Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loppersum

"VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELDEN 2021".

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoppersum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regeling"VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELDEN 2021".
CiteertitelVerordening liggeld 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-12-2020Nieuwe regeling

29-10-2020

gmb-2020-336455

Tekst van de regeling

Intitulé

"VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELDEN 2021".

De raad van de gemeente Loppersum;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 2020;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

 

 

"VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HAVENGELDEN 2021".

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Haven: voor de openbare dienst bestemde wateren alsmede kaden, wallen en steigers die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn en als haven zijn benoemd.

b. Vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen en/of goederen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen.

c. Zomerseizoen: de periode van 1 april tot en met 31 oktober.

d. Winterseizoen: de periode van 1 november tot en met 31 maart.

e. Dag: een aaneengesloten periode van 24 uur.

f. Week: een aaneengesloten periode van 7 dagen.

g. Maand: een aaneengesloten periode van 30 dagen.

h. Jaar: een kalenderjaar.

 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'havengelden' worden rechten geheven ter zake van het gebruik van de haven, door vaartuigen niet zijnde woonschepen, overeenkomstig de bestemming ervan en/of het genot van door of vanwege de gemeente verstrekte diensten.

 

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig voor de in artikel 2 rechten is degene die gebruik maakt van de in artikel 2 genoemde voorzieningen, dan wel de eigenaar van het vaartuig.

 

Artikel 4 Vrijstellingen

Het recht wordt niet geheven ter zake van de in artikel 2 bedoelde voorzieningen voor:

a. vaartuigen toebehorend aan de politie;

b. kano's of opblaasbare boten;

c. vaartuigen die gebruik maken van de voorziening tussen 9.00 uur en 18.00 uur.

 

Artikel 5 Belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

 

Artikel 6 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten als bedoeld in artikel 2 en opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor een ligplaats wordt ingenomen, dan wel gelijk aan een periode van het zomerseizoen en/of winterseizoen.

 

Artikel 7 Wijze van heffing

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de 'havengelden' geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur.

2. Het bedrag van het havengeld wordt in de kennisgeving, nota of andere schriftuur vermeld.

 

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De 'havengelden' zijn verschuldigd bij de aanvang van het gebruik van de in artikel 2 genoemde voorzieningen.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling havengeld

1. Het havengeld moet worden voldaan voordat de ligplaats wordt ingenomen.

2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

 

Artikel 10 Restitutie

1. Van het recht, dat wordt voldaan naar de geldigheidsduur van een dag, een week of een maand wordt over gedeelten van die geldigheidsduur geen ontheffing verleend.

2. Van het recht, dat wordt voldaan naar een geldigheidsduur van een zomerseizoen wordt, indien het gebruik is geëindigd voor het verstrijken van de geldigheidsduur, op schriftelijke aanvraag van de belastingplichtige, restitutie verleend van de helft van het betaalde bedrag, indien na beëindiging van het gebruik nog een volle kalenderkwartaal van de gebruiksduur overblijft.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld en het havengeld wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

1. De Verordening liggelden 2020 van 16 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 31 december 2020.

4. Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening liggeld 2021".

 

 

 

 

 

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Loppersum

gehouden op 29 oktober 2020, nr. 15.

De raad voornoemd,

mr. J.W.M. Engels, voorzitter.

drs. M. van Bergen, griffier.

Behorende bij raadsbesluit van 29 oktober 2020

De griffier van Loppersum,

drs. M. van Bergen.

Tarieventabel, behorende bij de verordening havengeld en liggeld Loppersum 2021

 

Hoofdstuk 1

Havengeld

 

 

 

 

 

 

1

Het havengeld bedraagt

 

 

1.1

Per dag

 

 

1.1.1

Voor een vaartuig tot een lengte van 5 meter

2,30

1.1.2

Voor een vaartuig met een lengte van 5 meter tot 10 meter

3,85

1.1.3

Voor een vaartuig tot een lengte van 10 meter of meer

6,90

1.2

Per week

 

 

1.2.1

Voor een vaartuig tot een lengte van 5 meter

8,85

1.2.2

Voor een vaartuig met een lengte van 5 meter tot 10 meter

14,15

1.2.3

Voor een vaartuig tot een lengte van 10 meter of meer

23,00

1.3

Per maand

 

 

1.3.1

Voor een vaartuig tot een lengte van 5 meter

27,65

1.3.2

Voor een vaartuig met een lengte van 5 meter tot 10 meter

41,65

1.3.3

Voor een vaartuig tot een lengte van 10 meter of meer

69,10

1.4

Per zomer- of winterseizoen

 

 

1.4.1

Voor een vaartuig tot een lengte van 5 meter

110,70

1.4.2

Voor een vaartuig met een lengte van 5 meter tot 10 meter

166,05

1.4.3

Voor een vaartuig tot een lengte van 10 meter of meer

276,75