Organisatie | Aa en Hunze |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze houdende regels omtrent peuteropvang en voor- en vroegschoolse educatie (Beleidsregel (VVE) peuteropvang 2020 gemeente Aa en Hunze) |
Citeertitel | Beleidsregel (VVE) peuteropvang 2020 gemeente Aa en Hunze |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2020 | nieuwe regeling | 30-06-2020 De Schakel, 02-07-2020 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
De gemeente beschouwt de peuteropvang als een algemene voorziening voor de stimulering van de ontwikkeling van 2 – 4 jarigen en de continuïteit daarvan. Peuteropvang biedt een pedagogisch verantwoorde voorziening waar kinderen van 2 – 4 jaar kunnen spelen, elkaar kunnen ontmoeten, zich optimaal kunnen ontwikkelen en waar eventuele belemmeringen van hun optimale ontwikkeling gesignaleerd en positief gestimuleerd worden. De gemeente stimuleert ouders om hun peuters van 2 – 4 jaar de peuteropvang te laten bezoeken.
De volgende activiteiten worden aangeboden voor de per peuterplek gefinancierde peuteropvang of VVE door de gemeente:
VVE voor peuters van 2,5 tot 4 jaar met een door ICARE JGZ (consultatiebureau) afgegeven indicatie VVEi , maximaal 16 uur per week, gedurende minimaal 40 tot maximaal 46 weken in een jaar en met maximaal 16 peuters in een groep.
De volgende producten worden geleverd door de kinderopvangorganisatie:
plan met betrekking tot ouderbetrokkenheid. Hierin wordt beschreven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de ontmoetingsmogelijkheid en ouderbetrokkenheid voor ouders. Werken met een VVE programma gecertificeerd door het NJI en bij voorkeur Piramide. Meewerken aan de monitoring van de voortgang van kinderen.
Artikel 8 Subsidiehoogte per locatie
De hoogte van het subsidiebedrag per locatie is het totaal van de uren van de gesubsidieerde peuteropvang volgens deze regeling minus het totaal van de ouderbijdragen (op basis van de kinderopvangtoeslagtabel). Voor het uurtarief van peuteropvang wordt aangesloten bij het maximumtarief kinderopvang op basis van de toeslagen Rijksoverheid.
De hoogte van het subsidiebedrag per locatie is het totaal van de uren van VVE volgens deze regeling, minus het totaal van de ouderbijdragen. Voor het uurtarief van VVE wordt aangesloten bij het maximumtarief kinderopvang op basis van de toeslagen Rijksoverheid, vermeerderd met €1,00 per uur ten behoeve van de extra inspanningen die geleverd moeten worden voor het begeleiden en de daarbij behorende observaties en administratie van een doelgroep kind.
Naast de weigeringsgronden in de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidieverlening, geheel of gedeeltelijk weigeren, indien de instelling niet voldoet aan de wettelijke voorschriften die gelden voor kinderopvanginstellingen, de Algemene subsidieverordening en de beleidsregel (VVE) peuteropvang 2020 gemeente Aa en Hunze.
Artikel 10 Financiële bepalingen
De kinderopvanginstelling brengt maandelijks aan de ouders/verzorgers een op grond van het adviestabel inkomensafhankelijke bijdrage in rekening. Deze ouderbijdrage is bedoeld voor eenverdieners. Tweeverdieners betalen voor het bijwonen van de peuterprogramma’s een uurtarief en krijgen vervolgens compensatie via het Rijk in de vorm van kinderopvangtoeslag.
Artikel 11 Reikwijdte van de beleidsregel
Deze regeling is van toepassing op de uitvoering van gesubsidieerde (VVE) peuteropvang binnen de kinderopvang in de gemeente Aa en Hunze. De inhoud van deze beleidsregel kan gewijzigd worden indien het overheidsbeleid een wijziging ondergaat die van invloed is op de gemaakte afspraken.
Het college heeft de mogelijkheid om van deze beleidsregel af te wijken als die voor een belanghebbende gevolgen zou hebben die niet in verhouding staan tot de doelen die met deze beleidsregel worden nagestreefd.
In Aa en Hunze gelden de volgende criteria voor het afgeven van een VVE-indicatie door Icare JGZ:
• Beide ouders hebben maximaal LBO/ VBO, praktijkonderwijs of VMBO basis- of kaderberoepsgerichte leerweg gevolgd of maximaal twee jaar voortgezet onderwijs in andere schoolopleiding, aansluitend op basisonderwijs. NB Bij één oudergezinnen of co-ouderschap, is het opleidingsniveau bepalend van de ouder die belast is met de dagelijkse zorg voor het kind.
• Nederlands is voor minder dan de helft de spreektaal in het gezin.
• De ouders nemen deel aan een inburgeringstraject.
• De jeugdarts of jeugdverpleegkundige constateert een achterstand in de (Nederlandse) spraak-taalontwikkeling op basis van de hiervoor geldende richtlijnen.
• De jeugdarts of jeugdverpleegkundige signaleert een verhoogd risico op spraak-taalachterstand. Dit is de professionele inschatting van de jeugdarts of jeugdverpleegkundige, op basis van o.a. omgevingsanalyse en/of andere risicofactoren die van invloed kunnen zijn op de spraak-taalontwikkeling van het kind.
• Kinderen met (dreigende) achterstanden op sociaal-emotioneel of motorisch gebied, van wie vermoeden bestaat dat extra stimulering achterstand kan voorkomen of verkleinen. Als er geen sprake is van (ook) een risico op spraak-taalachterstand dient afgewogen te worden of VVE de geëigende interventie is.