige adviesraad zoals genoemd in de verordening
adviesraad sociale zaken Schinnen.
Artikel 2 doelstelling
Dit artikel omschrijft de doelstelling van de verordening. De verordening beoogt
in beginsel geen ruimere werking te hebben dan de wetgever voor ogen stond bij
het opnemen van de verplichting tot het regelen van cliëntenparticipatie.
Artikel 3 t/m 7
Deze artikelen regelen de taken en bevoegdheden en behoeven geen nadere
toelichting.
Artikel 8 en 9
Deze artikelen spreken voor zich.
Artikel 10 faciliteiten
Voor wat betreft de persoonlijke onkostenvergoeding wordt deze verstrekt in
de vorm van een onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk (artikel 31 lid 2
sub k WWB). Een dergelijke vergoeding blijft bij de berekening van het recht
op bijstand buiten beschouwing. Er kan ten hoogste € 21,00 per week met een
maximum van € 735,00 per jaar (norm 2004) worden vrijgelaten.
In dit artikel van de WWB wordt ten aanzien van de bedragen aangesloten bij
de Regeling onkostenvergoeding vrijwilligers, ex artikel 6, tiende lid, van
de Coördinatiewet Sociale Verzekering en deze vergoeding wordt dan ook bij
de belastingen buiten beschouwing gelaten.
In deze verordening wordt met de onkostenvergoeding hier ook bij
aangesloten.
Artikel 11 t/M 18
Deze artikelen regelen de vergadering en behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 19/20
Deze artikelen geven de beleidsterreinen aan waarbij de cliëntenraad wordt
betrokken.
De fasen waarbij de cliëntenraad bij de beleidsterreinen kan worden
betrokken zijn:
- a.
de voorbereiding van het beleid;
- b.
de uitvoering van het beleid;
- c.
de evatuatie van het beleid.
Artikel 21
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 22 t/m 25
In het kader van de gefaseerde invoering van de WWB hebben gemeenten tot 1
januari 2005 de tijd om de verordening vast te stellen.
Van belang is hierbij ook de Tijdelijke referendumwet. Op grond van artikel
22 lid 2 TRW (Tijdelijke referendumwet) kan de inwerkingtreding van de
verordening niet worden vastgesteld op een datum eerder dan zes weken na
bekendmaking.