Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021
CiteertitelVerordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

hoofdstuk XV van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

15-12-2020

gmb-2020-337932

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021

 

De Raad van de Gemeente Almelo;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2020;

 

gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapslasten;

 

overwegende, dat in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gewenst is regels te stellen voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;

 

besluit:

de volgende verordening vast te stellen

 

Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021.

 

Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding

Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend:

A. haven-, kade- en opslaggeld;

B. begraafrechten;

C. leges;

D. toeristenbelasting;

E. reclamebelasting;

F. parkeerbelasting;

G. precariobelasting;

H. onroerende-zaakbelastingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel a en onderdeel b, subonderdeel ii (Niet-woningen) van die verordening en;

I. rioolheffing als bedoeld in artikel 7, lid 1 (Eigenaren), lid 2, onderdeel b en 3 (Grootverbruik) van die verordening.

 

Artikel 2 Beperkte kwijtschelding

1. Bij de invordering van de onroerende-zaakbelastingen als bedoeld in artikel 5, lid 1, onderdeel b, sub i (Woningen) wordt volledige kwijtschelding verleend van het in te vorderen bedrag.

2. Bij de invordering van de afvalstoffenheffing wordt alleen kwijtschelding verleend voor het bepaalde in hoofdstuk 1, artikel 2, onderdeel a en b van de tarieventabel van die verordening.

3. Bij de invordering van de rioolheffing wordt alleen kwijtschelding verleend van het bepaalde in artikel 3, lid 1, onder b, in relatie met:

a. artikel 7, lid 2, onderdeel a (niet woningen);

b. en artikel 7, lid 4, onderdeel a en b (woningen);

van die verordening.

 

Artikel 3 Verruimde kwijtschelding

1. Bij de invordering van de in artikel 2 genoemde belastingen, vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in hoofdstuk 2, artikel 16, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de genoemde uitvoeringsregeling, worden vastgesteld op 100 percent van de genormeerde bijstandsuitkering.

2. Bij de kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde belastingen wordt voor echtgenoten, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, die 65 jaar of ouder zijn, het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100% procent van de toepasselijke netto AOW-bedragen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.

3. Bij de kwijtschelding van de in artikel 2 genoemde belastingenworden overeenkomstig het bepaalde in artikel 28, lid 3, van de Uitvoeringsregeling als uitgaven mede in aanmerking genomen de netto kosten van kinderopvang.

4. Ter beoordeling van de aanvraag om kwijtschelding vindt een toets plaats aan de hand van hetgeen bepaald is in artikel 12 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

5. Met inachtneming van het overigens in dit besluit bepaalde, wordt een verzoek om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, behandeld volgens de bepalingen van hoofdstuk II, afdelingen 1, 2 en 5 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

 

Artikel 4 Wijze van aanvraag kwijtschelding

Voor de aanvraag om kwijtschelding dient gebruik te worden gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 232, lid 4 onder b van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.

 

Artikel 5 Overgangsrecht

De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2020, vastgesteld op 7 november 2019, wordt, voor zover deze betrekking heeft op de in deze verordening behandelde beleidskeuzes, ingetrokken met ingang van de artikel 6 genoemde datum van ingang van de verordening, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op ingediende verzoeken die zich voor die datum hebben voorgedaan.

 

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

 

Artikel 7 citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2021”.

 

Gedaan ter openbare vergadering van 15 december 2020.

de griffier, de burgemeester,

drs. C.M. Steenbergen A.J. Gerritsen