Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening marktgelden 2021 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2020 | nieuwe regeling | 14-12-2020 |
De raad van de gemeente Elburg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2020;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2021.
Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats als bedoeld in artikel 1 is toegestaan.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en belastingtarief
1. Het marktgeld bedraagt voor elke standplaats, op de weekmarkt gehouden op dinsdagmorgen op parkeerterrein ’t Schootsveld te Elburg, welke tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld:
2. Het marktgeld bedraagt voor gebruikmaking van een aansluiting op een elektriciteitskast, per marktdag, per aansluiting: € 5,61 exclusief omzetbelasting en € 6,80 inclusief omzetbelasting:
3. Het marktgeld bedraagt voor gebruikmaking van diensten voor reclame- en promotieactiviteiten per vaste standplaats op de weekmarkt gehouden op dinsdagmorgen op parkeerterrein ’t Schootsveld te Elburg:
4. Het marktgeld bedraagt voor elke standplaats, niet zijnde een vaste standplaats op parkeerterrein ’t Schootsveld te Elburg, € 4,65 per kraam van 4 meter, of een meervoud daarvan, per marktdag.
5. Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een eenheid voor een volle eenheid gerekend.
Artikel 6. Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
1. De belastingplicht begint op de eerste dag van de eerstvolgende volle maand na toekenning van de standplaats. Een toegekende plaats wordt beëindigd, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige.
2. Van het marktgeld dat wordt betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van de standplaats is beëindigd voor het verstrijken van de termijn restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de standplaats volle maanden overblijven.
3. Van het marktgeld dat wordt betaald naar een termijn van een kwartaal wordt, indien het gebruik van de standplaats is beëindigd voor het verstrijken van de termijn restitutie verleend voor de maanden van het betaalde bedrag als er in dat kwartaal na de beëindiging van het gebruik van de standplaats volle maanden overblijven.
Artikel 7. Termijn van betaling
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden voldaan binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van deze belasting.
Artikel 10. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
1. De Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2020 van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening marktgelden 2021.