Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uithoorn

Beleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUithoorn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020
CiteertitelBeleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Uithoorn/635619/CVDR635619_2.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021Nieuw besluit

27-10-2020

gmb-2020-338077

2020-066555

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020

1. Samenvatting

Het gemeentelijk standplaatsenbeleid was toe aan herziening. Het vorige beleid was verouderd en sloot niet langer aan op de bestuurlijke wensen, de marktomstandigheden, nieuwe wetgeving en jurisprudentie. Voor het nieuwe beleid “Beleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020” zijn vanuit een economisch perspectief de strategische uitgangspunten standplaatsenbeleid 2016 opgesteld. Deze uitgangspunten zijn opgesteld en terug te voeren op de ambities en beoogde maatschappelijke effecten uit de Strategische visie 2030.

 

Het doel van het beleid is met in acht name van de kaders, het scheppen van heldere regels die duidelijkheid en zekerheid bieden aan ondernemers, vergunningverleners en andere belanghebbenden tijdens het besluitvormingsproces. In tegenstelling tot de uitgangspunten is vanwege de relatief beperkte vraag gekozen voor een aantal standplaatsen op vaste locaties. Omdat standplaatsenvergunningen gezien worden als schaarse vergunningen zijn er transparante regels opgesteld over de verdeling en geldigheidsduur van de vergunningen.

 

De beleidsregels zijn opgesteld in overeenstemming met de voorschriften zoals gesteld in de Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2020 (APV). Het beleid biedt inzicht en duidelijkheid over hoe de gemeente omgaat met de aanvragen, de uitgifte van vergunningen, de verdeling en de locaties van de standplaatsen.

2. Inleiding

 

2.1 Algemeen

Het te koop aanbieden van goederen vanaf een standplaats in de openbare ruimte van de gemeente Uithoorn is een gebruikelijke activiteit binnen de gemeente en is een aanvulling op het winkelaanbod.

Standplaatsen kunnen een waardevolle toevoeging vormen aan de reguliere voorzieningen- en detailhandelsstructuur. Standplaatsen zorgen voor een rijker aanbod van producten. Bijvoorbeeld door producten te verkopen die seizoensgebonden zijn, zoals oliebollen of de verkoop van kerstbomen. Of door een verrijking van het aanbod. Bovendien kunnen standplaatsen een meerwaarde vormen voor de uitstraling en levendigheid van een locatie, bijvoorbeeld in de vorm van een bloemenstandplaats. Daarnaast biedt een standplaats een ondernemer de mogelijkheid om met relatief lage kosten een (ambulante) handel te exploiteren.

 

Omdat het “Standplaatsenbeleid 1994” verouderd was en niet langer aansloot op de bestuurlijke wensen, de marktomstandigheden, nieuwe wetgeving en jurisprudentie is er behoefte om de beleidsregels voor standplaatsen te herzien.

 

In 2016 zijn daarvoor de “Strategische uitgangspunten standplaatsenbeleid 2016” (hierna: Strategische uitgangspunten) opgesteld. Deze uitgangspunten zijn opgesteld vanuit een economisch perspectief en terug te voeren op de ambities en beoogde maatschappelijke effecten uit de Strategische visie 2030.

Het gaat om het versterken van participatie, sociale samenhang en leefbaarheid; het zijn van een aantrekkelijke gemeente voor bewoners, bezoekers, toeristen en ondernemers; en het creëren van een vitale economie. De Strategische uitgangspunten voegen daaraan toe dat de gemeente met betrekking tot het standplaatsenbeleid een balans zoekt met andere beleidsvelden en de APV.

 

De gemeente hecht waarde aan participatie en samenwerking en daarom is op 21 mei 2019 met belanghebbenden zoals winkeliers(verenigingen), standplaatshouders en de Vereniging voor ambulante handel een informatieavond gehouden. Er zijn concept-standplaatsenbeleid opgesteld dat vier weken voor belanghebbenden ter inzage is gelegd waarna het beleid definitief is vastgesteld.

 

De Beleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020 geeft concrete invulling aan de strategische uitgangspunten. In afwijking van de uitgangspunten is vanwege de relatief beperkte vraag naar standplaatsen, gekozen voor een aantal vaste standplaatsen. Het beleid biedt inzicht en duidelijkheid over hoe de gemeente omgaat met de aanvragen, de uitgifte van vergunningen, de verdeling en de locaties van de standplaatsen.

 

2.2 Reikwijdte beleidsnota

Het innemen van een standplaats is een vorm van ambulante handel. Ambulante handel is een verzamelnaam van een aantal vormen van handel in de openbare ruimte. De volgende vormen worden hierin onderscheiden:

  • -

    het innemen van een (incidentele) standplaats op een openbare en/of in de openlucht gelegen plaats;

  • -

    het innemen van een standplaats op een week- of jaarmarkt;

  • -

    venten (de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers worden aangeboden, dan wel het huis-aan-huis aanbieden van goederen).

De onderhavige beleidsnota ziet enkel toe op het in gebruik nemen van een standplaats op een openbare en/of in de openlucht gelegen plaats. Onder een standplaats wordt verstaan: het vanaf een vaste plaats op een openbare en/of in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

 

Het gaat dus om:

  • in de openlucht;

  • in de openbare ruimte;

  • vanaf een vaste plek.

Verkoopmiddelen in een overdekte hal, of op een besloten terrein vallen niet onder het begrip standplaats. Ook een verkoopwagen die rondrijdt en zo nu en dan stopt op verschillende plekken valt niet onder dit begrip. In dit laatste geval is er sprake van venten.

 

Standplaatsen op een week- of jaarmarkt en evenementen en vallen buiten het bereik van het Standplaatsenbeleid. In de Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2020 (hierna:Apv) is geregeld dat het innemen van een standplaats tijdens een evenement ook niet valt onder het standplaatsenregime (artikel 5:17, tweede lid Apv).

 

2.2.1 Onderscheid standplaatsen

In het kader van deze beleidsnota wordt er een onderscheid gemaakt tussen twee typen standplaatsen:

  • Standplaatsen op een vaste locatie die structureel wekelijks gedurende het gehele jaar worden ingenomen met een vaste frequentie op eenzelfde tijdstip en plaats (voorbeelden hiervan zijn de kaasboer, de vishandel, de groenteboer, patatkraam etc .

  • Standplaatsen die niet structureel elke week het hele jaar (dus incidenteel) door worden ingenomen. Het kan gaan om bijvoorbeeld seizoenstandplaatsen zoals de oliebollenkraam of kerstbomenverkoop zoals de laatste jaren gebruikelijk is op het Zijdelwaardplein, het Amstelplein of bijvoorbeeld om een plek voor de verkoop van producten ten behoeve van een vereniging o.i.d. Voor genoemde seizoenstandplaatsen (kerstbomen, oliebollen) geldt dat deze maximaal 4 weken mag worden ingenomen. Hiervoor zijn locaties aangewezen op het Zijdelwaardplein, Lemeerplein en Amstelplein. Voor de overige incidentele plaatsen (zoals kaartenverkoop voor een goed doel o.i.d.) geldt een duur van maximaal 3 dagen achter elkaar en per aanvrager maximaal 2 x per kalenderjaar. Ook de aangewezen locaties kunnen bij beschikbaarheid hiervoor gebruikt worden. Voor Koek-en zopie standplaatsen geldt dat deze gedurende de periode dat er ijs ligt mag worden ingenomen. Een standplaats voor het bevolkingsonderzoek zal de periode die benodigd is voor het onderzoek worden toegestaan.

2.3 Uitgangspunten

De volgende uitgangspunten vormen de basis van het Standplaatsenbeleid 2020:

  • Behouden en versterken van het voorzieningenniveau;

  • Gelijke kansen voor ondernemers/aanvragers;

  • Transparantie.

3 Juridisch kader

 

3.1 Algemene plaatselijke verordening Uithoorn 2020 (Apv)

De wettelijke grondslag voor het reguleren van de standplaatsen is te vinden in artikel 108 van de Gemeentewet. Dit artikel erkent de autonome bevoegdheid van het gemeentebestuur tot het stellen van regels inzake de huishouding van de gemeente. Het reguleren van straathandel wordt tot de huishouding van de gemeente gerekend.

 

In de Apv is gebruik gemaakt van de bevoegdheid om op grond van de Gemeentewet regels te stellen.

Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van de vergunning

De vergunning is persoonlijk, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald. Voor standplaatsvergunning is geen uitzondering gemaakt.

Artikel 1:8 Weigeringsgronden

Een vergunning kan geweigerd worden in het belang van:

  • a.

    de openbare orde;

  • b.

    de openbare veiligheid;

  • c.

    de volksgezondheid;

  • d.

    de bescherming van het milieu.

Artikel 5:17 Definitie

Op grond van artikel 5:17 Apv wordt verstaan onder standplaats, het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

 

Onder standplaats wordt niet verstaan een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet en ook niet een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24.

Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

3.2 De Europese Dienstenrichtlijn

In 2012 is de Europese Dienstenrichtlijn (hierna: Dienstenrichtlijn) in werking getreden. Deze richtlijn is er op gericht dat ondernemers gemakkelijker hun diensten kunnen aanbieden in Europa. De Europese Dienstenrichtlijn is in Nederland omgezet in de Dienstenwet om uitvoering te geven aan deze richtlijn.

De inwerkingtreding van de Dienstenrichtlijn en in samenhang daarmee de door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State ontwikkelde jurisprudentie heeft gevolgen voor de mogelijkheden tot sturing en regulering van standplaatsen vanuit de gemeente.

Schaarse vergunningen

Een schaarse vergunning is een vergunning waarvan er maar één of een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meer (potentiële) aanvragers kunnen zijn.

Volgens de Dienstenrichtlijn worden standplaatsvergunningen gezien als schaarse besluiten/vergunningen en dient de gemeente transparante regels te hebben waaraan bij de verdeling van schaarse vergunningen wordt voldaan. Voor de verdeling en geldigheidsduur van schaarse besluiten/vergunningen gelden, gelet op de Dienstenrichtlijn, specifieke eisen. Het gaat vooral om transparantieverplichtingen bij de verdeling van schaarse vergunningen, die waarborgen dat de aanvragers gelijke kansen hebben om mee te dingen naar schaarse vergunningen. Schaarse besluiten/vergunningen sluiten bij de vergunningverlening namelijk degenen uit aan wie daardoor geen vergunning kan worden verleend. Hierdoor worden de onderlinge kansen van (potentiële) aanvragers om een vergunningplichtige activiteit te verrichten, beperkt.

 

Volgens de Dienstenrichtlijn mag de looptijd van een vergunning dan ook niet meer buitensporig lang zijn. De duur zou volgens de overwegingen in de Dienstenrichtlijn niet langer mogen zijn dan nodig is met het oog op de afschrijving van investeringen en een billijke vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal.

Jurisprudentie

Op 2 november 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan (201406676/1/A3) die consequenties heeft voor de vergunningverlening door gemeenten bij schaarse vergunningen.

Schaarse vergunningen mogen in beginsel niet voor onbepaalde tijd doch alleen tijdelijk worden verleend. Bij de verlening voor onbepaalde tijd wordt de vergunninghouder onevenredig bevoordeeld, omdat het voor nieuwkomers dan nagenoeg onmogelijk is om nog toe te treden tot de markt. Om gelijke kansen te realiseren dient daarom een passende mate van openbaarheid te worden verzekerd met betrekking tot de beschikbaarheid van de schaarse vergunning, de verdelingsprocedure (zie 4.4), het aanvraagtijdpad en de toe te passen criteria.

 

Op 18 september 2013 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (201208105/1/R2) nogmaals bepaald, dat het reguleren van de concurrentieverhoudingen niet is toegestaan, tenzij het voorzieningenniveau voor de consument bij detailhandel in eerste levensbehoeften in een deel van de gemeente in gevaar komt.

 

3.3 Overige wetgeving

Winkeltijdenwet

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:

    • a.

      op zondag;

    • b.

      op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;

    • c.

      op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.

  • 2.

    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.

Verordening winkeltijden Uithoorn 2013

Artikel 2. (Algemene) vrijstelling

Voor de in artikel 2, eerste lid aanhef en onder a en b, en tweede lid van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt van 10.00 uur tot 22.00 uur een algemene vrijstelling.

Drank- en Horecawet

Het is verboden om vanuit een standplaats alcohol te vertrekken dan wel in voorraad te hebben (artikel 18 en artikel 25 Drank- en Horecawet).

Wet milieubeheer (Wm)

Als inrichting in de zin van artikel 1 van de Wm wordt aangemerkt: elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.

De vraag is of sprake is van “binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht”, nu het gaat om een mobiele kraam. Kenmerkend van een mobiele kraam is dat zij niet locatiegebonden is. Indien die kraam echter gedurende een zekere tijd een vaste standplaats heeft en daar met een zekere regelmaat wordt opgesteld in werking gebracht, kan er toch sprake zijn van een inrichting.

Een mobiele kraam waar patat of vis voor directe consumptie wordt verkocht, en die op enkele vastgestelde dagen per week op dezelfde plek aanwezig is, kan namelijk volgens enkele uitspraken zijn als een inrichting te beschouwen zijn.

Wanneer er sprake is van een inrichting en de inrichting met name wordt genoemd in het Besluit omgevingsrecht is het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing. Hierin zijn voorschriften opgenomen waaraan de exploitant (ter bescherming van het milieu) moet voldoen. Standplaatshouders die bijvoorbeeld gebruik maken van een snackmobiel, dienen (over het algemeen) een melding in te dienen ingevolge de Wet Milieubeheer. Afhankelijk van de omstandigheden moeten er onder meer voorzieningen worden getroffen voor de vetafscheiding, het afvalwater en voor het voorkomen van stankoverlast. Dit wordt per geval beoordeeld afhankelijk van de situatie ter plaatse.

Warenwet

In de Warenwet staat aan welke eisen voedingsmiddelen en andere producten moeten voldoen. Aan de Warenwet zijn besluiten en regelingen toegevoegd zoals bijvoorbeeld over het hygiënisch klaarmaken en etiketteren van levensmiddelen. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit controleert of de regels van voedselveiligheid worden nageleefd.

Handelsregisterwet 2007

Op grond van artikel 5 blijkt dat een onderneming ingeschreven dient te zijn bij de Kamer van Koophandel.

4 Verdeling van de standplaatsvergunningen

 

4.1 Algemeen

Volgens de Dienstenrichtlijn en de landelijke jurisprudentie dient de gemeente transparante regels te hebben waaraan de gemeente bij de verdeling van schaarse vergunningen voldoet. Het gaat vooral om transparantieverplichtingen bij de verdeling van schaarse vergunningen, die waarborgen dat de aanvragers gelijke kansen hebben om mee te dingen naar schaarse vergunningen. Gelet hierop wordt in het Standplaatsenbeleid 2020 gebruik gemaakt van een maximumstelsel en een nieuwe wijze van verdeling van de standplaatsenvergunningen.

 

De bestaande detailhandels- en voorzieningenstructuur is ingericht op het optimaal bedienen van de inwoners en bezoekers van Uithoorn. Daarnaast is deze structuur planologisch zo ingericht op de locaties waar deze ruimtelijk gewenst zijn. Met de locaties voor standplaatsen wordt daarom zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestaande structuur.

 

4.2 Maximumstelsel/ standplaatsenkaart

In het belang van de openbare orde en met betrekking tot de kwaliteit van de openbare ruimte is het niet wenselijk om een onbeperkt aantal vaste standplaatsvergunningen te verlenen. Daarom wordt voor het Standplaatsenbeleid 2020 uitgegaan van een maximumstelsel.

Op grond hiervan:

  • -

    worden locaties aangewezen waar vaste standplaatsen mogen worden ingenomen;

  • -

    wordt per locatie een maximaal aantal standplaatsen vastgesteld.

Het vorenstaande laat onverlet dat bij overschrijding van het maximum aantal, of als de aanvraag een plaats betreft die niet is aangewezen afzonderlijk moet worden nagegaan of er bijzondere omstandigheden zijn die (moeten) leiden tot het alsnog verlenen van de vergunning.

De ondernemer zal in zijn aanvraag goed moeten motiveren en duidelijk moeten maken waarom de vrije bestaande plekken niet geschikt zijn. Tevens zal de ondernemer duidelijk moeten maken waarom de standplaats een wenselijke toevoeging is.

Standplaatsenkaart

Ten behoeve van het maximumstelsel is er een standplaatsenkaart1 opgesteld met hierop aangegeven het maximaal aantal locaties binnen de gemeente die geschikt zijn voor een standplaats. Tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden, wordt een aanvraag voor een standplaats in ieder geval afgewezen indien:

  • -

    de locatie niet op de standplaatsenkaart staat opgenomen;

  • -

    het vastgestelde maximum standplaatsen op de standplaatsenkaart wordt overschreden.

Bij het opstellen van de standplaatsenkaart is uitgegaan van de huidige plaatselijke situatie en is rekening gehouden met eventuele toekomstige ontwikkelingen.

Verder is getoetst aan de volgende criteria:

  • Openbare orde en (verkeers)veiligheid

    Standplaatsen dienen zoveel mogelijk te worden gesitueerd op plekken waar voldoende parkeerruimte voor automobilisten aanwezig is. Voorkomen moet worden dat standplaatsen een negatieve invloed hebben op de openbare orde en (verkeers)veiligheid. De standplaats mag geen belemmering vormen voor de vrije doorgang van voetgangers, fietsers en automobilisten. Een standplaats mag niet het verkeer blokkeren met de beweging die een standplaats met zich meebrengt. Er mogen geen verkeersonveilige situaties ontstaan als de standplaats druk bezocht wordt.

  • Situering van de standplaats

    • Bij de situering van een standplaats is een aantal aspecten van belang: de locatie moet in de nabijheid zijn van een bestaand cluster van winkels, een winkelcentra of een cluster van horeca;

    • een zorgvuldige inpassing van een standplaats in de directe omgeving waarbij de bereikbaarheid van de standplaats van belang is;

    • groenvoorzieningen en/of parkeerplaatsen mogen door een standplaats in principe niet in het gedrang komen;

    • de standplaats mag geen ontoelaatbare aantasting vormen van de ruimtelijke kwaliteit van de locatie en de directe omgeving;

    • hinder en stankoverlast;

    • (sociale) veiligheid.

4.3 Voormalige standplaatslocaties

Op basis van het standplaatsenbeleid 1994 waren de volgende locaties (bij of in de directe nabijheid van winkels) als vaste standplaats aangewezen:

Vaste locatie voor De Kwakel

één standplaats op de Kerklaan

 

Vaste locatie voor Uithoorn

één standplaats op Joost v.d. Vondellaan

één standplaats op het Potgieterplein

één standplaats op het Zijdelwaardplein

één standplaats op de Prinses Irenelaan

één standplaats op het Legmeerplein

één standplaats op het Amstelplein

één standplaats op de Arthur van Schendellaan

 

Op Zijdelwaardplein wordt sinds een aantal jaren rond de maand december incidenteel een standplaats ingenomen voor oliebollenverkoop. Dit geldt ook voor het Amstelplein. Op de Arthur van Schendellaan wordt in een voorkomende situatie standplaats ingenomen door een wagen ten behoeve van bevolkingsonderzoek.

Actualisatie locaties

Joost v.d. Vondellaan

Voor de Joost v.d. Vondellaan wordt sinds jaren geen standplaats meer ingenomen wegens gebrek aan interesse voor die locatie.

 

Deze locatie zal daarom niet worden aangewezen als vaste standplaatslocatie en vervalt daarmee als vaste plek.

Potgieterplein

Sinds jaren staat er een viskraam op donderdag op deze locatie. Deze locatie kan behouden blijven en is ook geschikt voor inname van een incidentele standplaats.

Zijdelwaardplein

Op het Zijdelwaardplein wordt in de huidige situatie een standplaats ingenomen tegenover de ingang van het winkelcentrum. De plek is relatief klein ingericht waardoor de standplaats geheel of gedeeltelijk wordt ingenomen door parkeerplaatsen. De winkeliers hebben aangeven dat zij deze locatie gesitueerd ter hoogte van de ingang van het winkelcentrum ongewenst vinden mede vanuit concurrentie oogpunt en omdat deze locatie ten koste gaat van parkeerplaatsen.

Daar er geen andere geschikte locatie aanwezig is en een standplaats bij dit centrum een toegevoegde waarde heeft, blijft de standplaats op de huidige locatie gehandhaafd. De parkeerplaatsen die gebruikt worden voor de standplaats worden niet opgeheven zodat deze als zodanig gebruikt kunnen (blijven) worden als er geen standplaats wordt ingenomen. Ook de incidentele standplaats die met name rond de feestdagen gebruikt wordt door een oliebollenkraam, blijft gehandhaafd.

Kerklaan

Op de Kerklaan wordt geruime tijd door een viskraam, een kaasboer, een groenteboer en loempiaverkoper standplaats ingenomen. De Kerklaan wordt heringericht. In het ontwerp zal rekening gehouden worden met een geschikte standplaatslocatie voorzien van een elektriciteitskast.

Legmeerplein

De oorspronkelijke locatie was direct gelegen bij de hoogbouw onder de balkons. Vanwege de (brand)veiligheid en ter voorkoming van hinder en stankoverlast was het verboden een standplaats in te nemen met gebakken producten.

Een betere locatie voor zowel een vaste als een incidentele standplaats is gelegen links voorbij de Deen op het pleintje gesitueerd in het voetgangersgebied (haaks op de fietsenstalling). Hier is echter geen electriciteitskast aanwezig.

Amstelplein

Voor het Amstelplein wordt er regelmatig een verzoek ingediend om standplaats in te mogen nemen. Vanwege dit feit en gelet op het uitgangpunt nabij een winkelcentrum standplaats in te nemen wordt op deze locatie met in acht name van de criteria genoemd onder 3.2, een standplaats mogelijk gemaakt. Tevens is er een elektriciteitskast aanwezig. Daarnaast is het mogelijk een tijdelijke standplaats in te nemen.

Arthur van Schendellaan

Op deze locatie wordt een aantal jaren door een bloemenkraam standplaats ingenomen. Tevens is op deze locatie een electriciteitskast aanwezig.

Prinses Irenelaan

Van deze plek wordt gebruik gemaakt door een vishandel en door een goudinkoopwagen. Tevens is op deze locatie een elektriciteitskast aanwezig.

 

Dat betekent dat op de standplaatsenkaart voor de gemeente Uithoorn de volgende locaties aangewezen zijn die geschikt zijn voor een vaste en/of een tijdelijke standplaats:

Vaste locatie voor De Kwakel

Eén standplaats op de Kerklaan

Vaste locatie voor Uithoorn

één standplaats op het Potgieterplein

één standplaats op het Zijdelwaardplein

één standplaats op het Legmeerplein

één standplaats op het Amstelplein

één standplaats op de Arthur van Schendellaan

één standplaats op de Prinses Irenelaan

Wijziging standplaatsenkaart

Indien zich in de nabijheid van een standplaats wijzigingen in de ruimtelijke situatie voordoen, wordt de locatie opnieuw bezien. Het maximum aantal toelaatbare vaste standplaatsen kan wijzigen, bijvoorbeeld vanwege gewijzigde planologische situaties. Tegelijkertijd kunnen door herstructurering of gebiedsuitbreiding, nieuwe locaties beschikbaar komen voor standplaatsen. Indien dit het geval is, zal de standplaatsenkaart worden aangepast en opnieuw worden vastgesteld.

 

Wanneer de plannen en de termijn waarop een reconstructie of bestemmingsplanwijziging o.i.d. in zijn algemeenheid voldoende concreet zijn, behoud het college het recht met het oog op dit feit om een vergunning voor minder dan 5 jaar te verlenen.

 

In geval van wijziging van de bestemming dan wel herinrichting van het betreffende gedeelte van de openbare weg is het college bevoegd een vervangende standplaats aan te wijzen.

 

Bij een voorkomende situatie zal de gemeente zich inspannen om bij voorkeur in overleg met de standplaatshouder een vervangende/alternatieve locatie te vinden om de resterende vergunningentermijn uit te staan. Mocht dit niet na gedane inspanning niet lukken behoud de gemeente het recht om de vergunning in te trekken.

Een vervangende locatie geldt alleen voor de vergunninghouder waarvan de oorspronkelijke locatie is komen te vervallen. Het geeft geen rechten aan een eventuele nieuwe aanvrager.

Locaties voor tijdelijke standplaatsen

Naast vaste standplaatsen bestaat er ook behoefte aan incidentele standplaatsen.

De achtergrond van dit type aanvragen is zeer divers en ook de locaties waarvoor deze aanvragen worden ingediend verschillen per aanvraag.

 

De incidentele standplaatsen vallen onder een andere categorie dan de reguliere standplaatsen. Vanwege het tijdelijke karakter is het effect op de omgeving aanzienlijk minder belastend dan een vaste standplaats. Om die reden gelden er voor incidentele standplaatsen andere, minder strenge regels.

 

In beginsel wordt één tijdelijke standplaats ten behoeve van seizoensgebonden producten bij de winkelcentra Zijdelwaard, het Amstelplein en het Legmeerplein toegestaan op de daarvoor op de standplaatsenkaart aangewezen locaties.

Oliebollen en kerstbomen

In de decembermaand kan de verkoop van oliebollen of kersbomen een sfeerverhogend effect hebben nabij een winkelcentrum. Sinds een aantal jaren staat er een oliebollenkraam op het Zijdelwaardplein en op het Amstelplein. Er is ook ruimte bij het Legmeerplein.

 

Met betrekking tot de voorwaarde van het ’s avonds weghalen van de verkoopwagen kan van deze voorwaarde voor de verkoop van oliebollen worden afgezien voor de duur van de verkoop (max 4 weken). Dit mede gelet op de specifieke wagen (oliebollenkraam) die voor de verkoop van dergelijke producten wordt gebruikt. Een dergelijke wagen is lastig dagelijks te verplaatsen.

Op het Zijdelwaardplein zal de kraam voor verkoop van oliebollen tijdelijk ten koste gaan van maximaal 3 parkeerplaatsen. Gelet op het incidentele karakter is dit bij uitzondering geaccepteerd.

Koek- en zopie-tenten

Tijdens de vorstperiode komen er geregeld aanvragen binnen voor het plaatsen van koek- en zopietenten. Deze aanvragen zijn tot op heden altijd verleend. Het gaat om een traditie die reeds jaren bestaat. Het is dan ook niet wenselijk deze vorm van innemen van incidentele standplaatsen strak te reguleren.

Natuurlijk is er wel enige vorm van controle, om te voorkomen dat de openbare orde en veiligheid in het geding komt. Men moet dan denken aan het houden van een afstand van minimaal 50 meter tussen de diverse standplaatsen. Ook dienen deze incidentele standplaatsen zich houden een de reguliere begin- en eindtijden. Eventuele locaties voor dergelijke standplaatsen zijn bijvoorbeeld het Zijdelmeer, evenemententerrein Legmeer-West en nabij de rivier de Amstel. Ook voor het in behandeling nemen van een dergelijke aanvraag wordt een algemeen recht geheven.

Minimaal 3 werkdagen van te voren dient de aanvraag ingediend te worden.

Maatschappelijke doeleinden

Ten behoeve van maatschappelijke doeleinden kan een tijdelijke standplaatsvergunning worden afgegeven. Onder maatschappelijke doeleinden wordt o.a. verstaan: bevolkingsonderzoek, educatieve doelen, politieke partijen in het kader van verkiezingen, goede doelen, bedrijven die voorlichting willen geven over bepaalde producten, etc.

 

Vanwege de grote diversiteit van de incidentele standplaatsen is het niet mogelijk alle mogelijke vormen van incidentele standplaatsen te verwoorden. Om die reden behoudt het college het recht voor afzonderlijke aanvragen voor incidentele standplaatsen op haar merites te beoordelen. Per aanvraag wordt bepaald of het wenselijk is de incidentele standplaatsvergunning te verlenen, met inachtneming van de toetsingscriteria die van toepassing zijn op de vergunningverlening. Ook dient getoetst te worden aan het bestemmingsplan. Als de verkoop door ambulante handel niet verboden is, wordt de aanvraag getoetst op de criteria zoals bepaald in de Apv (onder andere ‘verkeersveiligheid’ en ‘situering van de standplaats’). Daarnaast wordt er getoetst of er geen andere activiteiten, zoals een braderie of andere evenementen plaatsvinden.

 

4.4 Verdeling van de standplaatsenvergunningen

Voormalige verdelingssystematiek

Voorheen werd uitgegaan van een verdeelsysteem op grond binnenkomst van een aanvraag (wie het eerst komt wie het eerst maalt). Op de website van de gemeente is op een actuele lijst te zien welke locaties/dagen een standplaats “vrij” is.

Voor de nog vrije dagen kan een vergunning worden aangevraagd. De vergunningen werden voor onbepaalde tijd verleend. Er werd geen wachtlijst bijgehouden.

Nieuwe verdelingssystematiek

Een actuele lijst van de bezetting van de standplaatsen zal op de website zijn gepubliceerd.

Vaste standplaatsen

Vier maanden voordat de vergunning verloopt of in het geval wanneer een vaste standplaats vrij komt door een verzoek van de standplaatshouder om intrekking van een vergunning (voor afloop van de vergunde termijn) zal dit actief gecommuniceerd worden via de gemeentepagina van het huis-aan-huisblad de Nieuwe Meerbode en via de website van de gemeente. Gegadigden kunnen zich binnen 4 weken na bekendmaking aanmelden als gegadigde.

Dat geldt ook voor de huidige standplaatshouder. Zijn er binnen die vier weken meerdere geïnteresseerden voor het innemen van de standplaats op een bepaalde locatie, dan zal volgens loting in aanwezigheid van drie ambtenaren van het team VTH van de uitvoeringsorganisatie Duo+ bepaald worden wie in principe in aanmerking komt voor de locatie. De geïnteresseerden worden hiervan per ommegaande op de hoogte gesteld en de uitverkorene kan een aanvraag indienen.

 

Komt er geen reactie binnen deze vier weken zal via een actuele standplaatsenlijst op de website kenbaar zijn/blijven dat de betreffende locatie (met dagen/tijden) beschikbaar is.

Wanneer er later interesse is voor de betreffende plek, dan zal op grond van “wie het eerst komt wie het eerst maalt” de aanvraag in behandeling worden genomen.

Incidentele standplaatsen

Met betrekking tot het innemen van een incidentele standplaats voor het seizoensgebonden product oliebollen zal dezelfde verdelingssystematiek als bij vaste standplaatsen worden gehanteerd.

 

Zijn er voor eenzelfde incidentele standplaats gelijktijdig meerdere geïnteresseerden zal volgens loting in aanwezigheid van drie ambtenaren van het team VTH van de uitvoeringsorganisatie Duo+ bepaald worden wie in principe aanmerking komt voor de locatie. De geïnteresseerden worden hiervan per ommegaande op de hoogte gesteld en de uitverkorene kan een aanvraag indienen.

Branchering

In het belang van de openbare orde kan per branche een maximaal aantal vergunningen worden verleend. Een dergelijke brancheverdeling heeft echter alleen zin wanneer het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. In Uithoorn zijn onvoldoende vergunningen verleend.

Het in het leven roepen van een maximumstelsel ten aanzien van de branches is daarom op dit moment niet mogelijk. Mocht dit in de toekomst wel gebeuren, dan zal alsnog een maximumstelsel in het leven kunnen worden geroepen.

 

4.5 Tijdsduur van de standplaatsenvergunningen

Het college streeft er naar om een zo’n gevarieerd mogelijk aanbod te krijgen van standplaatshouders binnen de gemeente.

Daarom kunnen de standplaatsen maximaal twee hele dagen of vier dagdelen verdeeld over maximaal twee dagen ingenomen worden. In het kader van een gevarieerd aanbod zal er per locatie één keer per week dezelfde branche worden toegestaan.

Gelet op de Dienstenrichtlijn mag de looptijd van een vergunning niet meer buitensporig lang zijn. De duur mag niet langer zijn dan nodig is met het oog op de afschrijving van investeringen en een billijke vergoeding van het geïnvesteerde kapitaal.

 

De standplaatsvergunningen voor vaste standplaatsen werden voor onbepaalde tijd verleend. Sinds 20 maart 2019 worden in afwachting van het nieuwe beleid vergunningen tijdelijk voor maximaal één jaar verleend.

 

Met het oog op de Dienstenrichtlijn en de continuïteit worden vergunningen voor vaste standplaatsen op grond van het nieuwe standplaatsenbeleid voor de duur van maximaal vijf jaar verleend.

Bestaande vergunninghouders die nu beschikken over een vergunning voor onbepaalde tijd krijgen in verband met een redelijk overgangstermijn met ingang van het nieuwe beleid eenmaal een vergunning met de duur van 5 jaar. De nieuwe vergunningen zullen ambtshalve verstrekt worden.

Incidentele standplaatsvergunningen worden niet voor meerdere jaren verleend.

 

4.6 Weigeringsgronden

Het standplaatsenbeleid is vooral gericht op een rechtvaardige verdeling van de beschikbare standplaatsen binnen de gemeente, met inachtneming van de weigeringsgronden die zijn geformuleerd in het beleid en in de Apv. Naast de weigeringsgronden op grond van het maximumstelsel worden er in de Apv verschillende redenen genoemd op grond waarvan een standplaatsvergunning geweigerd kan worden:

  • Artikel 1.8, eerste lid Apv

    De standplaatsvergunning kan door het college geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • Artikel 5:18, tweede lid Apv

    Het college kan de vergunning weigeren wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

     

  • Artikel 5:18, derde lid Apv

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de vergunning wordt de vergunning geweigerd:

    • a.

      indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

    • b.

      indien als gevolg van bijzondere omstandigheden, in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt.

Openbare orde en openbare veiligheid

De Apv is gericht op de huishouding van de gemeente en is van oudsher een openbare orde en overlastverordening.

Het begrip “openbare orde” is een open begrip. Een vaak gebezigde definitie luidt: “het ordelijk verloop van het gemeenschapsleven in de openbare ruimte”.

Deze weigeringsgrond wordt bij standplaatsen vaak gehanteerd in combinatie met de weigeringsgrond “belang van der verkeersvrijheid of -veiligheid”.

Bescherming van het milieu

Een standplaats kan vallen onder het begrip inrichting en daardoor vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit ingevolge de Milieuwetgeving. Een voorbeeld zijn standplaatsen waar tegen vergoeding spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Dit zijn in beginsel inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Hierdoor moet worden voldaan aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Daarnaast is het mogelijk op grond van dit besluit maatwerkvoorschriften te stellen.

Voorkomen of beperken van overlast

“Overlast” kan via de algemene gronden openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en milieu worden aangemerkt als een weigeringsgrond. Overlast kan namelijk betrekking hebben op verschillende aspecten, zoals geluidsoverlast, overlast veroorzaakt door stof, afval enzovoorts, dit kan worden geschaard onder milieu of zelfs volksgezondheid. Standplaatsen kunnen bijvoorbeeld groepsvorming tot gevolg hebben, welke op haar beurt kan leiden tot lawaai, rommel of vernielingen. Zodanige verstoringen kunnen ook de rust en het woongenot van omwonenden aantasten.

Onder overlast wordt in ieder geval ook begrepen hinder als bedoeld in artikel 5:37 BW.

Verkeersveiligheid

Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar rijwielverkeer in voetgangersgebieden. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom niet mogelijk overal een standplaats in te nemen. Bijvoorbeeld te denken aan locaties waar standplaatsen het vrije zicht op kruisingen, oversteekplaatsen, uitritten, verkeerslichten of-borden belemmeren, een locatie op een calamiteitenroute van nood- en hulpdiensten of op locaties waar de gidslijn voor visueel gehandicapten geblokkeerd wordt.

In strijd met het bestemmingsplan (Artikel 5:18, tweede lid Apv)

De standplaatsvergunning wordt geweigerd door het college als er strijd is met een geldend bestemmingsplan. In de bestemmingsplannen wordt geregeld dat standplaatsen enkel zijn toegestaan binnen bepaalde hoofdbestemmingen, zoals de bestemming Verkeer. Voor de verdere beoordeling of de standplaats past binnen het bestemmingsplan is in de bestemmingsplannen opgenomen dat de Apv en het standplaatsenbeleid het toetsingskader vormen. De uitgangspunten geformuleerd in het standplaatsenbeleid bieden de basis voor de inhoudelijke beoordeling.

Redelijke eisen van welstand (Artikel 5:18, derde lid Apv)

De weigeringsgrond “redelijke eisen van welstand” kan gehanteerd worden als een of meer standplaatsen worden ingenomen op een zodanige plaats dat het straatbeeld ernstig verstoord wordt (ordening van straathandel). Met deze weigeringsgrond kan niet alleen verkapte marktvorming worden tegengegaan, ook wordt daarmee het aanzien van monumentale gebouwen en beschermde dorpskernen gewaarborgd.

Redelijk verzorgingsniveau

Ook als uit onderzoek blijkt dat er voldoende verkooppunten zijn, is dit op zichzelf onvoldoende reden om een vergunning te weigeren. Het bepalende element is het verzorgingsniveau voor de consument en niet de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier.

 

4.7 Intrekkings- of wijzigingsgronden standplaatsenvergunning

Artikel 1:6 van de Apv geeft verschillende redenen op grond waarvan een standplaatsvergunning ingetrokken kan worden:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

4.8 Vervallen standplaatsenvergunning

Het recht op het innemen van een standplaats vervalt:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    bij het overlijden van de standplaatsvergunninghouder;

    • Een standplaatsvergunning is een persoonlijke vergunning die in beginsel niet overdraagbaar is aan derden. Een uitzondering wordt gemaakt bij het overlijden van de standplaatshouder. Dan kan het recht worden overgedragen aan de partner of een kind, wanneer binnen één maand na het overlijden een verzoek hiertoe wordt ingediend;

  • c.

    indien het college het recht op een standplaatsvergunning vervallen verklaren omdat naar haar oordeel niet aan de voorschriften, verbonden aan de standplaatsvergunning, wordt voldaan;

  • d.

    indien de looptijd van de vergunning verstrijkt en er geen verzoek is ontvangen voor een nieuwe vergunning;

  • e.

    indien van de vergunning meer dan drie weken geen gebruik wordt gemaakt wordt de vergunning ingetrokken behoudens bijzondere omstandigheden zoals ziekte of een reguliere vakantie. Het is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder om dit tijdig te melden bij de gemeente.

4.9 Aanvraag Standplaatsvergunning

Voor het toewijzen van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

 

Een standplaatsvergunning wordt voor de duur van vijf jaar, of op verzoek van de aanvrager voor een deel hiervan, verleend.

 

Voor wat betreft de verdelingssystematiek zie 4.4.

 

4.10 Vergunningvoorschriften

Nieuwe vergunningaanvragen worden getoetst aan de Apv en aan de in deze beleidsnota opgenomen beleidsregels. Aan standplaatsvergunningen worden voorschriften verbonden. Daarin worden onder andere vermeld de locatie, de branche, de maximale afmetingen van de standplaats, de tijdstippen en de wijze van oplevering van de standplaats. De voorschriften hebben ten doel de openbare orde, veiligheid en het milieu te beschermen. In strijd handelen met de voorschriften van de verleende standplaatsvergunning kan er toe leiden dat er door de gemeente handhavend wordt opgetreden.

 

4.11 Maximale grootte van een standplaats

Aangezien door het innemen van een standplaats ruimte aan andere openbare functies wordt onttrokken, is het wenselijk dat het ruimtebeslag van een standplaats beperkt wordt gehouden.

 

De maximale afmeting van een standplaatslocatie is opgenomen in Bijlage 1 (standplaatsenkaart) welke onderdeel uit maakt van dit beleid. De locatie en de maximale afmeting van een standplaats zal als voorschrift in de vergunning worden opgenomen.

De plek zal op locatie fysiek worden gemarkeerd waardoor dit ten goede komt van de handhaafbaarheid.

Attributen

Gelet op het beperken van overlast en de verkeersveiligheid is een terras bij een standplaats niet toegestaan. Gelet op de aard van een standplaats, het binnen een beperkte tijd aanschaffen en indien van toepassing nuttigen van de aangeschafte producten zijn maximaal twee hoge tafeltjes voor het staand nuttigen hiervan toegestaan mits de ruimte van de standplaats dit toestaat.

 

4.12 Tijdstippen standplaatsen

  • De dagen en tijdstippen waarop de standplaatsen mogen worden ingenomen zijn gerelateerd aan de Winkeltijdenwet en de verordening winkeltijden Uithoorn 2013;

  • de standplaats wordt ingenomen voor minimaal 1 dagdeel per week en maximaal 2 dagen (vanaf 9:00 uur tot maximaal 22:00 uur) per week of 4 dagdelen per week verdeeld over 2 dagen (een dagdeel is een aaneengesloten periode van 9:00 uur tot 13:00 uur of van 13:00 uur tot 22:00 uur).

     

    Om de overgang goed te laten verlopen dient de plek voor 13:00 uur opgeruimd en leeg te zijn zodat vanaf 13:00 uur de plek door een andere standplaatshouder voor het tweede dagdeel gebruikt kan worden.

Tijdstip innemen standplaats en aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op de standplaats meer dan één uur voor aanvang en meer dan één uur na afloop van de toegestane verkoopperiode met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen of goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    Een voertuig mag alleen onderdeel uitmaken van de standplaats indien dit voor de directe uitvoering van de verkoopactiviteiten noodzakelijk is en past binnen de afmetingen van de standplaats.

4.13 Persoonlijk innemen standplaats, vervanging en afwezigheid

De standplaatsvergunning heeft op grond van artikel 1:5 Apv een persoonsgebonden karakter. Dit betekent dat een standplaatsvergunning aan de aanvrager wordt verleend. Vanwege de persoonsgebondenheid is de vergunning niet overdraagbaar.

 

Indien vergunninghouder geen gebruik meer wenst te maken van de vergunning dient hij dat terstond te melden aan burgemeester en wethouders.

 

4.14 Oplevering standplaats

Alle standplaatsen dienen aan het einde van de (dag)exploitatie ontruimd te worden. Voor een oliebollenkraam kan eventueel hierop een uitzondering worden gemaakt.

De standplaatslocatie dient in dezelfde staat opgeleverd te worden als waarin zij is uitgegeven.

5 Kosten

 

5.1 Leges en precario

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een standplaatsvergunning zijn leges verschuldigd. De hoogte van de te betalen leges zijn vastgesteld in de rechtenverordening van de gemeente Uithoorn.

 

Aan de standplaatshouder wordt precario in rekening gebracht voor het – in verband met het innemen van de standplaats – gebruik van de openbare weg. Precario is een belasting waarbij het voorheen voor een dagdeel uren in rekening worden gebracht ongeacht of alle uren per dagdeel werden benut.

De precarioverordening is aangepast. Er wordt niet meer per dagdeeluren in rekening gebracht maar de uren waarop feitelijk standplaats wordt ingenomen. Voor het Amstelplein wordt voorgesteld de kosten per uur gelijk te stellen met het Zijdelwaardplein.

 

5.2 Kosten gebruik elektriciteit

De standplaatsen zijn ingericht voor gebruik door vergunninghouders. De standplaatshouders kunnen op de volgende locaties: Amstelplein, Zijdelwaardplein, en Prinses Irenelaan, Arthur van Schendellaan en de Kerklaan gebruik maken van de elektriciteitskasten die bij de standplaats aanwezig zijn. De kosten voor het gebruik van de elektriciteit zijn verdisconteerd in de precario.

6 Handhaving

 

6.1 Controle op de naleving

De toezichthouders voeren controle uit op de naleving van de voorschriften en de beleidsregels en zijn bevoegd om handhavend op te treden. Bij onregelmatigheden maken de toezichthouders een verslag op. Na het vaststellen van het niet naleven van de voorschriften door een standplaatshouder volgt een schriftelijke waarschuwing. Bij opnieuw constateren van de betreffende onregelmatigheden kan de vergunning worden geschorst of ingetrokken.

Voor de duidelijkheid en handhaafbaarheid zullen de locaties met markeringspunten fysiek worden aangegeven.

7 Slotbepalingen

 

7.1 Overgangsrecht

Het onderstaande overgangsrecht geldt voor vergunningen, die voor 1-1-2020 zijn afgegeven, tenzij hieronder anders aangegeven:

  • -

    bestaande vergunninghouders welke beschikken over een onherroepelijke vergunning voor onbepaalde tijd krijgen met ingang van het nieuwe beleid eenmaal een vergunning met de duur van 5 jaar. Reden hiervan is dat, anders dan nieuwe aanvragers om een standplaatsvergunning, deze vergunninghouders in de omstandigheid geleefd hebben dat hun vergunning voor onbepaalde tijd geldig zou zijn. Een overgangstermijn is om die reden redelijk. De nieuwe vergunningen zullen ambtshalve verstrekt worden;

  • -

    een overgangstermijn van 3 jaar wordt van toepassing op incidentele plaatsen die tenminste 4 jaar achter elkaar zonder onderbreking door eenzelfde vergunninghouder op een zelfde locatie, in een vaste periode met een zelfde product een tijdelijke standplaats in Uithoorn hebben ingenomen. De vergunning dient wel voor het betreffende jaar te worden aangevraagd. Reden hiervan is dat het betreft weliswaar een tijdelijke plek betreft echter door de herhaalde en aaneengesloten aanwezigheid is het aannemelijk dat zij in Uithoorn een vaste klantenkring hebben opgebouwd;

  • -

    behoudens de wijziging van de vergunningentermijn en eventuele aanpassing van de gebruikte vierkante meters zullen de nieuwe vergunningen geen inhoudelijke aanpassingen bevatten ten opzichte van de bestaande vergunningen.

7.2 Citeertitel en Inwerkingtreding

Na bekendmaking van het Beleidsregels standplaatsen treedt het beleid in werking.

 

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels standplaatsen Uithoorn 2020”.

Bijlage 1 Standplaatsenkaart

STANDPLAATSENKAART

 

Legmeerplein

 

Situering

nabij winkelcentrum

Verkeer

geen

Milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

Max. afmetingen tijdelijke plek

8 x 4 m

Elektriciteitskast

Niet aanwezig

bijzonderheden

 

Zijdelwaardplein

 

Situering

nabij winkelcentrum

Verkeer

Locaties op parkeerplaatsen

Milieu

Max. afmetingen reguliere plek

6 x 4 m

Max. afmetingen tijdelijke plek

6 x 4 m

Elektriciteitskast

1 kast aanwezig

bijzonderheden

 

Amstelplein

 

Situering

nabij winkelcentrum

Verkeer

voetgangers, fietsers

Milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

Max. afmetingen tijdelijke plek

8 x 4 m

elektriciteitskast

1 kast aanwezig

bijzonderheden

wordt op termijn heringericht

 

Potgieterplein

 

Situering

nabij een kerk, op relatief korte afstand van winkelcentrum en busstation

verkeer

geen hinder, nabij parkeerplaatsen

Milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

elektriciteitskast

niet aanwezig

bijzonderheden

 

Kerklaan te De Kwakel

 

Situering

in dorpskern nabij winkels

verkeer

geen

milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

elektriciteitskast

nog niet aanwezig wel na reconstructie

bijzonderheden

wordt medio 2020 heringericht

 

Prinses Irenelaan

 

situering

nabij winkelcentrum

verkeer

voetgangers

milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

Elektriciteitskast

1 kast aanwezig

bijzonderheden

wordt op termijn heringericht

 

Arthur van Schendellaan

 

Situering

nabijheid van winkels

Verkeer

op trottoir, geen hinder

Milieu

Max. afmetingen reguliere plek

8 x 4 m

Elektriciteitskast

1 kast aanwezig

bijzonderheden


1

De standplaatsenkaart behorend bij het Standplaatsenbeleid 2020 is in Bijlage 1 bij deze beleidsnota opgenomen.