Organisatie | Heerenveen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2021 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 224 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2020 | Nieuwe regeling | 14-12-2020 |
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.
De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
Artikel 4. Maatstaf van heffing
De belasting wordt met inachtneming van het hierna in artikel 5 bepaalde geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 5. Belastingtarieven en berekeningswijze
Voor onderkomens op vaste stand- en ligplaatsen, die niet onder de heffing van forensenbelasting vallen, geldt in afwijking van het eerste lid op verzoek een vast tarief van € 200,00 per jaar per onderkomen. Van een vaste standplaats is sprake als het een (deel van een) terrein betreft, dat voor de duur van een seizoen of een jaar bestemd is voor het plaatsen van een onderkomen en dat gedurende die periode ter beschikking staat aan een of meer dezelfde personen.
Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien heeft belopen.
Artikel 9. Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste werkdag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later op de laatste werkdag van de betreffende maand.
De ‘Verordening toeristenbelasting 2020’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan