Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van kadegelden 2021 |
Citeertitel | Verordening kadegelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | kaart bij kadegeld-verordening |
Deze regeling vervangt de Verordening op de heffing en invordering van kadegelden 2020, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 17 december 2019 door de raad van Stichtse Vecht.
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2020 | nieuwe regeling | 16-12-2020 |
Er worden in de Stichtse Vecht, onder de benaming kadegelden, rechten geheven wegens het gebruik maken van de openbare aanlegplaatsen, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart, waarop tevens is aangegeven waar walstroom beschikbaar is.
Het recht wordt geheven van de reder, de eigenaar, de gezagvoerder, de schipper, de geleider of de gebruiker van het vaartuig.
Artikel 4 Aanvang belastingplicht
De belastingplicht ontstaat vanaf het moment dat feitelijk gebruik wordt gemaakt van de in artikel 2 openbare aanlegplaatsen.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar; de rechten worden geheven in de periode van 1 april tot 1 november.
Kadegelden worden niet geheven ter zake van:
een roeiboot of een kano behorende bij een onder deze verordening vallend vaartuig.
Het kadegeld wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het aanmelden via telefoon of ander communicatiemiddel bij een bedrijf dat in opdracht van de gemeente inning van de kadegelden verzorgt. Dit wordt door middel van borden op de openbare aanlegplaatsen aangegeven.
Het kadegeld kan ook worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of ander schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
De ‘Verordening op de heffing en invordering van kadegelden 2020’ van 17 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.