Organisatie | Ridderkerk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent de heffing en invordering van afvalstoffenheffing (Verordening afvalstoffenheffing 2021) |
Citeertitel | Verordening afvalstoffenheffing 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening afvalstoffenheffing 2020.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.
artikel 15.33 van de Wet milieubeheer
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2020 | nieuwe regeling | 14-12-2020 | 200747 |
De raad van de gemeente Ridderkerk;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2020;
gelet op het advies van de commissie Samen wonen van 26 november 2020;
overwegende dat de verordening en de bijbehorende tarieventabel voor 2021 dienen te worden vastgesteld door de gemeenteraad;
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
Vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING 2021 (VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2021)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.2 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, dan wel met toepassing van de in de bijbehorende tarieventabel opgenomen tarieven hoger wordt als gevolg van wijziging in het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel, is de belasting respectievelijk de hogere belasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel, dan wel met toepassing van de in de bijbehorende tarieventabel opgenomen tarieven lager wordt als gevolg van wijziging in het aantal personen dat gebruik maakt van het perceel, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk na de wijziging als hiervoor bedoeld, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 2.100,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerk van 14 december 2020.
De griffier,
mr. J.G. van Straalen
De voorzitter,
mw. A. Attema
Bijlage 1: Tarieventabel afvalstoffenheffing 2021
behorende bij de VERORDENING AFVALSTOFFENHEFFING 2021
Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
Er wordt geen kwijtschelding verleend voor de eerste € 97,62 van het totaal verschuldigd bedrag aan afvalstoffenheffing. |
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
Inwerkingtreding en citeertitel
De “Tarieventabel afvalstoffenheffing 2020” van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan. Deze tarieventabel treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ridderkerk van 14 december 2020.