Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

SUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLS AANBOD GEMEENTE ARNHEM 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLS AANBOD GEMEENTE ARNHEM 2021
CiteertitelSubsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerpSubsidie kinderopvang

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

15-12-2020

gmb-2020-339307

533040

Tekst van de regeling

Intitulé

SUBSIDIEREGELING VOORSCHOOLS AANBOD GEMEENTE ARNHEM 2021

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

 

Gelezen / overwegende het voorstel van 15 december 2020, zaaknummer 533040;

 

Gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Arnhem 2016;

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen

 

Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem 2021

 

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.

    ASV; De Algemene Subsidieverordening Arnhem.

  • 2.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Beroepskracht voorschoolse educatie: Degene die als beroepskracht werkzaam is en belast is met VVE en die naast de wettelijke opleidingseisen en scholingseisen uit hoofde van de Wko aan de Arnhemse kwaliteitseisen in de Handreiking VVE voldoet.

  • 4.

    Gelrepashouder: Een peuter van wie een of beide ouders in het bezit is van een Gelrepas en woonachtig is in de gemeente Arnhem.

  • 5.

    Geregistreerd kindercentrum: Een voorziening voor kinderopvang, die is ingeschreven in het landelijk register kinderopvang (LRK) en voldoet aan de wettelijke eisen uit hoofde van de Wko. Een locatie wordt aanvullend als een VVE- locatie in het LRK geregistreerd als deze voldoet aan de wet- en regelgeving van de kinderopvang én aan de aanvullend gestelde kwaliteitseisen voor VVE in Arnhem.

  • 6.

    Het College: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem.

  • 7.

    Houder: De rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een geregistreerd kindercentrum exploiteert in de gemeente Arnhem.

  • 8.

    Invalkracht : Een beroepskracht VVE, die tijdelijk wordt ingezet op een VVE-groep in verband met de uitval van de vaste beroepskracht VVE.

  • 9.

    Kinderopvangtoeslag: De vergoeding van het Rijk aan ouders op grond van de Wko bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten van in het LRK geregistreerde kinderopvang.

  • 10.

    Ontwikkelrecht Peuters: Peuters zonder VVE-indicatie en van wie de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 11.

    Ouderbijdrage: Het bedrag dat op grond van de Wko als vaste eigen bijdrage van de ouders verschuldigd is voor kinderopvang.

  • 12.

    Peuter: Kind met een leeftijd tussen 2 en 4 jaar, woonachtig in Arnhem.

  • 13.

    VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie: uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.

  • 14.

    VVE-peuters: Peuters met een VVE- indicatie afgegeven door het consultatiebureau waarbij er sprake is van risico op onderwijsachterstand:

    • a.

      peuters met ouders met een laag opleidingsniveau

    • b.

      peuters in een weinig (taal)ontwikkeling stimulerende thuisomgeving

    • c.

      peuters met een gesignaleerde (taal) ontwikkelingsachterstand

  • 15.

    AZC-peuter: Een peuter die verblijft in een asielzoekerscentrum in Arnhem

  • 16.

    Wko: Wet kinderopvang

     

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Het college kan aan een houder per kalenderjaar per peuter per uur subsidie verlenen voor voorschoolse opvang van ontwikkelrecht peuters.

  • 2.

    Het college kan aan een houder per kalenderjaar per peuter per uur subsidie verlenen voor voorschoolse opvang van VVE-peuters en AZC peuters.

     

Artikel 3 Voorwaarden Aanbod

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien:

  • 1.

    Het aanbod van voorschoolse opvang voor ontwikkelrecht peuters minimaal 320 of tot maximaal 640 uren op jaarbasis is, verdeeld over minimaal 42 weken, waarvan 2 weken in de zomervakantie en verspreid over minimaal 3 dagen per week en maximaal 6 uren per dag.

  • 2.

    Het aanbod van voorschoolse opvang voor VVE-peuters van ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag 640 uren is, die worden besteed aan het aanbod VVE basis of het aanbod VVE intensief volgens de vastgestelde kwaliteitseisen, verdeeld over minimaal 42 weken, waarvan 2 weken in de zomervakantie en verspreid over minimaal 3 dagen per week en maximaal 6 uren per dag.

  • 3.

    Het aanbod voor AZC-peuters 640 uren is, die verdeeld worden over minimaal 42 weken, waarvan 2 weken in de zomervakantie en verspreid over minimaal 3 dagen per week en maximaal 6 uren per dag,

  • 4.

    Het aanbod van voorschoolse opvang voor VVE-peuters van ouders die wel voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komen 640 uren op jaarbasis is, verdeeld over minimaal 42 weken, waarvan 2 weken in de zomervakantie en verspreid over minimaal 3 dagen en maximaal 6 uren per dag. Voor de laatste 320 uur wordt subsidie verstrekt.

  • 5.

    Peuters die gebruik maken van een peuterplaats VVE zijn verplicht het totale aanbod van 640 uur op jaarbasis te volgen.

     

Artikel 4 De subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie wordt met gebruikmaking van het door het college beschikbaar gestelde aanvraagformulier ingediend uiterlijk 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    In aanvulling op de ASV moet de aanvraag om subsidie voorzien zijn van:

    • a.

      Een opgave per locatie met vermelding van het LRK nummer, het aantal ontwikkelrecht peuters, het aantal VVE-peuters en het aantal Gelrepashouders, inclusief pasnummers, voor wie de subsidiabele activiteiten worden uitgevoerd.

    • b.

      Een opgave van het aantal uren per peuter.

    • c.

      Een beschrijving van het aanbod VVE basis en/of het aanbod VVE intensief, zoals dat is opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze subsidieregeling, voorzien van informatie over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de voorwaarden van artikel 3. Uit deze beschrijving moet expliciet duidelijk zijn dat de ontwikkelrecht of de VVE-peuter Een volledig en op de peuter aangepast maatwerk aanbod krijgt conform de gestelde kwaliteitseisen zoals opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze subsidieregeling.

    • d.

      De kopieën van certificaten van de beroepskrachten indien er sprake is van een nieuwe locatie.

    • e.

      De exploitatiebegroting van de subsidieaanvrager.

       

Artikel 5 Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie wordt berekend op basis van het aantal in aanmerking komende peuters vermenigvuldigd met het aantal daadwerkelijk aanwezige uren per peuter per jaar aan de hand van het uurtarief zoals opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze subsidieregeling.

  • 2.

    Het uurtarief is gebaseerd op de maximum uurprijs voor dagopvang zoals jaarlijks door het Rijk wordt geïndexeerd en vastgesteld. Dit tarief wordt verhoogd met een vast bedrag per peuter per jaar voor extra taakuren (geïndexeerd conform Cao kinderopvang) en voor huisvestingslasten (geïndexeerd conform CPI van het voorafgaande subsidiejaar).

  • 3.

    Op het tarief wordt een ouderbijdrage in mindering gebracht, die ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag aan peuteropvang betalen. Deze is gebaseerd op de adviestabel ouderbijdrage van de VNG.

  • 4.

    Indien een subsidieontvanger een hoger tarief hanteert dan het maximum uurtarief welke de gemeente subsidieert, betaalt de ouder het verschil tussen het hoger uurtarief en het maximumtarief altijd zelf. De gemeente subsidieert dit verschil dus niet aan de subsidieontvanger. De gemeente vordert dit verschil tussen het hoger uurtarief en het maximum tarief dan ook niet terug van de subsidieontvanger.

  • 5.

    De subsidie wordt verhoogd met een bedrag dat correspondeert met het bedrag dat vanwege de Gelrepashouders niet is ontvangen. Hierbij geldt het volgende voor:

    • a.

      Voor alle ouders met een Gelrepas en woonachtig in de gemeente Arnhem geldt een jaarlijks vast te stellen korting op de ouderbijdrage, voor maximaal 320 uur aanbod VVE basis of intensief.

    • b.

      Ouders met een Gelrepas én recht op kinderopvangtoeslag, hoeven bij een minimale afname van 320 uur geen kinderopvangtoeslag aan te vragen.

  • 6.

    Alle ouders met een inkomen in de laagste inkomenscategorie (gezamenlijk toetsingsinkomen uit het Besluit kinderopvangtoeslag) krijgen bij een afname van een aanbod van 640 uur de laatste 320 uur gratis.

     

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1.

    In aanvulling op de ASV geldt dat subsidieverstrekking tevens geweigerd wordt indien gegronde reden bestaat aan te nemen dat:

    • a.

      de activiteiten zoals blijkt uit de ingediende begroting een onvoldoende betrouwbare financiële basis hebben;

    • b.

      het aanbod niet voldoet aan de door de gemeente Arnhem gestelde kwaliteitseisen;

    • c.

      de activiteiten een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben.

  • 2.

    Subsidie wordt geweigerd als blijkt dat op één of meerdere locaties van de houder handhaving loopt zoals beschreven in het "Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang gemeente Arnhem".

     

Artikel 7 Subsidievaststelling

  • 1.

    In aanvulling op de ASV registreert de subsidieontvanger en legt hij bij de aanvraag om subsidievaststelling verantwoording af over:

    • a.

      het aantal peuters dat een plek heeft gekregen, onderscheiden naar VVE-peuters die wel/niet in aanmerking komen voor toeslag en/of ontwikkelrecht peuters;

    • b.

      het aantal Gelrepashouders;

    • c.

      het aantal bezette uren per peuter;

    • d.

      het totaal aan inkomsten uit ouderbijdrage van alle ouders die geen recht hebben op kindertoeslag, op basis van de tarieven van de ouderbijdrage, die jaarlijks door het Rijk voor de kinderopvang voor het onderdeel dagopvang worden vastgesteld.

    • e.

      de uitvoering van het aanbod VVE basis en VVE intensief zoals bedoeld in artikel 4, sub c.

    • f.

      de wijze waarop invulling is gegeven aan de verplichtingen in artikel 10.

  • 2.

    De subsidie kan:

    • a.

      5% lager worden vastgesteld wanneer niet is voldaan aan één van de door de gemeente Arnhem gestelde kwaliteitseisen voor het aanbod VVE basis respectievelijk VVE intensief als bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling.

    • b.

      10% lager worden vastgesteld wanneer niet is voldaan aan meerdere door de gemeente Arnhem gestelde kwaliteitseisen voor het aanbod VVE basis respectievelijk VVE intensief als bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling.

  • 3.

    De accountantsverklaring wordt opgesteld volgens de 'Richtlijnen financieel verslag en accountantscontrole' en volgens de in de beschikking opgenomen voorwaarden.

  • 4.

    Voor de aanvraag tot subsidievaststelling wordt gebruik gemaakt van het door de gemeente voorgeschreven formulier.

     

Artikel 8 Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud dat de gemeenteraad van Arnhem hiervoor middelen beschikbaar stelt op de gemeentelijke begroting.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

Het college verstrekt maandelijks een voorschot op basis van de verleende subsidie en op basis van de opgave zoals genoemd onder artikel 10 lid 6 en 7.

 

Artikel 10 Verplichtingen

Bij een besluit tot subsidieverlening worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:

  • 1.

    De subsidieontvanger en de invulling van het aanbod voldoen aan de kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de Wko en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • 2.

    Het aanbod van de subsidieontvanger voldoet aan de Arnhemse kwaliteitseisen voor dan wel het aanbod VVE basis dan wel VVE intensief zoals opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze subsidieregeling.

  • 3.

    De subsidieontvanger verwezenlijkt het aanbod met inachtneming van de onder artikel 3. gestelde voorwaarden.

  • 4.

    De subsidieontvanger verleent medewerking aan een (on)aangekondigde toetsing op kwaliteit.

  • 5.

    De subsidieontvanger neemt in de administratie de bescheiden op zoals genoemd bij de voorwaarden in de beschikking.

  • 6.

    De subsidieontvanger informeert het college over wijzigingen in aantallen peuters zoals genoemd in artikel 4, lid 2 voor 31 maart, 30 juni en 30 september. De te hanteren peildata bij deze wijzigingen zijn: 15 maart, 15 juni en 15 september.

  • 7.

    De subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere andere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overlegd.

     

Artikel 11 Toezicht op kwaliteit

De Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden (VGGM), De Onderwijsinspectie, de VVE- coördinator van Stichting PAS en/of een externe VVE- deskundige houden in opdracht van de gemeente toezicht op de kwaliteit van het aanbod op basis van Wko en in het kader van deze subsidieregeling.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een aanvrager afwijken van een of meerdere bepalingen van deze regeling.

 

Artikel 13 Evaluatie en monitoring

Deze regeling wordt periodiek geëvalueerd. Eerst volgende keer eind 2025.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt op 1 januari 2021 in werking.

  • 2.

    De Subsidieregeling Voorschools Aanbod Gemeente Arnhem 31 januari 2017 vervalt per 1 januari 2021.

     

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling Voorschools aanbod gemeente Arnhem.

 

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester

TOELICHTING

Relevant Kader voor de subsidieregeling

a. De Wet kinderopvang(Wko).

b. De Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE).

c. Het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

d. De Visie op het Jonge kind vastgesteld bij raadsbesluit (juli 2010).

e. De Handreiking VVE opgesteld door Stichting PAS.

f. Vastgesteld Protocol ‘Vroegsignalering en toeleiding doelgroeppeuters naar VVE’ (Stichting PAS 2017).

g. Het vastgesteld beleidsplan ouderbetrokkenheid ‘Alle ouders doen mee’ (Stichting PAS 2012).

h. Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang gemeente Arnhem.

i. Arnhemse richtlijnen VVE-scholing invalkrachten gemeente Arnhem.

 

Algemeen

Het Rijk vindt dat ieder kind de kans moet krijgen om zich vanaf jonge leeftijd goed te ontwikkelen. Daarom heeft iedere gemeente vanaf 1 augustus 2020 de wettelijke taak om 960 uur in 1,5 jaar voorschoolse educatie aan peuters van 2,5 - 4 jaar met een risico op onderwijsachterstand te bieden.

De gemeente Arnhem werkt al jaren aan het neerzetten van voor- en vroegschoolse educatie(VVE) voor peuters vanaf 2 jaar om kansenongelijkheid zo vroeg mogelijk aan te pakken.

Tegen die achtergrond is de Subsidieregeling Voorschools Aanbod Gemeente Arnhem in 2015 vastgesteld.

 

Sinds 2017 betaalt de gemeente via deze regeling ook mee aan de opvang van ontwikkelrecht peuters vanaf 2 jaar.

 

Zo krijgen alle peuters in Arnhem een gelijke kans zich spelenderwijs goed voor te kunnen bereiden op school. Daarnaast zijn de kinderen die zich anders ontwikkelen tijdig in beeld en kan vroegtijdig, passende jeugdhulp worden ingezet.

 

In deze lijn past dat de gemeente Arnhem vanaf 2019 fasegewijs het VVE-aanbod voor doelgroeppeuters samen met het aanbod voor ontwikkelrecht peuters uitbreidt, eerst van 480 naar 560 uur en nu naar 640 uur per jaar.

 

De financiering hiervan is in deze subsidieregeling opgenomen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 5 Hoogte subsidie

Volgens dit artikel bedraagt de subsidie per kind per jaar het uurtarief (maximum uurprijs dagopvang Rijk + vast bedrag voor extra taakuren + vast bedrag huisvestingskosten - ouderbijdrage) vermenigvuldigd met het aantal in aanmerking komende peuters en vermenigvuldigd met het daadwerkelijk aantal aanwezige uren.

 

Het aantal uren is minimaal 320 uren en maximaal 640 uren afhankelijk van de betreffende groep peuters

Voor een subsidieplek van ontwikkelrecht peuters voor niet toeslagouders geldt een vermenigvuldigingsfactor van minimaal 320 uur en maximaal 640 uur.

 

Voor een subsidieplek van een VVE-peuter voor niet toeslagouders gaat het om een vermenigvuldigingsfactor van 640 uur.

 

Voor een subsidieplek van VVE- AZC peuter voor niet toeslagouders gaat het om een vermenigvuldigingsfactor van 640 uur.

 

Voor een subsidieplek van VVE-peuters van toeslagouders geldt een vermenigvuldigingsfactor van 320 uur. De uurtarieven per subsidiecategorie zijn opgenomen in de tabel in de bijlage bij deze regeling.

 

Artikel 7 Subsidievaststelling

De gegevens die van de subsidieontvanger worden gevraagd zijn nodig om de subsidie te kunnen vaststellen en om te kunnen beoordelen of de subsidieontvanger zich aan de subsidieverplichtingen heeft gehouden. De gegevens moeten betrekking hebben op het gehele subsidie vak of gelden per ultimo van dat subsidietijdvak, afhankelijk van de aard van de gevraagde gegevens.

 

Artikel 13 hardheidsclausule

Dit artikel regelt dat het college in bijzondere gevallen kan afwijken van bepalingen in deze regeling voor zover toepassing ervan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hieronder zijn enkele zaken, waarop de hardheidsclausule van toepassing is, nader uitgewerkt.

 

Verlenging van plaatsing

In uitzonderlijke situaties krijgen de voorschoolse voorzieningen te maken met de vraag naar verlenging van plaatsing van een kind na de leeftijd van 4 jaar. De aanvraag voor verlenging moet aan de gemeente worden voorgelegd en verlenging is mogelijk bij:

a. Kinderen die net voor de kerst- of zomervakantie 4 jaar worden en voor wie het beter is de overstap naar onderwijs na de kerst / zomervakantie te maken. Deze kinderen kunnen tot maximaal 6 weken verlenging krijgen.

b. Kinderen van 4 jaar voor wie nog niet duidelijk is wat een geschikte vervolgplek is qua opvang/onderwijs omdat er nog onderzoeken gaande zijn. Deze kinderen mogen tot maximaal 8 weken verlenging krijgen. Om voor deze verlenging in aanmerking te komen, moet er bij het kind aantoonbaar passende kinderopvang geboden zijn en helder zijn wat de noodzaak is van de verlenging. Deze noodzaak moet zijn gedocumenteerd door het sociaal wijkteam. Tevens moet de leidinggevende toestemming hebben gegeven voor akkoord voor verlenging.

 

Regeling wanbetalers

Wanneer het eigen beleid van de subsidieontvanger bij wanbetalende ouders van kind(eren) op de opvang geen effect heeft, zou deze de plaatsingsovereenkomst van het kind(eren) moeten beëindigen. Dat betekent dat het kind niet meer naar de opvang kan.

Om de voorkomen dat het kind de dupe wordt, is plaatsing van het kind in schrijnende gevallen onder de volgende voorwaarden mogelijk.

- de subsidieontvanger het dossier volledig documenteert zodat duidelijk is wat deze heeft ondernomen om de ouders te laten betalen;

- de gemeente meldt de ouders bij het sociaal wijkteam van waaruit (schuld)hulpverlening in gang wordt gezet.

 

Diensten Stichting PAS

Stichting PAS kan de locaties op verschillende wijze ondersteunen:

- Ondersteuning door logopedisten

- Deelname aan kwaliteitsaudits

- Deelname aan professionaliseringstrajecten, volgens de vastgestelde voorwaarden.

- Ondersteuning en advies t.a.v. VVE of OAB-gerelateerde onderwerpen, bijvoorbeeld doorgaande lijn, samenwerking met ouders, maken van een scholingsplan

- Handreiking VVE

 

 

BIJLAGE 2

 

Arnhemse kwaliteitseisen, als bedoeld in artikel 4 en 10 van de Subsidieregeling VSA

 

Aanbod VVE basis en VVE intensief

Er is in Arnhem sprake van een gedifferentieerd VVE-aanbod. Alle locaties moeten naast de landelijke eisen voldoen aan de Arnhemse kwaliteitseisen, die gelden voor het aanbod VVE-basis. Voor de intensieve VVE-locaties (waar meer dan 30% van de peuters een VVE-indicatie heeft), gelden extra kwaliteitseisen. In de Handreiking VVE van Stichting PAS staat nader beschreven hoe aan de kwaliteitseisen verdere invulling kan worden gegeven.

 

Voor alle VVE-locaties geldt:

 

De locatie/subsidieontvanger:

a. Doorloopt eerst met succes een audittraject met Stichting PAS voordat de gemeente Arnhem de locatie erkent als VVE aanbieder.

b. Onderschrijft het Arnhems beleid kansengelijkheid en inclusie in de kinderopvang.

c. Levert gegevens aan Stichting PAS voor de Arnhemse VVE-monitor.

d. Neemt deel aan de audits georganiseerd door de gemeente, stichting PAS en/of de van de Onderwijsinspectie.

e. Neemt voor haar VVE-locaties deel aan het stedelijk Uitvoeringsoverleg VVE.

f. Zorgt ervoor dat de invalkracht aantoonbaar een erkende VVE-scholing heeft gevolgd of aantoonbaar minimaal de e-learning VVE gedaan heeft. In het laatste geval moet de

invalkracht zijn aangemeld voor of al hebben deelgenomen aan de trainingsbijeenkomst Actief Betrokken voor VVE-invalkrachten.

g. Werkt ontwikkelingsgericht met de peuters (van 2 tot 4 jaar) van de locatie en beschrijft in het pedagogisch beleidsplan hoe dit aanbod specifiek voor peuters gerealiseerd wordt.

h. Doet mee aan het bibliotheekprogramma BoekStart en stimuleert (voor)lezen op de locatie en thuis door middel van een voorleesplan.

i. Heeft een jaarlijks scholingsplan waarin zo mogelijk gebruik gemaakt wordt van het

scholingsaanbod van Stichting PAS en waarin minimaal de volgende elementen beschreven staan:

• Hoe wordt gezorgd dat pedagogisch medewerkers die voldoen aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie ook in Actief Betrokken geschoold zijn.

• Hoe wordt gezorgd dat invalkrachten voldoen aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

• Hoe wordt gezorgd dat invalkrachten zich de elementen van Actief Betrokken eigen maken.

• Hoe wordt het werken met VVE en aan kansengelijkheid voor kinderen geborgd.

• Op welke manier vindt verdieping en verrijking van VVE continu plaats.

j. Werkt volgens de 7 stappen van Thuis in Taal, heeft een oudercontactpersoon en een ouderarrangement dat in overeenstemming is met de doelgroep. Het ouderarrangement vindt wekelijks, maandelijks of per kwartaal plaats en heeft de volgende elementen:

• uitleg over de VVE-methode of de woorden waarmee de kinderen op dat moment bezig zijn.

• uitleg en oefenen van de manier waarop ouders hun kinderen thuis kunnen ondersteunen in de (taal)ontwikkeling.

• verlagen van de drempels door uitleg over onderwerpen als ‘hoe verloopt een 10-minutengesprek?’, ‘wat doet een wijkcoach?’, ‘wat wordt er van mijn kind verwacht op school?’, ‘wat kan de VoorleesExpress voor mij betekenen?

 

 

De pedagogisch medewerkers op de VVE-locatie:

a. werken volgens de VVE-principes aangereikt door de gevolgde training Actief Betrokken.

b. werken samen met ouders en ondersteunen ouders indien nodig om thuis (de taal van) hun kinderen te kunnen stimuleren.

c. vragen bij ouders na welke keuze zij gemaakt hebben voor de VVE-afspraak, behorend bij de VE-verwijzing voor hun kind, die ouders gekregen hebben bij het consultatiebureau.

Deze VVE-afspraak slaan de pedagogisch medewerkers op in het kind dossier. Deze vormt de start van de VVE-gesprekkencyclus met ouders.

d. stimuleren de ouders om deel te nemen aan het ouderarrangement op de locatie of in de Bibliotheek (Woordenwinkeltje).

e. zorgen bij overgang van een kind naar school voor een overdracht met behulp van het Arnhemse Overdrachtsformulier: `Voor alle kinderen een goede overdracht`. Voor kinderen met een VVE- indicatie en/of andere specifieke ondersteuningsbehoeften besteedt de pedagogisch medewerker hieraan extra aandacht, liefst in de vorm van een driegesprek tussen pedagogisch medewerker, leerkracht en ouder.

 

Voor de VVE- Intensief locaties geldt:

Voor de locaties met een intensieve doelgroep gelden de volgende extra kwaliteitseisen.

a. Er is een intensieve samenwerking en een aantoonbare doorgaande lijn met het basisonderwijs op gebied van educatief aanbod, educatief handelen, samenwerking met ouders, pedagogisch-didactisch klimaat begeleiding en zorg. De afspraken over de doorgaande lijn zijn vastgelegd.

b. De locatie maakt met de samenwerkende school/scholen een afspraak over het te gebruiken kindvolgsysteem.

c. Met Woorden in de Weer en LOGO 3000 worden als woordenschatmethodiek gebruikt