Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening haven- en kadegelden 2021 |
Citeertitel | Verordening haven- en kadegelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlage 1 Kaart havengebied |
Geen
artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2020 | nieuwe regeling | 14-12-2020 |
De raad van de gemeente Elburg;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2020;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;
besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van haven- en kadegelden 2021.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Een gedeelte van een dag, week of maand wordt voor een gehele dag respectievelijk een gehele week of een gehele maand gerekend.
Ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde wateren of kaden, in eigendom bij de gemeente, of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente, wordt onder de naam haven- en kadegelden een recht geheven.
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Het haven- en kadegeld wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, als opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.
Het haven- en kadegeld wordt niet geheven van:
het gebruik van de haven met een vaartuig uitsluitend voor het uitbaggeren der haven, het op of aan een werf herstellen, het voor de eerste maal vaarklaar maken en het slopen, mits het gebruik van de haven niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de duur van 14 dagen niet te boven gaat.
1. Het haven- en kadegeld wordt bij gebruikmaking van een jaarabonnement geheven bij wege van aanslag.
2. Indien er geen sprake is van gebruikmaking van een jaarabonnement dan kan het haven- en kadegeld worden geheven bij wege van aanslag, door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld, of bij wege van voldoening op aangifte met behulp van de betaalautomaat.
Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld
Het haven- en kadegeld is verschuldigd zodra het gebruik van de haven of kade begint.
Artikel 11. Termijnen van betaling
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 dient het haven- en kadegeld te worden voldaan op het moment waarop de nota wordt uitgereikt. Bij het gebruik maken van een jaarabonnement moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2. In afwijking van het eerste lid geldt, dat bij gebruikmaking van een jaarabonnement, het verschuldigde bedrag van de aanslag door middel van automatische incasso kan worden afgeschreven in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
3. Indien het verschuldigde termijnbedrag als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kan worden geïncasseerd vervalt voor de betreffende aanslag de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid, of de termijnen die de invorderingsambtenaar vaststelt.
4. Het totaal verschuldigde bedrag aan belasting welke wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, wordt naar beneden afgerond op € 0,05 nauwkeurig. Het verschuldigde bedrag dient per direct te worden betaald.
5. Het totaal verschuldigde bedrag aan belasting welke wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte wordt per direct voldaan.
6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 12. Jaarabonnement - Restitutie en overschrijving
1. Van het havengeld bij gebruik van een jaarabonnement wordt, indien het gebruik van de haven is geëindigd voor het verstrijken van het belastingjaar, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel twaalfden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven volle maanden overblijven.
2. Van het havengeld bij gebruik van een jaarabonnement wordt, indien het gebruik van de haven begint in de loop van het belastingjaar, door een schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, de aanslag opgelegd voor zoveel twaalfden van het te betalen bedrag als er in dat jaar na het begin van het gebruik van de haven volle maanden overblijven.
3. Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig wordt, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, met ingang van de eerste volle maand een aanvullende aanslag opgelegd c.q. een vermindering verleend.
Artikel 14. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van deze belasting.
Artikel 15. Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel
1. De Verordening op de heffing en de invordering van haven- en kadegelden 2020 van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
4. Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening haven- en kadegelden2021.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2020.
De voorzitter, ir. J.N. Rozendaal
De griffier, mr. ir. M.C. Luiting
Tarieventabel behorende bij de Verordening haven- en kadegelden 2021
De bedragen genoemd in deze tarieventabel zijn, voor zover van toepassing, inclusief omzetbelasting.
1.1 Het havengeld bedraagt voor woonschepen, pleziervaartuigen en andere schepen/vaartuigen:
1.1.1 per dag, per strekkende meter: € 1,55;
1.1.2 bij een verblijf in de haven van een maand of langer gedurende het winterseizoen, per maand, per strekkende meter: € 9,50;
1.1.3 bij gebruikmaking van een jaarabonnement, in afwijking van 1.1.1 en 1.1.2:
a. voor woonschepen, per jaar, per vierkante meter: € 17,05, met een minimum van: € 1.051,00;
b. voor andere schepen/vaartuigen, per jaar, per vierkante meter box, inclusief 400 kWh stroom: € 24,05, met een minimum van: € 328,85;
c. indien geen duidelijke ligboxafscheiding aanwezig is, voor andere schepen/vaartuigen, per jaar, de lengte over alles;
1. bij een bootlengte minder dan 6 meter: € 361,05;
2. bij een bootlengte 6 t/m 7 meter: € 504,90;
3. bij een bootlengte 7,01 t/m 10 meter: € 962,85;
4. bij een bootlengte 10,01 t/m 12 meter: € 1.299,45;
5. bij een bootlengte 12,01 t/m 14 meter: € 1.642,00;
6. bij een bootlengte 14,01 t/m 16 meter: € 1.973,70;
7. bij een bootlengte langer dan 16 meter wordt het tarief € 1.973,70 vermeerderd met € 130,00 per meter lengte boot over alles voor zover de meters boven de 16 meter uitkomen.
d. voor de minder valide boxen, plaatselijk bekend met box nummers 266, 267, 268 en 269, wordt op basis van lengte per boot een bedrag opgelegd van € 61,20 per strekkende meter boot, lengte over alles.
1.1.4 bij gebruikmaking van een jaarabonnement, wordt voor het stroomverbruik boven de 400 kWh, op basis van werkelijk verbruik, de aanslag verhoogd met € 0,25 per kWh.
1.2 Het havengeld bedraagt, in afwijking van 1.1: voor passagiersschepen:
1.2.1 Bij gebruikmaking van een jaarabonnement, per jaar, per vierkante meter: € 13,36, met een minimum van € 1.500,00 per jaar.
1.2.2 voor schepen zonder specifieke laad- en losfunctie, bij een verblijf in de haven per dag, per vierkante meter: € 0,56, met een minimum van: € 64,77 per dag;
1.2.3 bij een verblijf in de haven uitsluitend tijdens het winterseizoen, per maand, per vierkante meter:
2.1 Voor het op de openbare kade of wal, gelegen aan de haven, tijdelijk doen verblijven van goederen, materialen of voorwerpen bedraagt het kadegeld per week, per vierkante meter: € 1,00.
3.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot inschrijving als gegadigde, op de wachtlijst voor een vaste ligplaats: € 25,00.