Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling voorschoolse educatie- en peuteraanbod gemeente Papendrecht 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling voorschoolse educatie- en peuteraanbod gemeente Papendrecht 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 08-12-2020 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Papendrecht;
Gelet op de Wet Kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, de Wet op het primair onderwijs, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerken, de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang en de Algemene subsidieverordening gemeente Papendrecht 2013;
Overwegende dat het voor de subsidieverlening aan een aanbieder van peuteropvang en voorschoolse educatie (ve) binnen de peuteropvang noodzakelijk is om nadere regels vast te stellen;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
ve: voorschoolse educatie, zijnde kortdurende opvang met een aanbod voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar waarin op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal en motoriek en op het stimuleren van de sociaal-emotionele ontwikkeling;
Het doel van deze regeling is het door subsidiëring bieden van een duurzaam, kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie in de gemeente Papendrecht zodat er gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar in de gemeente zijn.
Artikel 4 Hoogte subsidiebedrag
Het normtarief voor ve dekt de kosten voor: het voldoen aan alle wettelijke eisen (inclusief de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker /coach ve), de uitvoering van ve-activiteiten, materialen, coördinatie en managementuren, taakuren voor overdracht, signalering en oudergesprekken, scholing en professionalisering en huisvesting.
De hoogte van de in artikel 5 lid 1 genoemde inkomensafhankelijke ouderbijdrage tot aan fiscaal maximum wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar en volgens de Kinderopvangtoeslagtabel van het Rijk. Ten behoeve van de vaststelling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage vragen de ouders een inkomensverklaring aan bij de Belastingdienst en leveren deze in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.
Als het verwachte verzamelinkomen wijzigt ten opzichte van het vermelde in de meest recente Inkomensverklaring(en), dien(t)(en) deze verklaring(en) aangevuld te worden met documenten waaruit het verwachte verzamelinkomen blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten moet blijken dat de inkomenswijziging structureel is en in ieder geval geldt voor de eerste maand van plaatsing op een peuterplek.
De subsidie wordt per kwartaal aangevraagd. Dit gebeurt aan de hand van 4 peildata (1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober). De aanvraag gebeurt volgens een door de gemeente aangeleverd format. In kwantitatieve zin gebeurt dit op basis van daadwerkelijke aantallen peuters en daadwerkelijk contracteerde uren op basis van de genoemde peildatum. Hierbij is het aantal maximaal te subsidiëren uren vastgelegd in artikel 3 lid 2 en 3.
Artikel 7 Vaststelling subsidie
De verantwoording vindt na afloop van het kalenderjaar, voor 1 mei plaats. Hiertoe levert de aanbieder gegevens aan over het werkelijke aantal afgenomen peuterplaatsen (daaronder wordt verstaan het aantal gecontracteerde uren per werkelijk bezette peuterplaats (regulier en ve)), het werkelijk gehanteerde normtarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Dit gebeurt volgens een door de gemeente aangeleverd format.