Organisatie | Haaksbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening marktgelden 2021 Haaksbergen (9.10l) |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financiën en economie |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | nieuwe regelgeving | 16-12-2020 | 9.10l |
Deze verordening geeft aan geeft aan dat een recht wordt geheven voor het innemen van een standplaats buiten de wekelijkse warenmarkt om.
De gemeenteraad van Haaksbergen;
Voorstel van het college van: 17 november 2020
Bepaling van de Gemeentewet (artikel 229, eerste lid, aanhef en onder a en b) en de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats voor het uitstallen, aanbieden of verkopen van goederen op locaties op gemeentelijke grond buiten de wekelijkse warenmarkt om.
Het marktgeld genoemd in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats inneemt op gemeentelijke grond anders dan tijdens de wekelijkse warenmarkt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak door intrekking van de vergunning eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor het geheven marktgeld voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde marktgeld als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplichtige aantoont dat hij ten gevolge van overmacht gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 4 opeenvolgende weken de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en hij gedurende die periode de standplaats niet door een ander heeft laten innemen, wordt op verzoek ontheffing verleend van de belastingplicht voor een kalendermaand over elke volle 4 opeenvolgende weken waarin van de vaste plaats geen gebruik kan worden gemaakt.
Voor marktgelden wordt geen kwijtschelding als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990 verleend.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Tarieventabel behorende bij Verordening marktgelden 2021
1.1 Voor het gebruik van een standplaats buiten de wekelijkse warenmarkt om als bedoeld in artikel 1 wordt per dag (of gedeelte daarvan) en per strekkende meter frontbreedte (of gedeelte daarvan) een recht geheven van €1,20.
1.2 Onder frontbreedte wordt verstaan de lengte van de ingenomen standplaats, gemeten langs de voorzijde, alsmede langs de achterzijde en/of langs één of beide zijkanten, indien het publiek daar toegang heeft en aldaar goederen zijn uitgestald.
2. Indien gebruik wordt gemaakt van de door de gemeente aangebrachte elektriciteitsvoorziening wordt het onder 1.1 vermelde recht verhoogd met:
Een dagdeel is een aaneengesloten periode van 5 uren. Bij inname van een standplaats voor meer dan 5 uren worden twee dagdelen in rekening gebracht.