Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent subsidie voor broedplaatsen (Subsidieregeling broedplaatsen 2020) |
Citeertitel | Subsidieregeling broedplaatsen 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2020 | nieuwe regeling | 15-12-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,
Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Amsterdam 2013,
gezien het op 20 juni 2019 door de Amsterdamse Gemeenteraad vastgestelde Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019-2022,
besluit de volgende regeling vast te stellen: subsidieregeling broedplaatsen 2020.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.
Artikel 3. Doel subsidieregeling
Het doel van deze subsidieregeling is in het kader van het ‘Atelier- en Broedplaatsenbeleid 2019 – 2022’, het verwerven, realiseren en behouden van (woon)werkruimte voor CAWA-creatieven gedurende de instandhoudingsperiode door het subsidiëren van het onrendabele deel van de stichtingskosten.
Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
In aanvulling op artikel 5, tweede lid, van de ASA 2013 wordt bij de subsidieaanvraag de volgende gegevens en stukken overgelegd:
Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2020.dds
De burgemeester
Femke Halsema
De gemeentesecretaris
Peter Teesink
Toelichting bij de subsidieregeling
In een rechtvaardige stad zorgt de gemeente Amsterdam ervoor dat kunstenaars met lage- en middeninkomens een werkplek kunnen vinden. Broedplaatsen kunnen deze ruimte bieden. Jaarlijks zoeken bijna 1.700 kunstenaars een plek in Amsterdam. Het inkomen van de meeste kunstenaars is laag, zeker voor het gemiddeld hoge opleidingsniveau. Daarom wordt sinds 2000 gewerkt aan de realisatie van nieuwe betaalbare ruimte in de vorm van zogenaamde broedplaatsen. Dit zijn gebouwen met ateliers, expositie- en projectruimten, soms woonruimte of horeca. Deze ruimten zijn in gebruik bij kunstenaars, ambachtslieden, culturele en creatieve bedrijfjes. In broedplaatsen ontmoeten ideeën en mensen elkaar. Er vindt productie plaats van kunst, cultuur en wijkprogrammering. De broedplaatsen vormen gemeenschappen met meerwaarde en betekenis voor de betrokken creatieven zelf, de wijk en de creatieve stad Amsterdam.
Broedplaatsen vormen een basis voor artistieke talenten die een ruimte zoeken om zich in Amsterdam te vestigen. Zij kunnen vanuit hier hun carrières starten als ‘kunstenaars pur sang’ of creatieve ondernemers. Die instroom van talent is essentieel voor de vitaliteit van de creatieve stad Amsterdam. De stad moet daarom uitnodigend en toegankelijk zijn en een aantrekkelijke omgeving vormen voor deze creatieve nieuwkomers.
Artikel 1.Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013
De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2013 omschrijft de kaders die van toepassing zijn op alle subsidies verleend door de gemeente Amsterdam. Deze verordening is zodoende ook van toepassing op de subsidieregeling broedplaatsen.
Artikel 3. Doel subsidieregeling
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
Wanneer het niet mogelijk blijkt een broedplaats rendabel te exploiteren kan door middel van een broedplaatsensubsidie een bijdrage worden gedaan aan het onrendabele deel van de stichtingskosten. Het doel is om door deze bijdrage tot een sluitende exploitatie van de broedplaats te komen en zo de realisatie en exploitatie van de broedplaats mogelijk te maken.
Het maximale subsidiebedrag wordt berekend op basis van de volgende formule:
€ 350,- x CAWA-percentage x BVO = maximale subsidiebedrag
Uit een BVO van 2.500 m2 en een CAWA-percentage van 40% volgt de volgende maximale subsidie:
€ 350,- x 40% x 2.500 m2 = € 350.000,-.
Het daadwerkelijke subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van de concept investerings- en exploitatiebegroting. Alleen kosten die niet kunnen worden terugverdiend uit de exploitatie zijn subsidiabel, waarbij wordt uitgegaan van een sobere en doelmatige (ver)bouw, eventueel verhoogd met onderling overeengekomen duurzaamheidsmaatregelen.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Artikel 7. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Voor sjablonen v0or de in te dienen gegevens kan worden gekeken op de website van de gemeente Amsterdam of contact worden opgenomen met Bureau Broedplaatsen. https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisaties/organisaties/bureau-broedplaatsen/
De Commissie voor Ateliers en (Woon)Werkpanden Amsterdam (CAWA) is in 2008 ingesteld door het College van B&W. De CAWA bestaat uit 8 leden die samen een gevarieerde expertise en achtergrond hebben.
De CAWA beoordeelt enerzijds de broedplaatsplannen die betrekking hebben op de transformatie van een geheel gebouw tot broedplaats en anderzijds toets de CAWA het kunstenaarschap van kandidaat-huurders voor deze nieuwe broedplaatsen. Meer informatie over de CAWA is te vinden op: https://www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/organisatie/overige/cawa/
Binnen een broedplaats wordt het als wenselijk gezien een mix van CAWA-creatieven en andersoortige kunstenaars en ondernemers te hebben. Tussen de huurders kan dan een wisselwerking ontstaan waarbij het resultaat groter is dan de som de delen. Wordt het oppervlak voor CAWA creatieven kleiner dan 40% dan ontstaat een onwenselijke mix waarbij de invloed van de CAWA-creatieven op het geheel te klein wordt.
Er dient een balans te zijn tussen de instandhoudingsperiode, de locatie en de gevraagde subsidie. Wanneer een broedplaats bijvoorbeeld op een locatie komt waar al meerdere broedplaatsen zijn en de gevraagde subsidie maximaal is, is het denkbaar dat deze balans er niet is en het college de subsidie onwenselijk acht.
Artikel 10. Aanvullende verplichtingen
Broedplaatsen kunnen verbondenheid faciliteren. Verbondenheid met de stad, in de buurt, tussen omwonenden, tussen kunstenaars, tussen culturen en bevolkingsgroepen. Een broedplaats kan een ontmoetingsplek zijn voor mensen met verschillende achtergronden, interesses en inzichten. Een plek waar mensen samenkomen, kunst maken, gesprekken voeren en elkaar leren.
Van nieuwe broedplaatsen verwachten we dat zij de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijven en toepassen. Deze code is er om de culturele en creatieve industrie meer inclusief te maken. Zo maken we ruimte voor nieuwe beelden en verhalen.
Bureau Broedplaatsen voert stand van zake gesprekken om een goed beeld te houden van hoe het met het broedplaatsenbestand gaat. Daarnaast worden deze gesprekken gebruikt om onderling informatie en kennis uit te wisselen om zowel de broedplaats als Bureau Broedplaatsen zo goed mogelijk verder te helpen.
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting
Dit artikel behoeft geen verdere toelichting