Organisatie | Loppersum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | "VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELDEN 2021". |
Citeertitel | Verordening liggeld 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-12-2020 | Nieuwe regeling | 29-10-2020 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Haven: voor de openbare dienst bestemde wateren alsmede kaden, wallen en steigers die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn en als haven zijn benoemd.
b. Vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen en/of goederen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen.
c. Zomerseizoen: de periode van 1 april tot en met 31 oktober.
d. Winterseizoen: de periode van 1 november tot en met 31 maart.
e. Dag: een aaneengesloten periode van 24 uur.
f. Week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.
Onder de naam 'havengelden' worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de haven, door vaartuigen niet zijnde woonschepen, overeenkomstig de bestemming ervan en/of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.
Belastingplichtig voor de in artikel 2 rechten is degene die gebruik maakt van de in artikel 2 genoemde voorzieningen, dan wel de eigenaar van het vaartuig.
Het recht wordt niet geheven ter zake van de in artikel 2 bedoelde voorzieningen voor:
a. vaartuigen toebehorend aan de politie;
b. kano's of opblaasbare boten;
c. vaartuigen die gebruik maken van de voorziening tussen 9.00 uur en 18.00 uur.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Met betrekking tot de rechten als bedoeld in artikel 2 en opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor een ligplaats wordt ingenomen, dan wel gelijk aan een periode van het zomerseizoen en/of winterseizoen.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de 'havengelden' geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.
2. Het bedrag van het havengeld wordt in de kennisgeving, nota of andere schriftuur vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De 'havengelden' zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de in artikel 2 genoemde voorzieningen.
Artikel 9 Termijnen van betaling havengeld
1. Het havengeld moet worden voldaan voordat de ligplaats wordt ingenomen.
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.
1. Van het recht, dat wordt voldaan naar de geldigheidsduur van een dag, een week of een maand wordt over gedeelten van die geldigheidsduur geen ontheffing verleend.
2. Van het recht, dat wordt voldaan naar een geldigheidsduur van een zomerseizoen wordt, indien het gebruik is geëindigd voor het verstrijken van de geldigheidsduur, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, restitutie verleend van de helft van het betaalde bedrag, indien na beëindiging van het gebruik nog een volle kalenderkwartaal van de gebruiksduur overblijft.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De Verordening liggelden 2020 van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 31 december 2020.
4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening liggeld 2021".
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad van de gemeente Loppersum
gehouden op 29 oktober 2020, nr. 15.
De raad voornoemd,
mr. J.W.M. Engels, voorzitter.
drs. M. van Bergen, griffier.
Behorende bij raadsbesluit van 29 oktober 2020
De griffier van Loppersum,
drs. M. van Bergen.