Organisatie | Lingewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouder van de gemeente Lingewaard houdende regels omtrent het informatiebeleid 2020 - 2024 |
Citeertitel | Informatiebeleid 2020 - 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-12-2020 | nieuwe regeling | 24-11-2020 |
De schakel tussen mens & techniek
Gemeente Lingewaard stelt zich op als een klantgerichte dienstverlener voor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. We vinden het belangrijk dat mensen kunnen zeggen: “het mooi leven is in Lingewaard”; mooi wonen, werken en recreëren.Bij goede dienstverlening hoort actuele, betrouwbare, toegankelijke en juiste informatie. Daar zijn we allemaal verantwoordelijk voor.
De dienstverleningsprocessen zijn digitaal ingericht daar waar dat mogelijk en wenselijk is. Het is voor ons belangrijk dat onze klanten een mensgerichte service ervaren ook al zou het een volledig geautomatiseerd proces zijn.
Onze informatievoorziening is een goede stabiele fundering voor onze dienstverlening en daar zijn we trots op. De kantoorautomatisering is betrouwbaar, veilig en ook uitstekend benaderbaar buiten ons gemeentehuis. Hierdoor kunnen onze collega’s plaatsonafhankelijk werken. We werken zoveel mogelijk digitaal en zaakgericht. Ons gemeentelijk archief is daar waar dat kan digitaal. Dit ondersteunt onze medewerkers, maar helpt ons ook in het geven van de juiste informatie aan onze klanten.
Vanuit deze basis bouwen we door naar een informatievoorziening die ondersteuning biedt om adequaat in te spelen op externe en interne ontwikkelingen, op weg naar een toekomstgericht gemeentelijke dienstverlening. Van medewerker naar team, domein, keten, klant: van fragmentarische naar integrale dienstverlening. Ontwikkelingen en eisen vanuit de snel veranderende samenleving en nieuwe wetgeving. Maar ook interne ontwikkelingen in het ruimtelijk- en sociaal domein, bedrijfsvoering en dienstverlening.
De ontwikkelingen pakken we integraal op en daar waar mogelijk zoeken we samenwerking met buurgemeenten of landelijke initiatieven.
Data slim combineren geeft ons een schat aan informatie. Dat bewustzijn is steeds meer aanwezig in de DNA van onze organisatie. We zijn meer in control en kunnen sturen op onze doelen en ambities. Daarbij bouwen we verder aan ons datapakhuis. We kunnen daarmee steeds meer gerichte (sturings-)informatie geven aan zowel de interne als de externe klant. En we kunnen meer sturing geven op effectiviteit en kostenbeheersing van de gemeentelijke dienstverlening.
Het voorliggende informatiebeleid geeft ons de basis om verder te groeien naar een wendbare en toekomstgerichte dienstverlener voor alle inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties van de gemeente Lingewaard.
Voor goede dienstverlener is de basis actueel, betrouwbaar, toegankelijk en juiste informatie
Als gemeente zijn we er voor onze inwoners en ondernemers. Voor een goede dienstverlener is de basis juiste informatie (actueel, betrouwbaar en toegankelijk). Deze informatie wordt gecreëerd en gebruikt in de diverse (dienstverlenings-)processen. Daar waar dit geautomatiseerd kan zullen we dat doen waarbij we altijd de menselijke waarden en normen voor ogen houden. Zodat we de inwoners en ondernemers de service kunnen geven die zij van de gemeente Lingewaard mogen verwachten. En waarbij de inwoners en ondernemers zoveel mogelijk het gevoel van menselijke service zullen ervaren.
Wat willen we bereiken met dit informatiebeleid?
Inzicht in alle gemeentelijke informatie en weten waar deze informatie is.
Juiste informatie zorgt voor een goede dienstverlening aan onze klanten. Alle informatie in onze organisatie willen we inzichtelijk hebben en weten waar deze zicht bevindt. De kwaliteit van de informatie moet bij de bron bekend zijn en worden bepaald. De bronnen, dat zijn de medewerkers, onze klanten, stakeholders en ketenpartners. De kwaliteit kunnen we bepalen op basis van wettelijke eisen en wensen vanuit de klant/organisatie. Actueel, betrouwbaar, toegankelijk en juiste informatie vraagt verantwoordelijkheid en eigenaarschap in de organisatie.
Als gemeente dragen we de zorg om de overheidsinformatie goed en op een duurzaam toegankelijke manier te bewaren. Gemeente Lingewaard kan als voorbeeldgemeente gezien worden als het gaat om een digitaal archief. Juist daarom vinden wij het als gemeente belangrijk om alvast te anticiperen op de gedachte van de nieuwe Archiefwet. Van de organisatie wordt gevraagd om gemeentelijk (digitaal) archiefwaardige informatie tijdig op te slaan in het aangewezen gemeentelijke digitale archief.
Gemeentelijke samenwerking omarmen we. In de gemeente Lingewaard zijn al veel samenwerkingsvormen zichtbaar. Samenwerkingen met andere (omliggende) gemeenten en met externe partijen. Voor een goede dienstverlening aan de klant is het soms nodig om innovatieve oplossingen aan te brengen in onze (dienstverlenings-)processen. Als middelgrote gemeente vinden we dat we niet zelf het wiel uit moeten vinden, maar daar waar noodzakelijk of wenselijk is aan te sluiten op de Taskforce Samen Organiseren (VNG). De Taskforce Samen Organiseren is een platform waarin samenwerken en samen ontwikkelen gestimuleerd wordt. We willen als gemeente Lingewaard in innovatieve ontwikkelingen ons opstellen als een slimme volger. We sluiten graag aan op reeds bedachte of al in ontwikkeling zijnde oplossingen.
We willen datagedreven werken verankeren in onze organisatie. De kracht van datagedreven sturen is dat er door het combineren van gegevens (nieuwe) informatie kan worden gecreëerd. Daarmee zijn we in staat om onze klant te kennen en gerichter te kunnen benaderen, beter beleid te ontwikkelen, beter te sturen op afspraken (normen) en efficiënter te werken.
Verandering in informatie-architectuur Common Ground
Ontwikkelingen en eisen vanuit de veranderende samenleving, (nieuwe) wetgeving, landelijke voorzieningen, beveiliging en innovaties zorgen ervoor dat de informatiearchitectuur veranderd. Tijdens een iBestuur-congres hebben de VNG, marktpartijen en ketenpartners het Groeipact Common Ground ondertekend. Hiermee is een eerste, belangrijke stap gezet richting een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening voor gemeenten. Een informatievoorziening, die flexibel, toegankelijk en veilig is. In het groeipact spreken de deelnemende partijen af dat ze die samenwerking aangaan. En ook: hoe ze die samenwerking gaan vormgeven. Door gegevens te scheiden van applicaties en werkprocessen. En ze meervoudig te gebruiken bij de bron. Dat is waar gemeenten, ketenpartners en de markt samen aan werken. Zo’n grote en radicale transformatie vraagt om focus én commitment van alle betrokken partijen. Voor langere tijd. Als gemeente Lingewaard willen we mee bewegen in de ontwikkeling op het gebied van Common Ground. Hiervoor hebben we architectuur principes opgesteld. In de ontwikkeling van onze (dienstverlenings-) processen willen we dat deze architectuur principes worden toegepast.
Ons ICT landschap is stabiel, betrouwbaar en veilig
Onze informatievoorziening is betrouwbaar en vormt de basis voor het beschermen van rechten van onze klanten. Onze dienstverlening is steeds meer gericht op de beleving van onze klant. De informatievoorziening willen we daarin mee laten schuiven. De technologie en de inrichting van ons ICT landschap moeten blijven passen bij de ontwikkelingen die we maken. We hebben een goede basis waar we trots op mogen zijn. Ons ICT landschap is stabiel, betrouwbaar en veilig. Het is belangrijk om die basis te houden en te zorgen dat deze aan blijft sluiten bij de gewenste ontwikkelingen.
Het informatiebeleid 2020 - 2024 is een strategisch beleid. Het geeft aan welke ambities we na streven. De ambities worden verder uitgewerkt in een nog op te stellen informatieplan. Vanuit dit plan zullen projecten en/of programma’s worden bepaald.
Het informatiebeleid 2020 – 2024 heeft geen financiële gevolgen. In het nog op te stellen informatieplan kan een globale inschatting gemaakt worden van de kosten. We streven er als organisatie naar om zoveel mogelijk binnen bestaande budgetten te blijven. In het nog op te stellen informatieplan zal een onderverdeling komen in: automatisering, procesoptimalisatie en organisatieontwikkeling. Dat bepaald ook welke budgetten eventueel nodig zijn om de ambities te verwezenlijken.
Nieuw informatiebeleid is nodig
Het bestaande informatiebeleid had als doel om een goede digitale basis te leggen onder de organisatie. In de organisatie is in 2017 een evaluatie gehouden. Hieruit is gebleken dat we met trots kunnen zeggen dat onze informatievoorziening een goede stabiele fundering voor onze dienstverlening is. De nieuwe ontwikkelingen kunnen we uitbouwen op deze fundering. Daarnaast zien we ook dat steeds meer digitale services aan onze klanten niet per definitie vanuit de gemeente Lingewaard hoeven plaats te vinden. Dat betekent dat er nieuw beleid nodig is die kaders en uitgangspunten stellen aan deze ontwikkelingen.
In dit informatiebeleid nemen we je eerst mee in de landelijke ontwikkelingen. Daarin wordt de nieuwe wetgeving beschreven en er wordt aangegeven hoe we daar als gemeente aan willen en kunnen voldoen. Gemeentelijke samenwerking omarmen we en in dit beleid staat op welke manier. De informatievoorziening is betrouwbaar en vormt de basis voor het beschermen van rechten van onze klanten. In het hoofdstuk ‘Privacy en Security’ is hier meer over te lezen.
In dit beleid benoemen we ook landelijke trends. Daarmee geven we alvast een kijkje in de toekomst. Naast landelijke ontwikkelingen maken we als gemeente zelf ook de nodige ontwikkelingen door. Onze dienstverlening is steeds meer gericht op de beleving van onze klant. De informatievoorziening schuift daarin mee. Nagenoeg al onze processen zijn digitaal. Hierdoor beschikken we over veel data waarmee we steeds meer datagedreven kunnen opereren.De technologie en de inrichting moeten blijven passen bij de ontwikkelingen die we maken. Daar geven we de nodige aandacht aan in dit beleid. Daarnaast is het uiteraard onze zorg om de overheidsinformatie goed en op een duurzaam toegankelijke manier te bewaren. Meer hierover is te lezen in het hoofdstuk ‘informatiebeheer’.
Nieuw informatiebeleid is nodig
NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering (GGU)
Dichterbij door digitalisering
Samenwerking Privacy en Security
Architectuur informatievoorziening
Gemeentelijke Model Architectuur GEMMA
Nieuwe inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening
Integrale dienstverlening sociaal domein
Meer ontwikkeling in de organisatie
Inrichting informatievoorziening in Lingewaard
Inrichtingsprincipes applicaties
Gemeente Lingewaard anticipeert op de nieuwe archiefwet
SMS, berichtenapps en social media
Nederlandse staatsinrichting en verenigingen
Staatssecretaris verantwoordelijk digitale overheid
Nederlands Digitaliseringsstrategie
Bijlage 2 Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering
Gemeenschappelijke basis voor de toekomst
Continuïteit en betrouwbaarheid
Gemeenschappelijke basis voor de toekomst
Continuïteit en betrouwbaarheid
Bijlage 4 Europese Informatie Architectuur
Nederlandse Digitaliserings-strategie
Met de vorming van het Kabinet-Rutte III is er voor het eerst één verantwoordelijk bewindspersoon voor de digitale overheid voor burgers en bedrijven, de staatssecretaris van BZK. Om de kansen die digitalisering biedt te benutten en risico’s aan te pakken is samenwerking nodig. Tussen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. De Nederlandse Digitaliseringsstrategie is een kabinetsbrede aanpak. Meer informatie hierover is te vinden op: https://www.nederlanddigitaal.nl/nederlandse-digitaliseringsstrategie.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt met andere overheden aan nieuwe wetgeving op het gebied van de digitale overheid. De planning van nieuwe wetgeving en beleid voor de komende jaren is te vinden in de Agenda Digitale Overheid – NL DIGIbeter. Zoals Wet digitale overheid, Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer, Wijziging van de Algemene wet bestuursrecht, Wijziging van de Bekendmakingswet en Single digital gateway. In Bijlage 1 is meer in detail te lezen hoe informatievoorziening binnen de Nederlandse overheid is ingebed.
Bron: digitaleoverheid.nl
Kansen en uitdagingen in de digitale samenleving
In juli 2018 lanceerde de overheid NL DIGIbeter: Agenda Digitale Overheid. Deze agenda valt, net als de Nederlandse Cybersecurity Agenda, onder de Nederlandse Digitaliseringsstrategie.
NL DIGIbeter is een agenda van alle bestuurslagen. In NL DIGIbeter 2018 is gemeld dat het om een ‘rolling agenda’ gaat die ieder jaar bijgesteld wordt. In 2019 is een eerste geactualiseerde versie uitgebracht en inmiddels is NL DIGIbeter 2020 gepresenteerd. De Agenda Digitale Overheid NL – DIGIbeter is onderdeel van een drieluik over digitalisering, samen met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie en de Nederlandse Cyber Security Agenda.
In 2018 is gestart met het bij elkaar brengen van partijen en zijn maatregelen genomen die de Nederlandse overheid toegankelijker, begrijpelijker en persoonlijker maken, voor iedereen. Als overheid zetten we publieke waarden centraal en respecteren we grondrechten. Tegelijkertijd willen we snel leren en durven we te experimenteren. Deze aanpak heeft geleid tot het aanpassen of het opstellen van agenda’s van medeoverheden en uitvoeringsorganisaties. Bij de uitvoering van de acties groeide het besef dat overheidsorganisaties alleen door samen op te trekken de doelen van NL DIGIbeter kunnen realiseren.
In 5 hoofdstukken behandelt NL DIGIbeter 2020 de thema’s die relevant zijn voor de digitale transformatie van de overheid. Per actielijn wordt inzicht in de voortgang, concrete resultaten en de te verwachten resultaten gegeven. De geleerde lessen uit voorgaande jaren leiden tot 3 belangrijke aandachtspunten:
Voor de periode van 2019 tot 2021 is er in totaal 18 miljoen euro beschikbaar voor innovatieve ideeën om de digitale dienstverlening van de overheid te verbeteren. Het Innovatiebudget ondersteunt ambtenaren met innovatieve plannen voor verbetering van de digitale overheid. Zij kunnen geld krijgen om in samenwerking met andere partijen hun idee in uitvoering te brengen. Zo maakt de overheid gebruik van de creativiteit en inzichten van mensen die in de praktijk zien waar de dienstverlening beter kan. Lees meer via https://www.digitaleoverheid.nl/toekenning-innovatiebudget-2020-de-24-geselecteerde-projecten/
NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid
NL DIGITAAL maakt onderdeel uit van NL DIGIbeter. Het doel van NL DIGITAAL: Data Agenda Overheid is om data ten goede te laten komen aan beleidsvorming en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door de overheid, mét aandacht voor de bescherming van publieke waarden en fundamentele rechten van burgers.
Het ministerie van binnenlandse zaken (BZK) werkt samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en gemeenten aan nieuwe afspraken, regelgeving en andere oplossingen voor het hergebruik van data in de openbare ruimte.
De Data Agenda Overheid richt zich op het oplossen van generieke knelpunten en formuleert maatregelen die de individuele organisaties en domeinen overstijgen. Er wordt een breed palet aan acties benoemd ter uitwerking van 5 agendapunten.
Overheidsdata kwalitatief verbeteren en efficiënter benutten.
Onderzocht wordt hoe het huidige stelsel van basisregistraties verbeterd kan worden. En hergebruik van open data bevorderd door verbeterslagen in de high value datasets -benadering en koppeling van data van gemeenten tot landelijk dekkende datasets.
In 2018 is in opdracht van VNG door Berenschot een onderzoek uitgevoerd 'Datagedreven sturing bij gemeenten’. In het onderzoek wordt ingegaan op het belang van datagedreven sturing. Tegelijk worden adviezen, goede voorbeelden en risico’s benoemd.
In april van 2020 is een geactualiseerd Data Agenda Overheid gepubliceerd. Deze is hier te vinden.
Bron: Data Agenda Overheid.
Datagedreven sturing is sturingshandelen gebaseerd op het systematisch verzamelen, beheren, analyseren en interpreteren van data. |
Gebruik persoonlijke gegevens waarbij veiligheid en privacy zijn geborgd
Regie op gegevens maakt onderdeel uit van het regeerakkoord, de digitaliseringsstrategie ‘Nederland Digitaal’ en de digitale agenda ‘NLDIGIbeter’. Het doel van Regie op gegevens is mensen de mogelijkheid te geven om hun (persoonlijke) gegevens te gebruiken om hun leven, werk of bedrijf te organiseren, terwijl belangrijke waarden als veiligheid en privacy geborgd zijn.
Regie geeft mensen de mogelijkheid tot:
Datadelen is in ontwikkeling, maar er is nog geen antwoord op vraagstukken als bijvoorbeeld het delen van data tussen verschillende organisaties (randvoorwaarden en afspraken voor vertrouwen in datadelen). Deze afspraken en randvoorwaarden vormen met elkaar een ‘vertrouwens-infrastructuur’ en worden in ‘Regie op gegevens’ uitgewerkt.
Staatssecretaris Knops stelt in een kamerbrief "Regie op gegevens betekent dat een burger grip heeft op zijn persoonlijke gegevens bij de overheid. Een burger moet zijn eigen gegevens niet alleen kunnen inzien of wijzigen maar zelfs digitaal kunnen delen met organisaties buiten de overheid. We stellen daarom spelregels op waar organisaties aan moeten voldoen waarmee de burger zijn gegevens deelt. Deze spelregels leggen we vast in de Wet digitale overheid’. |
De hoofdprincipes voor Regie op Gegevens zijn:
Door ICTU is maart 2019 een voorstudie opgeleverd naar een kader voor de regie op gegevens. Het rapport is hier te vinden.
Zoveel mogelijk informatie vroegtijdig actief openbaar maken
Op 2 januari 2019 is de Wijzigingswet Wet Open Overheid (WOO) bij de Tweede Kamer ingediend. De WOO beoogt de transparantie en verantwoording van de overheden te bevorderen door overheden te verplichten zo veel als mogelijk informatie in een vroegtijdig stadium actief openbaar te maken en te publiceren. In de Wijzigingswet worden aanpassingen voorgesteld van het initiatiefwetsvoorstel WOO zoals dat sinds 2016 bij de Eerste Kamer ter behandeling voorligt.
De belangrijkste verbeteringen voor de uitvoering zijn:
Voorwaarde: goed digitaal archief
Het op orde brengen van digitale informatie is een randvoorwaarde om de WOO uit te kunnen voeren en dient daarom op korte termijn te worden opgestart. Het VNG project Digitale Archieven op orde ondersteunt gemeenten hierin.
Gemeenten hebben al voorzieningen om informatie actief beschikbaar te stellen (publiceren gemeentelijke regelingen op landelijke portalen, RaadsInformatie en beleidsdocumenten op de website, landelijke registers zoals toezicht kinderopvang). Invulling geven aan de WOO kan bijvoorbeeld door deze voorzieningen of de deelname eraan, verder uit te bouwen. Betrokken disciplines: juristen, griffie, communicatie en informatievoorziening,
In te publiceren informatie werd en wordt vaak al rekening gehouden met privacy en andere gevoeligheden door gebruik te maken van geanonimiseerde versies, bijlagen weg te laten of besluiten qua taal en titel aan te passen.
Vervroegd overbrengen naar de archiefbewaarplaats is ook een optie (vooral bij digitale archieven). Verschil WOO met Archiefwet is dat onder Archiefwet complete dossiers openbaar worden en bij de WOO alleen bepaalde einddocumenten. En alleen permanent te bewaren archiefdossiers worden uiteindelijk overgebracht.
Lees hier meer over het actieplan Open Overheid.
Alle wettelijk voorgeschreven bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen via DROP
Op 1 juli 2021 wordt de Wet elektronische publicaties (Wep) van kracht. Deze wetswijziging heeft als doelstelling om inwoners digitaal volledig te informeren over besluiten die impact hebben op hun leefomgeving. De inwoner wordt centraal gesteld bij de informatieverstrekking. Zij worden geïnformeerd over deze besluiten zodat ze tijdig hun recht van inspraak kunnen uitoefenen. Vanaf 1 juli 2021 is de gemeente verplicht om alle wettelijk voorgeschreven bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen via de applicatie Decentrale Regelgeving en Officiële Publicaties (DROP) op officielebekendmakingen.nl te publiceren.
Lingewaard heeft voor haar publicaties een overeenkomst afgesloten met externe partij. Het merendeel van de publicaties van de gemeente wordt via deze partij aangeboden op DROP. Daarnaast beschikt Lingewaard over de mogelijkheid om rechtstreeks op DROP te publiceren.
Vanaf 1 januari 2022 is het ook verplicht om voorgenomen besluiten digitaal ter inzage te leggen.
PLOOI staat voor: Platform Open overheidsinformatie. Het platform zorgt ervoor dat overheidsinformatie makkelijk(er) te vinden is voor iedereen. PLOOI biedt inwoners één centrale vindplaats voor actief openbaar gemaakte overheidsinformatie. In samenhang én makkelijk doorzoekbaar. Ongeacht waar op het internet de informatie is gepubliceerd.
PLOOI ondersteunt de gemeente in het kunnen voldoen aan de eisen van de Wet open overheid (Woo) als deze in werking treedt (naar verwachting: 2021).
Vanaf 23 september 2020 is de wet Digitale Toegankelijkheid van toepassing. Dat betekent dat al onze digitale informatie, zowel intern als extern, moet voldoen aan de toegankelijkheidsnorm. Dit geldt ook voor alle stukken die straks vanwege de Wet Open Overheid gepubliceerd moeten worden. Om aan te tonen dat we als gemeente voldoen aan de wetgeving, zijn we verplicht een toegankelijkheidsverklaring te publiceren op al onze online toepassingen (websites/apps). Om onze toegankelijkheidsverklaringen jaarlijks te kunnen actualiseren, laten we jaarlijks een toegankelijkheidstoets uitvoeren.
Overbrengingstermijn naar archiefbewaarplaats verkorten naar 10 jaar
De Archiefwet 1995 wordt gemoderniseerd om beter aan te sluiten op het digitale tijdperk. Het voornemen van de minister voor basis- en voortgezet onderwijs en media (BVOM) is onder meer om de overbrengingstermijn naar de archiefbewaarplaats te verkorten van het huidige 20 jaar naar 10 jaar, en de aanstelling van een archivaris, nu nog optioneel, verplicht te stellen.
Hoe de vernieuwde Archiefwet er precies uitgaat zien, weten we nu nog niet. De reden dat Minister Slob de wet wil moderniseren, gaf hij in juni 2018 aan de Tweede Kamer aan: “Het is essentieel, dat ook de digitale overheidsinformatie duurzaam, toegankelijk, vindbaar, juist, volledig en betrouwbaar wordt bewaard”. De huidige Archiefwet gaat nog sterk uit van informatie op papier.
De modernisering vindt plaats in samenhang met het Wetsvoorstel Open Overheid, welke het urgenter maakt om de informatiehuishouding op orde te brengen.
Transitie in de fysieke leefomgeving
De voorbereidingen voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn in volle gang. De startdatum is op 1 januari 2021. De ambitie is om een duurzame en integrale benadering van de fysieke leefomgeving te realiseren en de complexiteit van de bestaande wetgeving daarover te vereenvoudigen. Dit geeft gemeenten meer mogelijkheden om ambities in de fysieke leefomgeving te realiseren; door nieuwe juridische en digitale instrumenten, meer bestuurlijke afwegingsruimte en een andere werkwijze en dienstverlening. Deze transitie in de fysieke leefomgeving is begonnen in 2013 met de start van het wetgevingsproces en loopt door tot 1 januari 2029. De uiterste datum dat gemeenten hun integrale omgevingsplan moeten hebben vastgesteld.
Stelsel van de landelijke voorziening samen met de lokale systemen van overheden
Onderdeel van de invoering van de omgevingswet is de invoering van het Digitaal Stelsel Omgevingswet, kortweg de DSO. Meer informatie is te vinden op de website Aan de slag met de Omgevingswet. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet is een stelsel dat bestaat uit een landelijke voorziening samen met de lokale systemen van overheden. Het programma Aan de slag met de Omgevingswet bouwt de landelijke voorziening. Overheden zijn verantwoordelijk voor de lokale systemen.
Onderdelen van de landelijke voorziening
De landelijke voorziening bestaat uit het Omgevingsloket met op de achtergrond een aantal informatiesystemen. Deze onderdelen van de landelijke voorziening zorgen ervoor dat informatie van overheden op de juiste plek in het Omgevingsloket beschikbaar komt.
Overheden sluiten aan op de landelijke voorziening zodat zij:
Gegevens in het digitaal stelsel
Het Omgevingsloket is de centrale plek waar alle digitale informatie over de fysieke leefomgeving samenkomt. Overheden plaatsen de benodigde informatie in het digitaal stelsel. De gegevens in het digitaal stelsel komen daarna in het Omgevingsloket beschikbaar voor de dienstverlening aan de inwoners en ondernemers.
Het digitaal stelsel en lokale systemen
Overheden wisselen gegevens en documenten uit met de landelijke voorziening van het digitaal stelsel. Dit doen ze via koppelingen met een aantal lokale systemen, zoals:
Door deze systemen te koppelen met de landelijke voorziening (DSO-LV), ontstaat een complete (digitale) keten.
Basisregistratie Ondergrond (BRO)
Grote opgaven als energietransitie, klimaatadaptatie, woonopgave en economische groei, hebben enorme impact op de directe leefomgeving - niet alleen boven, maar ook ónder de grond. Al deze opgaven hebben te maken met het gebruik van de ondergrond. Niet alles kan op dezelfde plek. Het is dus essentieel om een ruimtelijk en integraal inzicht te krijgen in de ondergrond. Voor een goed beleid en beheer. Fundament hiervoor zijn eenduidige, betrouwbare data en informatie over de ondergrond van Nederland. Daarom wordt gewerkt aan de Basisregistratie Ondergrond (BRO).
Centrale registratie met publieke gegevens over de Nederlandse ondergrond
De Basisregistratie Ondergrond (BRO) is een centrale registratie met publieke gegevens over de Nederlandse ondergrond. Overheden leggen voor dezelfde objecten dezelfde, betrouwbare, algemene gegevens vast. Vanuit één centrale digitale plek, de landelijke voorziening, kunnen gebruikers gegevens opvragen voor informatie over bodem en ondergrond. Op de datasets kunnen ook rekenprogramma’s en modellen uitgevoerd worden.
Bron: Basisregistratie Ondergrond
Betrouwbare gegevens, voor iedereen beschikbaar
Centrale registratie met publieke gegevens over de Nederlandse ondergrond
Nu zijn de ondergrondgegevens nog in beheer bij verschillende organisaties. Denk aan gegevens die bekend zijn door metingen via sonderingen of via meetinstrumenten in putten. Ze zijn daardoor niet in dezelfde mate gedigitaliseerd, gestandaardiseerd en geharmoniseerd. En ze zijn maar gedeeltelijk publiek beschikbaar. Dankzij de BRO hebben alle gegevens straks een gevalideerde, hoge kwaliteit en zijn ze voor iedereen vrij beschikbaar.
Om dit voor elkaar te krijgen, zijn bestuursorganen verplicht om:
Ieder jaar worden steeds meer ondergrondgegevens opgenomen in de BRO en voor iedereen toegankelijk gemaakt. Zo zorgen we samen voor duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van de ondergrond.
Iedere tranche kunnen overheden (bestuursorganen) gegevens over nieuwe registratieobjecten toevoegen aan de BRO. De eerste tranche is in 2018 ingegaan. Daarmee zijn 3 registratieobjecten aan de BRO toegevoegd:
De tweede is op 1 januari 2020 ingegaan. Daarmee komen de volgende registratieobjecten in de BRO:
Ondergrondse topografie. Informatie over de ondergrondse constructies zoals parkeergarages en metrostations zijn te vinden in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en ondergrondse constructies als ondergrondse afvalcontainers en water- en gasputten voor ondergrondse leidingstelsels zijn opgenomen in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).
Uitgebreide informatie is te vinden op de website van de Basisregistratie Ondergrond.
Samen organiseren is vanuit gemeenten met VNG opgezet om een efficiënte en kwalitatieve dienstverlening te realiseren door beleid en uitvoering dichter bij elkaar te brengen. Dit heeft een vaste vorm gekregen via de beweging Samen organiseren van de VNG en de Taskforce Samen organiseren.
Taskforce Samen Organiseren; ‘samen doen wat samen kan’
De Taskforce bestaat uit diverse gemeentesecretarissen, directeuren ICT en dienstverlening en vertegenwoordigers van ketenpartners. Zij zorgen voor de inhoudelijke invulling van Samen organiseren ten behoeve van de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering, toetsen lopende initiatieven en werkende toepassingen. Vanuit een ambassadeursrol werkt de Taskforce aan draagvlak, aan het cultiveren van eigenaarschap binnen gemeenten en aan het bevorderen van een verandering in ‘mindset’.
De Tasforce adviseert het College van Dienstverleningszaken, dat adviseert op zijn beurt het VNG-bestuur en het VNG-bestuur adviseert de ALV.
Samen organiseren staat in het teken van de kracht van het collectief: ‘samen doen wat samen kan’.
Innovaties, verkenningen of pilots voor gemeentelijke informatievoorziening kunnen inspiratie bieden of reden zijn om als gemeente met een onderwerp aan de slag te gaan.
Voor nauwe samenwerking tussen de verschillende overheden op digitaal gebied, maar ook voor standaardisatie en innovatie is het podium de Pilotstarter een middel. Pilotstarter is een middel om het innovatief vermogen van gemeenten en het innovatief klimaat te stimuleren. Pilotstarter zou je kunnen zien als een vorm van ‘samen organiseren’ waarbij de innovatiekracht van de gemeenten wordt gebundeld.
Gezamenlijke gemeentelijke uitvoering (GGU)
Gemeenten willen in de informatiesamenleving flexibele, mensgerichte en toekomstbestendige dienstverlening en bedrijfsvoering realiseren. Gemeenten willen samenwerken in de uitvoering om zo tegemoet te komen aan de verwachtingen van inwoners, bedrijven, gemeentelijke organisaties en bestuurders. Daarom kozen gemeenten in 2017 voor Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU). Het jaarplan en het meerjarenprogramma zijn hier te lezen. Daarin worden de volgende prioriteiten gesteld:
Het meerjarenprogramma is een kadernota en biedt duidelijkheid over wat gemeenten de komende jaren kunnen verwachten aan gezamenlijke gemeentelijke uitvoering.
Het meerjarenplan bouwt voort op het fundament dat in de afgelopen jaren op het vlak van gezamenlijke dienstverlening en de daarbij horende informatievoorziening is gelegd.
Dichterbij door digitalisering
Wens aan een integrale visie dienstverlening; één loket voor één overheid
Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben de Tweede Kamer het manifest ‘Dichterbij door digitalisering’ aangeboden. Voorlopige conclusie uit dit manifest is dat dienstverlening door de overheid nog niet volledig digitaal is en dat het ontbreekt aan een integrale visie op dienstverlening. Ook missen de opstellers standaardisatie en een duidelijke gerichtheid op één loket voor één overheid.
Wet- en regelgeving over dienstverlening wordt versimpeld, zodat (digitale) dienstverlening voor burgers begrijpelijk en toegankelijk, en voor uitvoeringsinstanties uitvoerbaar wordt. Ook willen VNG en Knops dat mensen zelf bepalen hoe ze gebruik maken van dienstverlening van de overheid. Inwoners moeten meerdere kanalen kunnen kiezen (‘omnichannel’) en er moet een balans blijven tussen digitale en fysieke dienstverlening. Digitale dienstverlening mag er nooit toe leiden dat mensen zaken niet meer begrijpen of geen/minder toegang hebben tot diensten.
Bescherming van persoonsgegevens is neergelegd in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Uitvoeringswet Algemene Verordening Gegevensbescherming (UAVG). Deze dwingen om goed na te denken over hoe persoonsgegevens verwerkt en beschermd moeten worden. Een gemeente moet inzicht hebben in welke gegevensverzamelingen persoonsgegevens zijn opgenomen. Als de Autoriteit Persoonsgegevens daarom vraagt, geldt de verplichting om hierover verantwoording af te leggen.
Subsidiariteit; verwerking mag als het doel niet anders kan worden bereikt
Bij de verwerking van persoonsgegevens geldt als hoofdregel dat dit alleen toegestaan is in overeenstemming met de wet, en op een zorgvuldige wijze. Persoonsgegevens mogen alleen verzameld worden voor een vooraf vastgesteld doel en indien daarvoor een wettelijke grondslag bestaat. De wet gaat uit van subsidiariteit. Dit betekent dat verwerking alleen is toegestaan wanneer het doel niet op een andere manier kan worden bereikt.
Proportionaliteits-beginsel; verwerken mag als dit in verhouding staat tot het doel.
Daarnaast geldt het proportionaliteitsbeginsel: persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt als dit in verhouding staat tot het doel. Wanneer met geen, of minder (belastende), persoonsgegevens hetzelfde doel bereikt kan worden moet daar altijd voor gekozen worden.
Technologie kan steeds meer en data worden steeds belangrijker. In het kader van een optimale dienstverlening en efficiency worden werkprocessen, producten en diensten (verder) gedigitaliseerd. Ook is er de behoefte om in het kader van integrale dienstverlening meer en vaker persoonsgegevens uit te wisselen, zowel met interne als met externe partijen. Tegelijkertijd moeten inwoners, bedrijven, medewerkers, ketenpartners en andere overheden erop kunnen vertrouwen dat wij rechtmatig, zorgvuldig en veilig omgaan met hun persoonsgegevens. Hiervoor zijn betrouwbare gemeentelijke informatiesystemen en werkprocessen nodig.
Privacy by design Pivacy by default
Privacy is een belangrijk aandachtspunt in alle systemen en processen binnen de organisatie waarbij persoonsgegevens verwerkt worden. De principes ‘privacy by design’ en ‘privacy by default’ uit de AVG spelen hierbij een grote rol. Privacy bij design wil zeggen dat systemen en processen vanaf het begin worden ontworpen met privacy als leidraad. Privacy by default vereist dat de standaardinstellingen van een proces of systeem zo privacy-vriendelijk mogelijk zijn. Door op deze manier te werken, en privacy dus al vanaf de ontwerpfase mee te nemen, wordt voorkomen dat een systeem of proces later gewijzigd dient te worden omdat geen rekening is gehouden met privacy-aspecten (en daardoor onrechtmatig is).
DPIA (Data Protection Impact Assessment)
In dit kader is ook het tijdig uitvoeren van een DPIA (Data Protection Impact Assessment) van belang. Een DPIA is een instrument om de privacyrisico’s van een gegevensverwerking in kaart te brengen en vervolgens maatregelen te kunnen nemen om die risico’s te verkleinen. DPIA’s dienen uitgevoerd te worden voor zowel bestaande als nieuwe processen en systemen.
Dataminimalisatie is een verplichting
Op grond van de AVG is dataminimalisatie een verplichting. Anderzijds moeten natuurlijk wel voldoende gegevens worden verwerkt om aan de dienstverlening van de gemeente te voldoen. Een en ander dient ingebed te worden in de processen..
BIO; Baseline Informatiebeveiliging Overheid
Sinds 1 januari 2020 moeten overheidsorganisaties voldoen aan de BIO (Baseline Informatiebeveiliging Overheid, voorheen BIG). Voor de invoering van de BIO dienen processen risico’s in kaart gebracht te worden per informatiesysteem. Dit wordt gedaan door middel van en risirisicoanalyses. gemaakt te worden. Aan de hand van deze analyses dienen er invoeringsplannen gemaakt te worden waarin de risico’s verkleind worden door maatregelen en controls in te zetten.
De BIO geeft als definitie van een informatiesysteem:
Risicoanalyse op basis van BBN
Per informatiesysteem zal een risicoanalyse gemaakt worden een bepaling van het Basis Beveiligings Niveau (BBN).
Pakket van controls en maatregelen
Aan de hand van die analyses wordt door de betreffende teammanager een pakket van controls en maatregelen (conform BIO) samengesteld, zodat de risico’s geminimaliseerd worden. Per jaar wordt een Informatiebeveiligingsplan opgesteld waarin de voor dat jaar bepaalde maatregelen worden opgenomen om uit te voeren.
Voor een compleet beeld van wat informatiebeveiliging bij de gemeente Lingewaard inhoudt wordt verwezen naar het Informatiebeveiligingsbeleid van de gemeente.
Samenwerking Privacy en Security
Bij iedere organisatorische verandering zal telkens weer gekeken moeten worden wat de gevolgen van die veranderingen zijn voor de Informatieveiligheid en het gebruik van persoonsgegevens.
Bron 1: seven technologies remaking the world. SaveHr
https://sloanreview.mit.edu/projects/seven-technologies-remaking-the-world/
Elk van deze technologieklassen vertoont drie onderscheidende en snel evoluerende mogelijkheden die aanzienlijk verschillend, geavanceerder en groter in omvang zijn dan de technologieën van eerdere revoluties.
Voor gemeenten is het de uitdaging om optimaal mee te bewegen met trends in de samenleving. Deze trends vervolgens te vertalen naar een optimale informatievoorziening en hierdoor te anticiperen op verwachtingen en aan te sluiten op kansen die ontstaan.
Architectuur informatievoorziening
Architectuur;navigatiesysteem van een organisatie
Architectuur is bedoeld als richtinggevend en sturend instrument. Door in samenhang de huidige situatie en de toekomstige situatie in beeld te brengen en samen de spelregels voor de verandering te bepalen. Architectuur is het navigatiesysteem van een organisatie. Om de organisatie gecontroleerd te bewegen in de afgesproken richting en onderweg niet te verdwalen. Door het realiseren van projecten, die stukje bij beetje het toekomstbeeld in kleuren.
Gemeentelijke Model Architectuur GEMMA
GEMMA helpt gemeenten om (ICT-)ontwikkelingen in samenhang aan te sturen. Ontwikkelen, bouwen, aanschaffen en implementeren onder architectuur zorgt ervoor dat de oplossingen onderling goed samenwerken. Ook ontstaat er een overzicht dat bestuur en management helpt alle ontwikkelingen in samenhang aan te sturen.
overheids-referentiearchitecturen; basis voor interoperabiliteit tussen de verschillende overheden en landelijke voorzieningen
GEMMA is afgeleid van de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA). Samen met andere NORA-dochters als WILMA (waterschappen), PETRA (provincies) en EAR (Rijksoverheid) maakt GEMMA deel uit van de groeiende familie van overheids-referentiearchitecturen. Hiermee is een belangrijke basis gelegd voor interoperabiliteit tussen de verschillende overheden en landelijke voorzieningen. In de bijlage is meer over de samenhang van de verschillende architecturen te lezen.
In de GEMMA wordt uitgegaan van drie soorten architecturen.
Nieuwe inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening
Nieuwe inrichting maakt verbetering gemeentelijke dienstverlening mogelijk
Gemeenten hebben een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening nodig voor het uitwisselen van gegevens. Want het huidige stelsel voor gegevensuitwisseling maakt het lastig om snel en flexibel te vernieuwen, te voldoen aan privacywetgeving en efficiënt om te gaan met data. Dat staat de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening in de weg.
We kunnen een tweetal gemeentelijk georganiseerde bewegingen onderscheiden die streven naar een nieuwe inrichting van de gemeentelijke informatievoorziening. Standaardisatie en collectiviteit spelen in beide gevallen een grote rol. De belangrijkste bewegingen zijn:
Common Ground; Hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening
In de kern gaat het bij Common Ground om een hervorming van de gemeentelijke informatievoorziening, door op een andere manier om te gaan met gegevens. Door data los te koppelen van werkprocessen en applicaties en data bij de bron te bevragen, in plaats van veelvuldig kopiëren en op slaan.
Met de herinrichting van de informatievoorziening kunnen gemeenten hun dienstverlening en bedrijfsvoering ingrijpend verbeteren. Dat stelt in staat om op een moderne en flexibele manier in te spelen op maatschappelijke vraagstukken.
Common Ground groeit, en er gebeurt veel. Vanuit gemeenten en de VNG worden toepassingen ontwikkeld volgens de principes van Common Ground. En er wordt nagedacht over passende vormen van samenwerking. Een voorbeeld daarvan zijn de FieldLabs. Daar komen verschillende partijen bij elkaar: gemeenten, marktpartijen, uitvoeringsinstellingen, softwaredevelopers, designers en bestuurders. Samen werken ze - gedurende meerdere dagen - aan innovatieve concepten voor gemeentelijke dienstverlening. Het doel: het versnellen van vernieuwing in de gemeentelijke dienstverlening. Door middel van een nieuwe manier van werken, waarbij concepten één keer worden ontwikkeld, en uiteindelijk meerdere keren worden toegepast.
In de bijlage worden de principes van Common Ground verder toegelicht.
In de gemeente Lingewaard zijn de organisatieontwikkelingen onder te verdelen in 4 sectoren
De organisatieontwikkelingen zijn in onderstaande programma’s en beleidsnotities verder uitgewerkt. In dit beleid zijn daarbij de kansen en uitdagingen in de digitale samenleving aangestipt:
Missie gemeente en visie op dienstverlening
De gemeente Lingewaard als dienstverlener
“Wij zijn een goede dienstverlener voor onze klanten; de inwoners en ondernemers. We zijn als dienstverlener daadkrachtig, inwonergericht en veerkrachtig.”
Ons belangrijkste uitgangspunt voor onze dienstverlening is de beleving van de klant. De klantbeleving is leidend bij de sturing op de kwaliteit van onze dienstverlening. De klantbeleving is een kritische succesfactor voor het bereiken van onze missie.
Dienstverlening gaat over wie onze klanten zijn, wat we leveren (diensten), hoe we het leveren (proces) en hoe we communiceren (bejegening). |
We hebben onze opvatting van de dienstverlening in verbinding gebracht met de missie van de gemeente:
Een samenhangende dienstverlening: één Lingewaard, één gezicht
In onze dienstverlening staan een positieve beleving van onze inwoners en ondernemers centraal. Onze dienstverlening is met andere woorden klantgedreven. In de gewenste doelsituatie beleeft de klant een samenhangende dienstverlening: één Lingewaard, één gezicht.
Onze opvatting van de dienstverlening is consistent in onze gehele organisatie. Medewerkers, domeinen, teams tonen in de dienstverlening als het ware één gezicht naar de klant. |
Leidende principes dienstverlening vertaald naar informatievoorziening
De missie en de visie op dienstverlening zijn vertaald in leidende principes dienstverlening. Deze leidende principes zijn een leidraad voor de inrichting en uitvoering van de gewenste dienstverlening. Deze leidende principes zijn vertaald naar de service en kwaliteit van onze informatievoorziening.
Op de volgende pagina zijn de 7 leidende principes uitgeschreven. Deze geven invulling aan hetgeen waar wij voor staan ten aanzien van onze dienstverlening; de beleving van de inwoner centraal. Echter bieden deze principes nog geen concrete handvatten hoe we onze dienstverlening direct kunnen verbeteren. Daarom is er voor gekozen om te werken volgens en met de serviceformule methodiek.
Verwachtingen van inwoners en ondernemers vanuit verschillende rollen vertalen naar 5 serviceformules
Om concreet invulling te geven aan de visie op dienstverlening, verbeteren we onze dienstverleningsprocessen door middel van serviceformules. Het uitgangspunt van werken met serviceformules is dat inwoners en ondernemers vanuit verschillende rollen met ons in contact komen. Bij elke rol horen bepaalde verwachtingen. Die verwachtingen vertalen we in één van de vijf serviceformules. Elk formule kent externe zekerheden en interne afspraken. Zo dragen serviceformules bij aan het klantgericht, efficiënt en herkenbaar maken van de dienstverlening. De invulling van de Lingewaardse serviceformules doen we met de methoden klantreizen en de 6 P’s Marketingmix. Op deze wijze verbeteren wij onze (dienstverlenings-)processen vanuit het oogpunt van de klant (=inwoner/ondernemer).
Integrale dienstverlening sociaal domein
De landelijke transformatiedoelen en de sociale visie van de gemeente Lingewaard zijn uitgewerkt in 3 beleidssporen:
Ontwikkeling naar integrale dienstverlening in de keten
De informatievoorziening faciliteert de integrale dienstverlening in het sociaal domein. Daarbij is de inzet bovendien dat ontwikkeling naar integrale dienstverlening gemeentebreed en in de toekomst in de keten ook mogelijk wordt gemaakt. Binnen het Sociaal Domein ligt de focus op realiseren dat er in de gebieden meer en beter (digitaal) samengewerkt kan worden. Om dit in de gebieden te realiseren is het belangrijk om aan te sluiten op ondersteuning vanuit ontwikkeling gebiedsgericht werken. Ter ondersteuning aan deze visie zijn de volgende uitgangspunten opgesteld:
Inwoner centraal: efficiëntie samen met inclusieve dienstverlening
Het Sociaal Domein zorgt ervoor dat inwoners, bedrijven en instellingen hun zaken snel en zeker kunnen regelen. Waar persoonlijk contact met de overheid noodzakelijk of bevorderlijk is voor de kwaliteit van de dienstverlening, maken wij persoonlijk contact met inwoners, bedrijven en instellingen mogelijk (inclusieve dienstverlening, bijv. laaggeletterden, digibeten, …)
Organisatie: digitale samenwerking
Het Sociaal Domein geeft waar mogelijk het elektronische communicatiekanaal de voorkeur. Hierdoor kunnen besparingen worden gerealiseerd. Op termijn geldt dat het papieren kanaal zal worden afgeschaft, zonder daarbij inclusieve dienstverlening uit het oog te verliezen.
Binnen het Sociaal Domein moet iedereen mee kunnen doen in de digitale samenleving. Een groep inwoners zal (tijdelijk) extra ondersteuning nodig hebben voor het invullen van online formulieren. Als voorbeeld kunnen we ervaringen vanuit de digitalisering van de minimaregelingen benutten.
Informatie aan inwoners, bedrijven, instellingen en medewerkers binnen het Sociaal Domein in het kader van digitalisering van formulieren
De betrokken partijen bij de onderdelen welke gedigitaliseerd worden binnen het Sociaal Domein worden vooraf geïnformeerd.
Data samenbrengen; Geeft nieuwe inzichten Gerichter reageren naar klant
De kracht van datagedreven sturen is dat er door het combineren van gegevens (nieuwe) informatie kan worden gecreëerd. Er kunnen verbanden worden gelegd die de organisatie inzicht en sturingsmogelijkheden geven.
Door datagedreven werken te verankeren in onze organisatie zijn we in staat om onze klant te kennen en gerichter te kunnen benaderen, beter beleid te ontwikkelen, beter te sturen op afspraken (normen) en efficiënter te werken.
bron: ministerie van Justitie en Veiligheid
Gemeente Lingewaard is eigenaar van alle data
Gemeente Lingewaard is eigenaar van alle data die zij genereert en/of waar zij de verantwoording voor draagt. Medewerkers binnen de gemeente Lingewaard werken met meerdere digitale systemen. Deze systemen genereren en gebruiken data. Die data wordt op diverse plaatsen opgeslagen.
Bewustwording van de waarde van data
Gemeente Lingewaard is zich bewust van de waarde van de data. De bewustwording is ontstaan in de ontwikkeling naar integrale dienstverlening. Er is daardoor meer behoefte aan datagedreven sturing ontstaan. Deze sturing is in de gemeente onderverdeeld in 3 niveaus.
Door datagedreven sturing zijn we in staat de groeiende hoeveelheid data adequaat te verwerken. Daarbij kunnen we meegaan in de verwachtingen van onze klant. Tot slot vergemakkelijkt datagedreven werken ons bij het uitwisselen van informatie met bijvoorbeeld externe partners.
Informatiebehoefte bepaald de opslag van data
De informatiebehoefte bij gebruikers van de data van de gemeente Lingewaard is bepalend voor de opslag van data en in welke vorm. Gebruikers van de data van de gemeente Lingewaard zijn bijvoorbeeld de medewerkers, onze klanten, stakeholders en ketenpartners.
Afhankelijk van de doelbinding & rechtmatigheid, de toepassing en verspreiding van de informatie uit de data wordt bepaald wie, wanneer welke informatie kan inzien, bewerken en weer opslaan. Deze weging gebeurt met in achtneming van de AVG, de archiefwet en de wet BIO. In dit kader passen we dataminimalisatie toe en de wettelijke bewaar- en vernietigingstermijnen. Daar waar mogelijk en nodig wordt data geanonimiseerd.
Dataminimalisatie is de verantwoordelijkheid van de hele organisatie. Naast toepassing van dataminimalisatie binnen gecentraliseerde en procesgebonden opslagsystemen geldt dataminimalisatie ook voor netwerkschijven. Zowel voor gemeenschappelijke netwerkschijven als voor persoonlijke. Er zal de komende jaren aandacht worden gegeven aan bewustworden van medewerkers bij het minimaliseren van de op hun netwerkschijven opgeslagen data.
Gemeente Lingewaard biedt datasets aan op data.overheid.nl. Dit dataportaal bestaat uit een register met informatie over- en verwijzingen naar datasets van Nederlandse overheden. Data.overheid.nl biedt een actueel overzicht van alle beschikbare datasets binnen de Nederlandse overheid. Gemeente Lingewaard heeft hier bijvoorbeeld de dataset ‘waardevolle bomen’ beschikbaar gemaakt.
Platform voor datagedreven sturen - het datapakhuis en datalab
In onderstaand schema is een platform voor informatie gestuurd werken in beeld gebracht. In 2017 heeft gemeente Lingewaard een visie op de ontwikkeling van informatiegericht werken c.q. datagedreven sturen opgesteld.
Generiek platform met een datapakhuis
Op basis van de visie is een project gestart voor de realisatie van een generiek platform ter ondersteuning van datagedreven sturen in Lingewaard. Dit platform met een datapakhuis als centraal onderdeel is in 2018 gerealiseerd. De architectuur van het platform sluit aan op de gedachte van Common Ground.
Gemeente Lingewaard beschikt nu als het ware over een Datalab of competence center met meerdere kundige data- en informatieanalisten. De timing van de oprichting van het Datalab was bijzonder gunstig en heeft de gemeente Lingewaard een sprong voorwaarts in het datagedreven sturen opgeleverd. Meerdere teams in alle domeinen hebben momenteel de beschikking over op maat gebouwde dashboard en rapportages voor beleidsontwikkeling en (management) sturing.
Binnen de organisatie is door het team Informatievoorziening een informatiewinkel ingericht voor het delen van algemene (management) informatie. De Informatiewinkel is te raadplegen via de interne webomgeving. Deze informatiewinkel wordt gevuld op basis van de generieke informatiebehoefte, die er in de organisatie leeft. Deze ervaring maakt het mogelijk om de komende jaren door te ontwikkelen en in de toekomst zelfs in de informatiebehoefte buiten de organisatie te voorzien.
Ruimte voor ontwikkeling en waarborgen voor kwaliteit
In 2016 is de Omgevingswet gepubliceerd in het Staatsblad en heeft de Eerste Kamer ingestemd met het voorstel. De Omgevingswet moet het omgevingsrecht makkelijker maken en vervangt een groot aantal huidige wetten over de fysieke leefomgeving. ‘Ruimte voor ontwikkeling en waarborgen voor kwaliteit’ is het motto van de Omgevingswet. Dit motto is vertaald naar de volgende verbeterdoelen:
De fysieke leefomgeving bestaat in ieder geval uit: bouwwerken, infrastructuur, watersystemen, water, bodem, lucht, landschappen, natuur, cultureel erfgoed en wereld erfgoed.
Ambities en beleidsdoelen voor de gehele fysieke leefomgeving voor de lange termijn
Gemeenten krijgen een termijn van 3 jaar na de inwerkingtreding van de Omgevingswet om de omgevingsvisie vast te stellen. In de omgevingsvisie legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de gehele fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. De omgevingsvisie is vormvrij: de gemeenteraad bepaalt detailniveau, gebieden, sectoren en thema's. De gemeente stelt 1 omgevingsvisie voor het hele grondgebied vast. Daarnaast kan de gemeente samen met een andere gemeente of met de provincie een gezamenlijke of regionale omgevingsvisie opstellen.
LVBB Nieuwe landelijke publicatieplatform
Het omgevingsplan bevat alle (juridische) regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. Per gemeente is er 1 omgevingsplan. Bij het opstellen van het omgevingsplan gebruiken gemeenten een nieuwe standaard, de Standaard officiële publicaties met toepassingsprofielen (STOP/TPOD). Gemeenten publiceren het omgevingsplan via de Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB), het nieuwe landelijke publicatieplatform.
Omgevingsloket en toepasbare regels
De regels in het omgevingsplan komen automatisch in het Omgevingsloket, zodat iedereen op een kaart kan zien welke regels waar gelden. Hiervoor publiceren gemeenten hun omgevingsplan en vertalen ze juridische regels in toepasbare regels. Het omgevingsplan moet daarvoor voldoen aan een aantal eisen. Via vragenbomen kunnen initiatiefnemers vervolgens in het Omgevingsloket controleren of ze een vergunning nodig hebben. Ook vullen ze zo gegevens in voor een aanvraag of melding. Een aantal regels op rijksniveau komt in het omgevingsplan terecht: onder de Omgevingswet verhuist een aantal regels van het Rijk naar gemeenten en waterschappen. Het Rijk zorgt er met het Invoeringsbesluit voor dat deze regels automatisch in het omgevingsplan komen. Dit heet ook wel de 'bruidsschat'.
Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV)
Alle informatie over de fysieke leefomgeving op één digitale plek
De Omgevingswet vraagt goede digitale ondersteuning en daarom wordt bij de invoering van de Omgevingswet ook een nieuw digitaal stelsel geïntroduceerd, het DSO. Dit digitale stelsel vervangt het huidige Omgevingsloket Online (OLO), Activiteitenbesluit Internet Module (AIM), en ruimtelijkeplannen.nl. Met het DSO staat alle informatie over de fysieke leefomgeving straks op één digitale plek. Via het DSO kunnen initiatiefnemers en belanghebbenden snel zien wat wel en niet in de fysieke leefomgeving mag.
De ambitie van Lingewaard op het gebied van processen en dienstverlening
Er zijn 16 processen te identificeren in het fysieke domein. Deze 16 processen zijn in te delen in 4 procesgroepen welke overeenkomen met de terreinen van de beleidscyclus; Planvorming, Dienstverlening, Vergunningverlening en Toezicht & Handhaving. De processen in de groepen Planvorming, Dienstverlening en Vergunningverlening worden geraakt door de Omgevingswet. De bestaande processen zijn weergegeven in onderstaand schema.
Ambitie gemeente Lingewaard is gericht op minimale scenario
Gemeente Lingewaard heeft de procesuitvoering van de meeste producten en -diensten in het fysieke domein uitbesteed aan leveranciers. De ambitie van Lingewaard, zoals verwoord door het programma Omgevingswet, ten aanzien van de invoering van de Omgevingswet en de inrichting van het DSO is gericht op het minimale scenario. Dat houdt in dat de dienstverlening in het kader van de Omgevingswet vanaf 1 januari 2021 ongewijzigd blijft. Het oude Omgevingsloket Online (OLO) wordt vervangen door het nieuwe Omgevingsloket van het DSO. Concluderend kan worden gesteld dat er geen integrale dienstverlening wordt ingevoerd bij de implementatie van de Omgevingswet. De uitdagingen op het gebied van proces redesign en informatievoorziening blijven daardoor beperkt. De technische aansluiting op het DSO zal door de omgevingsdienst namens de gemeente Lingewaard worden verzorgd.
Gewenste verandering in houding en gedrag van medewerkers
‘Zo werken wij in Lingewaard’ is in de basis gericht op de gewenste verandering in de houding en gedrag van medewerkers.
Een goede digitale werkplek kan de gewenste verandering in houding en gedrag van medewerkers stimuleren en zelfs enthousiasmeren.
Digitale dienstverlening in de leefwereld van onze inwoner
Goede dienstverlening sluit aan op de leefwereld van onze inwoner. De medewerkers willen (digitale) dienstverlening kunnen geven in deze leefwereld. De medewerker wordt daarvoor gefaciliteerd in flexibel, tijd, plaats en apparaat onafhankelijk werken. Onderdeel daarvan is een digitale werkplek. De optimaal digitale werkplek:
Eisen aan digitaal samenwerken:
De digitale werkplek is een omgeving waarin alle vormen van (digitale) communicatie mogelijk zijn (zowel intern als extern). Communicatie van medewerkers met de klanten of van medewerkers tot medewerkers kan met /via verschillende kanalen.
Meer over de digitale werkplek is te lezen in het document ‘Strategie digitale werkplek’.
Inwoners betrekken Ruimte geven aan initiatieven
Inwonersparticipatie is ‘Inwoners betrekken bij gemeentelijke plannen die voor hen bedoeld zijn en ruimte geven aan initiatieven van inwoners zelf’. Inwoners praten mee over veel verschillende onderwerpen: van speeltoestellen in de openbare ruimte tot het geven van de juiste zorg en ondersteuning, van economische visies tot het bouwen van sportaccommodaties. Een speciale vorm van inwonerparticipatie is ruimte voor inwonersinitiatieven. Inwonersparticipatie kan worden gezien als een vorm van dienstverlening aan de inwoners en ondernemers om de leefomgeving op korte en lange termijn te verbeteren.
Ruimte voor inwonersinitiatieven
Inwonersinitiatieven zijn ideeën en plannen van inwoners(collectieven) om de leefomgeving te verbeteren. Dit vraagt een andere manier van handelen in de gemeentelijke organisatie. Met eigen initiatieven zullen inwoners de gemeente anders bevragen. Het standaardaanbod van diensten is in deze situatie niet langer leidend, maar er wordt maatwerk gevraagd voor de wensen en behoeften van inwoners. Daarnaast hebben inwoners tegenwoordig betere mogelijkheden om buiten de traditionele belangenverenigingen (zoals wijkplatforms) inwonerinitiatieven in te dienen. Dit draagt bij aan de bewustwording van medewerkers en organisatie als het gaat om integraal werken, verbinden, regisseren en denken vanuit de klant.
Lingewaard doet! Platform voor inwonerinitiatieven
Die verbeterde bewustwording is nodig, want ruimte voor inwonersinitiatieven is blijvend onderdeel geworden van de werkwijze van Lingewaard. Voor de ondersteuning van inwonersinitiatieven is in 2018 een digitaal platform aangeschaft en ingericht: ‘Lingewaard doet!’ Dit platform is bedoeld voor alle initiatieven voor de leefomgeving binnen de gemeente.
Bij digitale inwonersparticipatie wordt bijv. onderzocht hoe inwoners en raadsleden digitaal kunnen worden geïnformeerd over wat er speelt in de buurt en in de stad. Daarbij kan worden bekeken onder welke voorwaarden en in welke fase inwonersparticipatie wordt ingezet. Tevens kan informatie van inwoners en ondernemers (pro-actief) worden verzameld om het beleid en planvorming te verbeteren met waardevolle input.
Voor het verzamelen van informatie van inwoners en het betrekken van inwoners bij beleid, plan- en besluitvorming kan een digitaal platform van waarde zijn. Naast een communicatiefunctie waarbij via diverse kanalen kan worden gecommuniceerd (spraak, messaging, email) is het nodig informatie met inwoners per project te kunnen delen (real-time en off-line). Tenslotte moet een dergelijk platform ook geautomatiseerd informatie van groepen kunnen verzamelen en op maat worden gerapporteerd.
één generiek platform voor alle participatie-toepassingen
De komende tijd gaat gemeente Lingewaard de wens voor een platform voor inwonersparticipatie onderzoeken. In het onderzoek naar een platform voor inwonersparticipatie is het zaak te komen tot één generiek platform voor alle participatietoepassingen en domeinen waarbij alle benodigde functies worden ondersteund.
Meer ontwikkeling in de organisatie
Informatievoorziening plooit zich naar de behoefte van de mens, de organisatie en de gewenste (dienstverlenings-) processen
Een aantal interne ontwikkelingen zijn in dit beleid beschreven. Daarnaast zijn er nog meer ontwikkelingen in de gemeente Lingewaard gaande of gaan nog komen. Algemeen kan worden gesteld dat onze informatievoorziening zich plooit naar de behoefte van de mens, de organisatie en de gewenste (dienstverlenings-) processen. Hiernaast zijn de vier aandachtsgebieden in de ontwikkeling in de organisatie weergegeven.
Interne ontwikkelingen worden vertaald naar programma’s of beleidsnotities waarin deze vier aandachtsgebieden zijn uitgewerkt. De ambitie in de gemeente Lingewaard is een ontwikkeling in de vier domeinen (dienstverlening, ruimtelijk, sociaal en bedrijfsvoering). De ontwikkeling groeit naar meer integraal, dus van domeinbreed naar organisatiebreed naar samenwerking in de keten.
Inrichting informatievoorziening in Lingewaard
De keuzes die Lingewaard maakt en hoe de organisatie daartoe is ingericht.
Om voorbereid te zijn op de ontwikkelingen en strategie van de toekomst, worden er keuzes gemaakt. Politieke en organisatie keuzes. Welke waarden, normen en eisen stellen we aan onze dienstverlening: van producten en diensten die aangeboden worden, tot aan de gedigitaliseerde bedrijfsprocessen, de benodigde informatiesystemen en de technologieën die geïmplementeerd moeten worden.
Onze dienstverlening is steeds meer gericht op de beleving van onze klant. De informatievoorziening schuift daarin mee. Nagenoeg al onze processen zijn digitaal. De komende vier jaar zullen de processen aangepast worden naar de wensen vanuit de organisatie en onze klanten.
De basis voor de informatie-architectuurprincipes van de gemeente Lingewaard zijn:
Deze informatie-architectuurprincipes zijn geïnspireerd op Het Gemeentelijk Gegevenslandschap, een notitie van de VNG met informatie-architectuurprincipes die richting geven aan hoe er met gegevens en applicaties moet worden omgegaan.
Service georiënteerde architectuur
Een service georiënteerde architectuur is een architectuur van software die gericht is op het ontwikkelen, laten functioneren en beheren van diensten of services voor de ondersteuning van werkprocessen. Het achterliggende doel hiervan is het verbeteren van de interne werkprocessen om verschillende domeinen beter te kunnen vervullen.
De kenmerken van een service georiënteerde architectuur
Ontkoppelen service-afnemers en service-aanbieders
We ontkoppelen service-afnemers en service-aanbieders. Dat houdt in dat we bijvoorbeeld de voorkant loskoppelen van de achterkant, maar ook gemeentelijke omgeving los zien van landelijke voorziening.
Standaard webservices op basis van API’s
Service-aanbieders zorgen voor standaardisatie van de geleverde diensten zodat service-afnemers daar snel en goedkoop gebruik van kunnen maken. Daarbij kunnen we denken aan standaard webservices op basis van API’s (Application programming interface, een middel waarmee computerprogramma's duidelijk maken hoe ze kunnen samenwerken met de buitenwereld). Ook een voorbeeld zijn standaard zorgarrangementen van zorgaanbieders.
Scheiding proceslogica en gegevens
Er komt een harde scheiding in de uitvoering van de processen en de levering van de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de processen
Daar waar applicaties nu zowel proceslogica als gegevens bevatten wensen we in de nabije toekomst dat deze enkel proceslogica bevatten. Gegevens die door de proceslogica worden gebruikt worden in de nieuwe inrichting separaat van de proceslogica opgeslagen en beschikbaar gesteld via gestandaardiseerde gegevensdiensten. Een harde scheiding wordt aangebracht in de uitvoering van de processen en de levering van de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van de processen. Ook worden verantwoordelijkheden anders belegd. Daar waar in de huidige situatie de leveranciers van gemeentelijke applicaties voor zowel de inrichting van processen als de modellering van gegevens verantwoordelijk zijn nemen we in de nieuwe inrichting de regie ten aanzien van het vormgeven van gegevens en gegevensontsluiting. Gegevens worden gestandaardiseerd qua semantiek, syntax en samenhang en worden via gestandaardiseerde diensten (API’s) ontsloten naar de afnemers.
kleine flexibele logische componenten
Ons landschap bestaat in de toekomst uit veel kleine flexibele logische componenten. Hierdoor is er een betere spreiding van het risico in de (dienstverlenings-)processen. We kunnen makkelijker (een deel) van een proces laten herbouwen. De componenten zijn beter herbruikbaar. Door te werken met autonome ontkoppelde componenten in plaats van met geïntegreerde (silo)systemen bouwen we flexibiliteit in de informatievoorziening in waardoor we wendbaarder zijn en sneller kunnen opereren.
Informatie beschikbaar stellen waar mogelijk
Onze informatie is transparant waar mogelijk. Het delen en gebruiken van gegevens wordt slechts beperkt door wetgeving en niet door ideeën over het gebruik van gegevens. We bieden andere partijen de mogelijkheid om hierop diensten te ontwikkelen.
We stellen informatie zoveel mogelijk beschikbaar voor bijvoorbeeld (her)gebruik door derden en in het versterken van de informatiebehoefte van de klant. Hierbij valt te denken aan het gebruik van open standaarden zoals open API’s en berichtformaten zoals SOAP, XML, etc,
We zorgen voor een goede beveiliging van gegevens en garanderen privacy door middel van een samenhangend geheel van technische, organisatorische, fysieke en procedurele maatregelen.
Eenmalige vastlegging en uitvraag
Eenmalige opslag Uitvraag bij de bron
We leggen gegevens eenmalig vast en vragen op bij de bron. In het domein Werk & Inkomen is hier zelfs een wet voor: ‘Wet eenmalige gegevens-uitvraag werk en inkomen’.
Regie voor Inwoners en Bedrijven op eigen gegevens
Mensen moeten (persoonlijke) data kunnen gebruiken om hun leven, werk of bedrijf te organiseren, terwijl belangrijke waarden als veiligheid en privacy geborgd zijn. Door mensen ook digitaal centraal te zetten, zorgen we voor maatwerk in dienstverlening, over de grenzen van publiek en privaat heen. Inwoners en bedrijven krijgen de mogelijkheid om toestemmingen voor uitwisseling van gegevens te beheren en, waar mogelijk, eigen gegevens te wijzigen.
We standaardiseren maximaal bijvoorbeeld door gestandaardiseerde gegevensmodellen en interfaces voor informatie-uitwisseling (OpenAPI, NLx, etc.)
Gemeente Lingewaard heeft haar applicatie-landschap in kaart. Hierin zijn de componenten van de informatievoorziening (applicaties, middleware en interfaces) in hun samenhang in te zien. Tevens is de aansluiting op de procesarchitectuur en de basisgemeente zichtbaar.
Als een proces of taakveld geautomatiseerd wordt, dan wordt in eerste instantie binnen het applicatie-landschap gezocht naar een applicatie die beschikt over de benodigde functionaliteit die zo ingericht kan worden dat het proces hiermee kan worden ondersteund.
Wanneer geen applicatie beschikbaar is wordt onderzocht of het proces kan worden ondergebracht binnen het zaaksysteem. Wanneer het proces niet kan worden ondergebracht binnen het zaaksysteem wordt een inkooptraject gestart voor het selecteren, aanschaffen en implementeren van een, in het applicatielandschap, nieuwe applicatie.
Inrichtingsprincipes applicaties
In applicaties worden producten/diensten, processen en functionaliteit samengebracht. Applicaties zijn zoveel mogelijk geparameteriseerd zodat de gewenste inrichting door de beheerders op maat kan worden geconfigureerd Hierbij kan je denken aan producten/diensten, business rules, procesinrichting, procesrollen, sjablonen, rapportages, etc. Door de parameterisatie kan duur maatwerk in de softwareprogrammering worden voorkomen en is de inrichting flexibel en snel aanpasbaar. Daarnaast moeten applicaties voldoen aan de volgende principes:
We doen in principe niet aan eigen ontwikkeling van applicaties. Als gemeente hebben we de sterke voorkeur voor standaard oplossingen (standaard off the shelf applicaties). In het kader van de Common ground worden de apps/applicaties, die toegang geven tot onze producten en diensten, verdeeld over kleinere logische componenten. Volgens het idee van ‘Samen organiseren’ laten gemeenten deze open source apps/applicaties zelf ontwikkelen. Die kunnen vervolgens door andere gemeenten worden hergebruikt. Het is niet uitgesloten dat Lingewaard aan ‘Samen organiseren’ ooit een ‘innovatief steentje’ bijdraagt. Het uitgangspunt is echter dat we een ‘slimme volger’ zijn. Voor eigen ontwikkeling, al dan niet samen met een leverancier, wordt regie- en expertise-capaciteit van de gemeente gevraagd. Gezien onze schaalgrootte en gebrek aan ervaring op het regisseren is het (afbreuk)risico van software-ontwikkelprojecten te groot.
Bij de inkoop van applicaties dienen we met een aantal nog niet genoemde voorwaarden rekening te houden. Het zijn ondermeer voorwaarden op het vlak van contractlooptijden en de hosting van applicaties.
Datagedreven sturen via het eigen datapakhuis
Om de opgeslagen operationele data in ons datapakhuis te kunnen hergebruiken voor datagedreven sturen dient bij de inkoop van applicaties geborgd te worden:
Korte looptijden contracten in verband met toekomstige ontwikkelingen
Gezien de toekomstige ontwikkelen die zijn geschetst in de Common ground is het zaak geen langlopende contracten aan te gaan met leveranciers. Dat biedt meer flexibiliteit om te investeren in de Common ground. De looptijd van (raam)contracten dient beperkt te blijven tot maximaal 3 jaar met daarna stilzwijgende verlengingen met 1 jaar. Als er nieuwe modules worden aangeschaft binnen een applicatiesuite met een reeds bepaalde looptijd dan heeft het de voorkeur de nieuwe module op de looptijd van de bestaande suite aan te sluiten. En ander is afhankelijk van de ontwikkelcontext van de aan te schaffen applicatie. Daarnaast is het zaak de opzegtermijnen beperkt te houden (1-4 maanden).
De gemeente Lingewaard heeft de GIBIT (Gemeentelijke Inkoopvoorwaarden bij IT) inkoopvoorwaarden voor ICT-componenten en – diensten van toepassing verklaard. Die worden bij substantiële inkopen gehanteerd (minimaal vanaf Euro 5000,-).
Indien applicaties meer dan enkele gebruikers kent dan is single sign on (SSO) op basis van veilige authenticatie (ADFS) gewenst. Bij dat laatste wordt de authenticatie via de Active Directory (AD) geregeld. Indien medewerkers uit dienst gaan dan wordt via de uitdiensttredingprocedure de AD bijgewerkt zodat toegang tot de applicaties niet meer mogelijk is.
On Premise en SaaS applicaties
Bij het hosten van applicaties op een ICT infrastructuur zijn er 2 varianten gangbaar: On Premise en SaaS (software as a service).
On Premise houdt in dat bedrijfsapplicaties inclusief gebruikersinterface en dataopslag binnen het eigen datacentrum zijn geïnstalleerd en beschikbaar worden gesteld.
Voordelen van On Premise installatie is dat het volledig beheer en autorisatie in eigen hand blijft en dat koppelingen tussen applicaties binnen het eigen netwerk blijven. Dit biedt een grotere mate van beveiliging.
Nadelen zijn dat voor On Premise oplossingen (over)capaciteit beschikbaar moet zijn die door schaalgrootte optimaal moet worden gebruikt. Tevens is voor kostenbeheersing een bepaalde mate van standaardisatie van belang. Zoals voor Operating Systems (OS), Database Management System (DBMS), virtualisatie en netwerkcomponenten. Ook blijft het technisch applicatiebeheer van de (business) applicaties in eigen hand. Dit vraagt beheercapaciteit voor elke (software) oplossing maar ook specifieke kennis.
SaaS is wat de naam zegt: software die als een dienst wordt aangeboden. Dit houdt in dat de (software) oplossing inclusief gebruikersinterface en dataopslag binnen het rekencentrum van de leverancier is geïnstalleerd en beschikbaar wordt gesteld.
Voordelen van een SaaS oplossing zijn dat er geen capaciteit beschikbaar hoeft te zijn in de serverruimte of colocatie (externe serverlocatie) dat daardoor kleiner van opzet en daarmee goedkoper kan zijn. Ook hoeft geen capaciteit aanwezig te zijn voor technisch beheer. Het voordeel dat er wordt bespaard op beheerders en infrastructuur zoals SaaS-leveranciers presenteren is in praktijk wel relatief moeilijk incasseerbaar.
Nadelen van SaaS zijn de, vaak, hogere commerciële tarieven voor het gebruik van de oplossing en de complexere inrichting en afhankelijkheid van externe verbindingen tussen de werkplekomgeving en de leverancier. Ook het koppelen van een SaaS oplossing aan andere (software) oplossingen is complexer.
Hostingbeleidvoorapplicaties: On Premise of SaaS
Wij kennen in ons applicatie-landschap momenteel een mix van On Premise en SaaS oplossingen. Momenteel beschikken wij als gemeente over een voldoende schaalbaar datacentrum en een beheerorganisatie om On premise applicaties in beheer te nemen. On Premise applicaties worden op de gemeentelijke ICT infrastructuur gehost. Wij voorzien dat steeds meer leveranciers overgaan tot het een verdienmodel gebouwd rondom het SaaS gedachtengoed (software as a service). SaaS applicaties worden door de leveranciers op hun ICT-infrastructuur gehost. Leveranciers gaan steeds meer over naar het aanbieden van uitsluitend zelf gehoste applicaties. Naar verwachting bestaat over 5 tot 10 jaar een groter deel van het applicatielandschap uit een verzameling van SaaS applicaties die bij verschillende leveranciers draait. Om, met het oog op deze trend, grote onderbenutting c.q. overcapaciteit van de infrastructuur in de toekomst te voorkomen, moeten we hiermee met de dimensionering van onze infrastructuur rekening houden.
De voorkeur in ons applicatie-landschap was het principe On Premise tenzij. Voor de komende 4 jaar willen we hieraan de voorwaarde van een positieve business case ten aanzien van de hosting toevoegen. De business case wordt berekend op basis van total cost of ownership (TCO) waarbij de beheer- en infrastructuurkosten worden meegewogen. De komende 4 jaar worden de ontwikkelingen in de markt gevolgd en kan het voorkeursbeleid wijzigen.
Eisen aan On Premise applicaties
Aan On Premise applicaties worden eisen gesteld zodat de infrastructuur en het beheer zoveel mogelijk zijn gestandaardiseerd:
Bij SaaS applicaties ontstaat er een grotere afhankelijkheid van betrouwbare en veilige netwerkverbindingen. In de gemeente Lingewaard stellen we de volgende eisen aan SaaS applicaties:
Tenslotte zijn er algemene eisen van toepassing op zowel Saas als On Premise applicaties:
Optimale ondersteuning van de dienstverlening
De ICT-infrastructuur is er om de dienstverlening optimaal te ondersteunen. De benodigde applicaties en bedrijfsinformatie worden gefaciliteerd op het ICT platform van de gemeente en medewerkers krijgen toegang tot deze omgeving. Gebruikers hebben toegang tot informatie, applicaties en functionaliteit informatie en applicaties en functionaliteit zodat ze hun taken kunnen uitvoeren.
De ICT-infrastructuur is zodanig ingericht dat het tegemoet komt aan de organisatie-eisen ten aanzien van de beschikbaarheid, veiligheid en tijdigheid en juistheid van digitale informatie De juiste inrichting is een evenwicht tussen enerzijds flexibiliteit en gebruikersvriendelijkheid en anderzijds zorg voor beveiliging, stabiliteit, betrouwbaarheid en beheerbaarheid.
We streven ernaar om alle systemen met elkaar te verbinden en open te stellen voor elkaar en, waar dat kan en verantwoord is, voor de buitenwereld. Ook bieden we medewerkers een plezierige, snelle en storingsarme, digitale werkplek. Onze Servicedesk (1e lijn beheer) is het eerste aanspreekpunt voor de gebruikers van de ICT-voorzieningen. De servicedesk zorgt voor een goede ondersteuning van de gebruikers en de afhandeling van meldingen.
De technische architectuur bestaat uit het netwerk, de (applicatie) servers en de dataopslag en de (digitale) werkplekomgeving (client of frontend). Op het laagste niveau bestaat de infrastructuur uit een verzameling fysieke componenten.
In de infrastructuur- en netwerkmodellen die in beheer zijn bij systeembeheer is in detail weergegeven beschreven hoe deze infrastructuur is ingericht.
Tijd, Plaats en Werkplek onafhankelijk werken
Het ICT platform ondersteunt het Tijd, Plaats en Apparaat-onafhankelijk werken vanuit de virtuele desktop infrastructuur (VDI). In deze virtuele Windows desktop bevinden zich de benodigde apps voor het uitvoeren van onze (primaire) dienstverlening aan onze klanten. De VDI bevindt zich in het gemeentelijke ICT-beheerdomein.
Deze virtuele desktop kan vanaf ieder apparaat worden benaderd en opgestart. Daarmee kan deze ook onderweg van mobiele apparaten worden gebruikt. Verder is de omgeving voor de medewerkers minimaal tijdens kantooruren beschikbaar. In praktijk worden hoge beschikbaarheidsniveau’s gehaald. De virtuele Windows desktop is in hoge mate gestandaardiseerd en non-persistent ingericht. Dat betekent dat na een (dag)sessie de desktop weer ‘schoon’ opstart. Door de gebruikers zelf geïnstalleerde applicaties zijn dan verdwenen.
Het is mogelijk om voor een specifieke gebruikersgroep een maatwerk desktop met speciale applicaties en extra processingcapaciteit te configureren.
Ons interne en externe bekabelde netwerk is geschikt voor hoge snelheden en is redundant uitgevoerd om verzekerd te zijn van uitwijkmogelijkheden bij calamiteiten. Dubbel uitgevoerde apparatuur en fysieke routes die tevens voldoende van elkaar zijn verwijderd om niet door eenzelfde calamiteit getroffen te worden. Voor een goede continuïteit van de bedrijfsvoering zijn de verbindingen met partners en leveranciers redundant uitgevoerd. Voor externe verbindingen met bijvoorbeeld SaaS applicaties en landelijke voorzieningen maken we vanaf 2020 standaard gebruik van het GGI netwerk.
Het netwerk is beveiligd op basis van richtlijnen in de BIO. Onlangs zijn er aanvullende aanpassingen aan de netwerksegmentatie doorgevoerd op basis van de rapportage over de digitale gijzeling van de universiteit van Maastricht. De komende tijd staat de inrichting van actieve netwerkmonitoring gepland. Met deze 24-uurs monitoring kunnen de beveiliging van onze infrastructuur steeds verder verbeteren.
In de eigen gemeentelijk gebouwen maken we voor de LAN-aansluiting van de fysieke werkplekken gebruik van netwerkbekabeling voor zowel data als telefonie. Daarnaast is er een draadloze netwerktoegang (WiFi) voor zowel medewerkers als gasten. De kwaliteit van ons WIFI-netwerk is steeds belangrijker geworden. Er wordt steeds meer mobiel gewerkt in het gemeentehuis. De WiFi-inrichting is met de herbouw van het nieuwe gemeentehuis en met het oog op de nieuwe telecommunicatievoorziening verbeterd.
Virtueel serverpark Platform voor virtuele desktop
Ons serverpark is volledig gevirtualiseerd en biedt een platform voor de virtuele desktop infrastructuur (VDI). Daarnaast worden op het platform alle on premise applicaties, databases en backupvoorzieningen gehost.
Er zijn binnen het gemeentelijk domein veel verschillende spelers actief die gebruik maken van veel verschillende systemen voor dataopslag, databases genoemd. De verschillende database platforms kennen sterke en minder sterke punten maar hebben gemeen dat een databaseplatform geïnstalleerd dient te worden op een server met (veel) snelle processoren, veel intern geheugen en schijfcapaciteit. Het database platform is gestandaardiseerd op Microsolf SQL server en Oracle. Verder zijn er nog enkele Postgress (open source) databases ingericht.
Ontwikkelingen in de ICT samenwerking
Door de start in 2020 van de ICT samenwerking tussen Overbetuwe en Lingewaard zijn er meer mogelijkheden om baten te realiseren op de 4 K’s (kwaliteit, kwetsbaarheid, minder meerkosten en kansen voor personeel). Deze baten kunnen worden gerealiseerd door de ICT infrastructuur te delen. Op dit moment worden de infrastructuren van beide gemeenten naast elkaar beheerd. De ontwikkeling voor de komende periode is een gemeenschappelijke ICT infrastructuur voor beide gemeenten.
Kennis komt tot stand door data te verzamelen en te ordenen tot informatie en daarmee tot een onderzoekshypothese te komen en die te toetsen.
Citaat van professor Roel in ‘t Veld
“Informatie is geordende data waaraan betekenis wordt gegeven. Kennis is dan informatie met een waarheidspretentie.”
Kritisch, gevoelige en/of duurzame informatie
Gemeente Lingewaard maakt in elk (dienstverlenings-)proces gebruik van informatie. Dit kan kritische informatie, gevoelige informatie, duurzame informatie en een combinatie van deze drie zijn. Bij vernieuwingen of aanpassingen aan de informatievoorziening is het soort informatie mede bepalend voor de keuzes en eisen aan de nieuwe of vernieuwde oplossing.
Verantwoordelijkheid ligt bij de bron
Actuele, betrouwbare, toegankelijke en juiste informatie wordt gecreëerd bij de bron. Daar ligt ook de verantwoordelijkheid. De bronnen dat zijn de medewerkers, onze klanten, stakeholders en ketenpartners. De informatievoorziening ondersteunt de creatie van actuele, betrouwbare, toegankelijke en juiste informatie.
Als gemeente willen we weten welke informatie er aanwezig is en waar de informatie zich bevindt. We willen de kwaliteit van de informatie kennen en kunnen bepalen wat deze zou moeten zijn. Daarom toetsen we bestaande (dienstverlenings-)processen en de daarbij behorende applicaties. In de toets kijken we naar de kwaliteit en de duurzaamheid van de informatie. Bij wijzigingen of nieuwe (dienstverlenings-)processen wordt kwaliteitsbeheer betrokken.
Overheidsinformatie duurzaam bewaren
Informatiebeheer gaat over alle overheidsinformatie en het bewaren ervan op een duurzaam toegankelijke manier. Dit ongeacht hoe lang we die informatie bewaren en ongeacht de fase in een (dienstverlenings-)proces.
Het archiefveld is in de afgelopen jaren veranderd. Dat heeft te maken met de digitalisering van overheidsinformatie. Het inzicht dat digitale informatie vluchtig is en daarmee kwetsbaar, heeft de focus laten verschuiven. Archivering na afloop van een proces kantelt naar informatiebeheer vanaf het eerste moment dat informatie in een proces beschikbaar komt.
Onderstaand model van gemmaonline.nl geeft weer hoe de informatiestromen na de kanteling er schematisch uitzien.
Op dit moment zien we twee ontwikkelingen. De eerste is het concentreren van opslag in een centraal systeem zoals het e-Depot. Dat houdt in het opslaan van informatie en het garanderen van de houdbaarheid van deze informatie voor langere tijd.
De andere ontwikkeling is de keuze om in specifieke situaties gearchiveerde informatie niet centraal op te slaan, maar in vakapplicaties te laten zitten. De rede hiervoor kan zijn de complexiteit van specifieke opslagformaten die problematisch zijn voor archiefsystemen en ook voor e-Depots.
Metagegevens in een centraal systeem bewaren
Die twee ontwikkelingen lijken tegenstrijdig. Dat is minder of zelfs niet het geval als wel alle metagegevens van te bewaren informatie in een centraal systeem worden opgeslagen. Als dat de richting wordt, dan ontstaat een stelsel van systemen voor het bewaren en ontsluiten van informatie met centrale regie en bovendien een centrale ingang om alle opgeslagen informatie terug te kunnen vinden.
Gemeente Lingewaard volgt deze twee ontwikkelingen. We werken toe naar een e-depot. Tegelijk onderzoeken we de komende jaren of het wenselijk en mogelijk is om niet centraal op te slaan. De uitgangspunten hiervoor liggen in de architectuur principes. De voorkeur bij niet centraal opslaan gaat uit in het mee bewegen in de Common Ground gedachte. Meer hierover is terug te lezen onder het kopje ‘Informatie architectuur’.
Gemeente Lingewaard streeft een hoge kwaliteit van archivering na, zowel digitaal als analoog. Een belangrijke pijler daaronder is het voldoen aan en het aansluiten op landelijke wet- en regelgeving:
Algemene verordening gegevensbescherming: Europese verordening die de regels voor verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstanties standaardiseert, met als doel bescherming van die persoonsgegevens en het waarborgen van vrij verkeer van persoonsgegevens binnen de Europese interne markt.
Aansluiten op die landelijke wetgeving is ook zichtbaar in het gemeentelijke beleid en de uitvoering. Er is een plaatselijke Archiefverordening en een bijbehorend Besluit Informatiebeheer met daarin de uitwerkingen van het Archiefbesluit en de Archiefregeling.
Lingewaard is aangesloten bij het Regionaal Archief Nijmegen (RAN). Via het RAN beschikt Lingewaard over een gemeentearchivaris en er is regulier overleg met de archiefinspecteur. De archiefinspecteur monitort de Kritische Prestatie-Indicatoren (KPI-monitoroverleg) van het informatiebeheer en levert een jaarlijks verslag op voor de zorgdrager (gemeentesecretaris). In dat rapport wordt Lingewaard beoordeeld op de KPI’s en aandachtspunten genoteerd; die weer leiden tot verbeteringen.
Monitoring op basis van een intern kwaliteitssysteem
Lingewaard beschikt over een intern kwaliteitssysteem dat de doelmatigheid en wetmatigheid van de informatievoorziening monitort. Vanuit dit kwaliteitssysteem worden obstakels geïdentificeerd en worden verbeteringen uitgevoerd.
De gemeente maakt gebruik van nationale standaarden en instrumenten, zoals RODIN (Referentiekader Opbouw Digitaal Informatie Beheer, een toetsingsinstrument voor digitale informatiebeheeromgevingen) en NEN2082 (norm voor eisen aan functionaliteit in archief- en informatiemanagement in software). Deze standaarden worden gebruikt bij de inrichting van processen en applicaties en bij audits. Die audits worden zelfstandig uitgevoerd door medewerkers van Lingewaard of onder begeleiding van een externe instantie zoals de archiefinspectie. Indien nodig wordt een audit volledig uitbesteed aan gecertificeerde en/of bevoegde instanties. Verbeterpunten uit zulke audits en toetsen worden onder begeleiding van de archiefinspecteur opgezet, uitgevoerd en besproken in het eerdergenoemde monitoroverleg. Hoewel de instrumenten verschillen, zijn bovenstaande uitgangspunten voor digitaal en analoog archief hetzelfde.
Gemeente Lingewaard anticipeert op de nieuwe archiefwet
Gemeente Lingewaard kan als voorbeeldgemeente gezien worden als het gaat om een digitaal archief. Juist daarom vinden wij het als gemeente belangrijk om alvast te anticiperen op de gedachte van de nieuwe Archiefwet.
De oorspronkelijke Archiefwet 1995 was vooral op analoge (papieren) neerslag gericht; in de nieuwe editie krijgt digitaal archiveren een prominentere plek. Daarnaast is de nieuwe Archiefwet beter afgestemd op andere, actuele wetgeving (bijvoorbeeld de Avg).
Dat vertaalt zich naar vernieuwing van definities, het scheppen van meer duidelijkheid én het elimineren van eerdere onduidelijkheden. De complexer wordende digitale informatiehuishouding vereist dat gemeenten vooraf meer doen aan het in kaart brengen van processen, applicaties, informatiestromen en risico’s en de nieuwe Archiefwet geeft er meer handvatten voor.
Informatie vernietigen als de vastgestelde bewaartermijn is verstreken
Nog belangrijker is de nadrukkelijk opgenomen plicht om informatie te vernietigen als de vastgestelde bewaartermijn is verstreken. Die verplichting is niet nieuw, maar wordt nu nadrukkelijker gesteld, zodat er minder ruimte is voor gemeenten om zich daaraan te onttrekken of dat te vertragen.
De plaatselijke Archiefverordening en Besluit Informatiebeheer worden na inwerkingtreding van de nieuwe Archiefwet geactualiseerd.
Verkorting overbrengingstermijn
Met de Archiefwet 1995 werd de overbrengingstermijn van 50 jaar teruggebracht naar 20 jaar: overheidsinstellingen waren verplicht om informatie al na 20 jaar over te brengen naar een archiefbewaarplaats.
De nieuwe Archiefwet verkort deze overbrengingstermijn verder, tot 10 jaar. In overleg met het Regionaal Archief Nijmegen (RAN) mag overbrenging zelfs al eerder. De voornaamste redenen voor deze verkorting zijn:
Gemeente Lingewaard anticipeert op de verkorte overbrengingstermijn. Dit doen we door:
Vervroegd overbrengen voor 2030 gereed
De komende periode gaat de gemeente Lingewaard met een plaatselijk implementatieplan de gevolgen van de verkorting uitwerken en een eerste stap maken in de realisatie van de verkorting. Het organiseren van het vervroegd overbrengen moet uiterlijk in 2030 volledig zijn ingericht.
Gemeentelijk informatie met een bewaardatum van vóór de nieuwe wetgeving valt onder een overgangsrecht. Deze informatie blijft een overbrengingstermijn van 20 jaar houden.
Beperkingen in openbaarheid archiefbescheiden
Overheidsinformatie wordt na verloop van tijd openbaar. De gemeente mag wel beperkingen aan de openbaarheid stellen. In de nieuwe Archiefwet worden de beperkingsgronden gelijkgesteld aan de gronden die al in de Wet openbaarheid bestuur zijn opgenomen (met uitzondering van de grond intern beraad en persoonlijke beleidsopvattingen). Afgezien van stroomlijning en verduidelijking, verandert er niet heel veel. Eén gevolg van de vernieuwde artikelen over beperking van de openbaarheid, is dat “openbaarheid by design” al vroeg in het digitale informatiebeheer kan worden opgenomen, bijvoorbeeld bij de inrichting van zaaktypen.
De gemeente Lingewaard gaat uit van de handreiking “Beperkt waar het moet”, gepubliceerd door de VNG. Nadat de nieuwe Archiefwet van kracht is geworden, stelt Lingewaard een lokale uitwerking van de beperkingsgronden op. Tot die tijd, wordt indien nodig per geval op basis van de handreiking beoordeeld of een beperking noodzakelijk is.
Bij het openbaar maken van informatie, houdt Lingewaard rekening met de bewaartermijn van die informatie. Openbaarmaking gebeurt via een medium dat onder gemeentelijke controle staat, zodat die informatie vernietigd kan worden zodra de bewaartermijn is verstreken. Eenmaal openbaar gepubliceerde informatie kan buiten gemeentelijke invloed om verspreid worden. Gemeente Lingewaard ziet het als een onmogelijke taak om kopieën op het internet te vernietigen.
Informatie die niet wordt aangemerkt voor permanente bewaring, moet vernietigd worden. Gemeente Lingewaard heeft daartoe een plicht; mogelijke uitzonderingen zijn vastgelegd in de Archiefwet en het courante selectiedocument.
Als informatie vernietigt moet worden dan geldt dit voor analoge én digitale informatie
Informatie waarvan de bewaartermijn verstreken is dient volledig vernietigd te worden conform een vernietigingsprocedure, waarbij de gemeentearchivaris een controlerende rol heeft. Naast analoge informatie, dient ook de digitale informatie uit applicaties vernietigd te worden.
Het analoog archief is flink gereduceerd door grootschalige digitalisering. Dankzij het Handboek Vervanging waarmee Lingewaard werkt, wordt de inkomende post gedigitaliseerd (behalve de in het handboek opgenomen uitzonderingen). De analoge stukken die wél vervangen kunnen worden door digitale exemplaren, blijven tenminste drie maanden bewaard, alvorens ze door een erkend archiefvernietigingsbedrijf vernietigd worden. Daar wordt een vernietigingsverklaring bij opgesteld.
Voor het analoog archiefmateriaal gebruiken we de gangbare normen en relevante landelijke en lokale wetgeving. Deze worden verwerkt conform de Archiefwet, de Archiefregeling, het Archiefbesluit en onze eigen Archiefverordening.
Randvoorwaarden archiveren organisatie
De gemeente Lingewaard heeft flinke digitaliseringsslagen gemaakt de afgelopen jaren.
Bij de aanschaf van nieuwe functionaliteiten (software), onderzoeken we hoe digitaal archiveren mogelijk is.
Digitale archiefwaardige informatie moet zijn opgeslagen in ons aangewezen digitale archief
Digitale archiefwaardige informatie mag niet in mailboxen of op een gemeenschappelijke of persoonlijke schijven blijven staan. Digitale archiefwaardige informatie moet zijn opgeslagen in ons aangewezen digitale archief (bijvoorbeeld ons zaaksysteem).
Op archiefwaardige systemen is ten minste de NEN2082 van toepassing.
Informatie die gearchiveerd wordt, bevat (vaak) persoonsgegevens. Aangezien de Archiefwet en de AVG complementair zijn aan elkaar zullen de processen moeten voldoen aan zowel de wetgeving op het gebied van privacy als aan de Archiefwet. Zo moeten bijvoorbeeld de bewaartermijnen die worden opgenomen in het verwerkingsregister (AVG) en die in overzichten van informatie (Archiefwet) op elkaar worden afgestemd.
SMS, berichtenapps en social media
SMS en berichtenapps en berichten op social media kunnen archiefbescheiden zijn.
SMS en berichtenapps (bijvoorbeeld What’s App en MS Teams) en berichten op social media (bijvoorbeeld Facebook of Twitter) kunnen archiefbescheiden zijn; namelijk indien ze ontvangen of ontstaan zijn gedurende de uitvoering van een werkproces. Zakelijke berichten moeten conform de bewaartermijnen, vastgelegd in de selectielijst, beheerd worden. De berichten moeten archiefwaardig worden opgeslagen.
Gemeente Lingewaard informeert actief ambtenaren en bestuurders over de rechten en plichten die zij hebben als het gaat over het gebruik van social media. De gemeente Lingeaard ontmoedigt het gebruik van berichtenapps en SMS. Gebruik deze middelen voor het maken van afspraken, maar niet voor besluitvorming (of voorbereiding/onderbouwing daarvan).
Gemeente Lingewaard werkt sinds 2017 met een Handboek Vervanging en een bijbehorend vervangingsbesluit (collegebesluit). Dit instrument legt procedures vast voor het vervangen van analoog (papieren) binnengekomen poststukken voor digitale scans. De digitale exemplaren krijgen daarmee de status van het origineel en de analoge stukken worden na een korte periode vernietigd. Het Handboek Vervanging is daarmee een essentieel onderdeel van het digitaal werken.
Nederlandse staatsinrichting en verenigingen
Volgens de Nederlandse Grondwet kent Nederland drie bestuurslagen: het Rijk, de provincies en de gemeenten. In de praktijk zijn het er echter veel meer, zoals bestuur in de regio, het waterschap en Europa.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Dat betekent dat de landelijke overheid een aantal taken heeft belegd bij de bestuurlijke lagen daaronder. Maar het betekent dat de nadruk wel ligt op de landelijke overheid. De macht van de gemeenten en provincies en andere lagen is ondergeschikt aan de macht van de landelijke overheid.
Artikel 124 van de Grondwet bepaalt dat voor provincies en gemeenten de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake hun huishouding aan hun besturen overlaten. Dit is de autonomie van de provincies en gemeenten. Tegelijk is er de plicht van lagere overheden om medewerking te geven aan de uitvoering van regelingen van de hogere overheid. Dat wordt medebewind genoemd. Douwe Jan Elzinga stelt dat de meeste gemeentelijke taken voortkomen uit medebewind. Dat komt doordat in veel nationale wetten de gemeente wordt verplicht om mee te werken aan de uitvoering van die nationale regelgeving. Deze taakstelling beslaat ongeveer 90 procent van de gemeentelijke activiteiten.
Staatssecretaris verantwoordelijk digitale overheid
Digitale overheid Generieke Digitale Infrastructuur
Met de vorming van het Kabinet-Rutte III is er voor het eerst één verantwoordelijk bewindspersoon voor de digitale overheid voor burgers en bedrijven, de staatssecretaris van BZK. Dit kabinet wil een verdere digitalisering van het openbaar bestuur. Daarnaast loopt nog herijking van de governance op de digitale overheid en de Generieke Digitale Infrastructuur. Een aantal hoofdlijnen:
Nederlands Digitaliseringsstrategie
Om de kansen die digitalisering biedt te benutten en risico’s aan te pakken is samenwerking nodig. Tussen bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. De Nederlandse Digitaliseringsstrategie is een kabinetsbrede aanpak.
Hier zijn drie ambities in geformuleerd:
Nederland streeft ernaar om digitale koploper van Europa te worden. De plek waar bedrijven uit de hele wereld op een verantwoorde manier nieuwe toepassingen ontwikkelen en testen. En waar succesvolle innovaties vervolgens breed uitrollen. Dit draagt bij aan een samenleving met minder files en betere bereikbaarheid; een samenleving die energie efficiënter benut; waar voedsel veiliger en duurzamer wordt geproduceerd, en waar mensen langer en gezonder zelfstandig kunnen wonen. Dit versterkt ook het Nederlands verdienvermogen.
Bij een snelle ontwikkeling als digitalisering is het van belang om iedereen binnen boord te krijgen én te houden. Op de arbeidsmarkt en in de samenleving als geheel. Dit vergt dat iedereen al vroeg basisvaardigheden aanleert. Dat mensen zich ook op latere leeftijd blijven ontwikkelen voor veranderende beroepen en taken. En dat kwetsbare groepen ondersteuning krijgen. Het kabinet wil dat iedereen mee kan doen en kan profiteren.
Innovatie waar nodig en waar kan via Samen Organiseren
Digitalisering transformeert onze economie en samenleving, maar de waarden die we delen blijven hetzelfde. Het kabinet ziet niet alleen de mogelijkheden, maar begrijpt ook de zorgen die mensen over digitalisering hebben. Voor het kabinet is het vanzelfsprekend dat ook in het digitale tijdperk onze waarden en grondrechten gewaarborgd blijven. Het gaat hierbij om fundamentele zaken als veiligheid, privacybescherming, zelfbeschikking, solidariteit, eerlijke concurrentie, en toegankelijk en goed openbaar bestuur. Vertrouwen is het fundament voor de digitale transitie. Vertrouwen dat onze data veilig is. Vertrouwen dat digitale technologie zorgvuldig gebruikt wordt.
Bijlage 2 Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering
We versnellen vernieuwing in de digitale dienstverlening. En we gebruiken daarbij een andere manier van werken: vernieuwende concepten worden één keer ontwikkeld om het uiteindelijk bij zoveel mogelijk gemeenten toe te passen. We brengen de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU) op gang door samen te organiseren.
Gemeente Lingewaard is van mening dat we niet zelf het wiel uit moeten vinden. We zoeken actief de samenwerking op als het gaat om vernieuwen/verbeteren van onze dienstverleningsprocessen. Daarom volgen we het programma GGU 2020-2024 (Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering). We leggen aan de hand van onderstaand overzicht uit hoe we in de gemeente Lingewaard ons inzetten/ aansluiten op het programma GGU.
Figuur 1: Overzicht van meerjarenprogramma GGU 2020-2024
Gemeenschappelijke basis voor de toekomst
Gemeente Lingewaard heeft een vaste vragenlijst die aan inwoners worden gesteld. De uitkomsten worden gedeeld op het landelijke dashboard van www.waarstaatjegemeente.nl. Daarnaast heeft de gemeente Lingewaard een hoge score als het om digitale dienstverlening gaat. Dat wil de gemeente minimaal behouden.
Gemeente Lingewaard is bewust van de Wet Open Overheid en Wet Hergebruik Overheidsinformatie. Er is een lijst van categorieën aan informatie vastgesteld waarop de openbaarheid van toepassing is. Het gaat vooral om bestuurlijke informatie en om einddocumenten in een zaak: de vastgestelde regelingen, beleidsdocumenten, adviezen, beschikkingen, verslagen en besluitenlijsten.
Continuïteit en betrouwbaarheid
VNG, gemeenten en leveranciers hebben gezamenlijk een gemeentelijke standaard verwerkersovereenkomst ontwikkeld. Deze overeenkomst bevat een eenduidig pakket aan afspraken over het verwerken van persoonsgegevens tussen gemeenten als opdrachtgever en hun opdrachtnemers (ICT-leveranciers of partijen die diensten leveren). Gemeente Lingewaard hanteert deze standaard verwerkersovereenkomst.
Gemeente Lingewaard sluit met haar informatievoorziening zoveel als kan aan op gezamenlijke voorziening. Dit zijn met name de landelijke basisvoorzieningen. Ook de ontwikkeling naar een gezamenlijke NLX. Met NLX kunnen organisaties eenvoudig data uitwisselen. Overheden kunnen hiermee aan de nieuwe privacywetgeving voldoen en burgers meer inzage in hun gegevens geven. Meer hierover is te lezen in architectuur informatievoorziening onderdeel Common Ground.
Samen inkopen is slim, efficiënt en goedkoper. Met name bij producten of diensten die voor alle gemeenten ongeveer hetzelfde zijn (zoals telefonie, hardware, bepaalde software, basistoepassingen) is een besparing in aanschaf mogelijk. Wanneer het gaat om informatievoorzieningscomponenten maakt gemeente Lingewaard daar waar kan gebruik van gezamenlijke inkoopcontracten.
In 2015 publiceerden Jan van Ginkel en Frans Verhaaren hun boek ‘Werken aan de wakkere stad’. Het gaat over de risico’s van vernieuwing. Maar eerst en vooral over de kansen en uitdagingen als gemeenten en professionals een nieuwe verbinding maken met de onderstroom van burgerinitiatieven en vitale gemeenschappen. En over hoe je leiding geeft aan deze avontuurlijke reis naar een overheid 4.0. Over het besef dat krachtig besturen soms betekent op je handen blijven zitten. Over het besef dat we alleen in samenwerking sterk zijn. Over gemeenten en professionals die zichzelf een schop moeten leren geven. Over het wakker maken van gemeenschapskracht. En over lerend samenleven als ziel van de nieuwe stad.
Tijdens het congres ‘Digitale Agenda 2020’ heeft Jan van Ginkel de +1 gemeente geïntroduceerd.
Tijdens het congres is het idee samen met deelnemende gemeenten uitgewerkt. Meer hierover is te lezen in ‘De droom van de + 1 gemeente’.
Leidende principes +1 gemeente
De +1-gemeente werkt volgens een aantal leidende principes:
Instemming vanuit Taskforce Samen Organiseren voor Common Ground
Uit de gemeentelijke ICT-operatie kwam op voorstel van de twee gemeentelijke koepelverenigingen voor I&A-professionals IMG100.000+ en VIAG een idee op tafel om het huidige te trage tempo van innovaties in dienstverlening aan inwoners en ondernemers te doorbreken. Deze ontwikkeling is Common Ground gedoopt. Common Ground past naadloos in de gedachte van de ‘+1 gemeente’: we bouwen de digitale gemeente alsof we geen rekening hoeven te houden met datgene wat er al is. We maken de +1 gemeente als het ware fysiek. De Taskforce Samen Organiseren heeft op 29 september 2017 ingestemd met de nadere uitwerking van het idee Common Ground.
Met Common Ground kunnen gemeenten hun dienstverlening en bedrijfsvoering ingrijpend vernieuwen vanuit de basis: de gegevenslaag. Dit is een ontwikkeling naast de bestaande gemeentelijke ICT-infrastructuur. Een ontwikkeling naar een nieuwe, moderne ICT-infrastructuur voor de uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten.
Bron: https://commonGround.nl/
Filmpje Common Ground; uitwisseling van gegevens binnen en tussen gemeenten (via YouTube kanaal VNG Realisatie)
Groeipact Common Ground ondertekend
Tijdens het iBestuur-congres hebben de VNG, marktpartijen en ketenpartners het Groeipact Common Ground ondertekend. Hiermee is een eerste, belangrijke stap gezet richting een nieuwe, moderne, gezamenlijke informatievoorziening voor gemeenten, die flexibel, toegankelijk en veilig is. In het groeipact spreken de deelnemende partijen af dat ze die samenwerking aangaan. En ook: hoe ze die samenwerking gaan vormgeven. Door gegevens te scheiden van applicaties en werkprocessen. En ze meervoudig te gebruiken bij de bron. Dat is waar gemeenten, ketenpartners en de markt samen aan werken. Zo’n grote en radicale transformatie vraagt om focus én commitment van alle betrokken partijen. Voor langere tijd.
Het Gemeentelijk Gegevenslandschap is nauw verbonden met de Common Ground-beweging, en kan gezien worden als de neerslag van Common Ground-uitganspunten in informatiearchitectuur. De realisatieprincipes voor Common Ground vormen dan ook een twee-eenheid met de informatie-architectuurprincipes voor het Gemeentelijk Gegevenslandschap. Beide sets principes zijn belangrijk voor de totstandkoming van een nieuwe, flexibele en meer gezamenlijke gemeentelijke informatiehuishouding
Informatie-architectuurprincipes
Figuur afkomstig van CCOoverheid.nl
In het Common Ground model is de gemeentelijke informatievoorziening opgebouwd uit 5 lagen:
Meer informatie is te vinden in de digitale dienstverlening. En we gebruiken daarbij een andere manier van werken: vernieuwende concepten worden één keer ontwikkeld om het uiteindelijk bij zoveel mogelijk gemeenten toe te passen. We brengen de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU) op gang door samen te organiseren.
Gemeente Lingewaard is van mening dat we niet zelf het wiel uit moeten vinden. We zoeken actief de samenwerking op als het gaat om vernieuwen/verbeteren van onze dienstverleningsprocessen. Daarom volgen we het programma GGU 2020-2024 (Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering). We leggen aan de hand van onderstaand overzicht uit hoe we in de gemeente Lingewaard ons inzetten/ aansluiten op het programma GGU.
Figuur 1: Overzicht van meerjarenprogramma GGU 2020-2024
Gemeenschappelijke basis voor de toekomst
Gemeente Lingewaard heeft een vaste vragenlijst die aan inwoners worden gesteld. De uitkomsten worden gedeeld op het landelijke dashboard van www.waarstaatjegemeente.nl. Daarnaast heeft de gemeente Lingewaard een hoge score als het om digitale dienstverlening gaat. Dat wil de gemeente minimaal behouden.
Gemeente Lingewaard is bewust van de Wet Open Overheid en Wet Hergebruik Overheidsinformatie. Er is een lijst van categorieën aan informatie vastgesteld waarop de openbaarheid van toepassing is. Het gaat vooral om bestuurlijke informatie en om einddocumenten in een zaak: de vastgestelde regelingen, beleidsdocumenten, adviezen, beschikkingen, verslagen en besluitenlijsten.
Continuïteit en betrouwbaarheid
VNG, gemeenten en leveranciers hebben gezamenlijk een gemeentelijke standaard verwerkersovereenkomst ontwikkeld. Deze overeenkomst bevat een eenduidig pakket aan afspraken over het verwerken van persoonsgegevens tussen gemeenten als opdrachtgever en hun opdrachtnemers (ICT-leveranciers of partijen die diensten leveren). Gemeente Lingewaard hanteert deze standaard verwerkersovereenkomst.
Gemeente Lingewaard sluit met haar informatievoorziening zoveel als kan aan op gezamenlijke voorziening. Dit zijn met name de landelijke basisvoorzieningen. Ook de ontwikkeling naar een gezamenlijke NLX. Met NLX kunnen organisaties eenvoudig data uitwisselen. Overheden kunnen hiermee aan de nieuwe privacywetgeving voldoen en burgers meer inzage in hun gegevens geven. Meer hierover is te lezen in architectuur informatievoorziening onderdeel Common Ground.
Samen inkopen is slim, efficiënt en goedkoper. Met name bij producten of diensten die voor alle gemeenten ongeveer hetzelfde zijn (zoals telefonie, hardware, bepaalde software, basistoepassingen) is een besparing in aanschaf mogelijk. Wanneer het gaat om informatievoorzieningscomponenten maakt gemeente Lingewaard daar waar kan gebruik van gezamenlijke inkoopcontracten.
Een belangrijke ontwikkeling binnen common Ground is de ontwikkeling van laag 2: De service- of integratie laag, NLX genaamd. NLX is ontstaan vanuit de behoefte van gemeenten om eenvoudiger en sneller te kunnen samenwerken. Bij gebrek aan een gemeenschappelijke infrastructuur om data uit te wisselen, is in der loop der jaren een onbeheersbare en onontwarbare kluwen ontstaan van duizenden koppelingen tussen ICT-systemen, soms zelfs binnen een enkele organisatie. De software van NLX lost dit probleem op. Door applicaties en databronnen (services) van elkaar te scheiden, kunnen applicaties data voortaan direct bij de bron raadplegen via een gemeenschappelijke servicelaag. Niet alleen gemeenten, maar ook andere overheden en particuliere organisaties kunnen de servicelaag van NLX gebruiken.
De X-Road van Estland heeft mede als inspiratiebron gediend voor NLX. Deze gemeenschappelijke infrastructuur van de Estse overheid is al zo’n tien jaar succesvol en is inmiddels ook geïmplementeerd in andere landen, waaronder Namibië en Finland.
Bijlage 4 Europese Informatie Architectuur
Diverse ontwikkelingen hebben invloed op de dienstverlening van de gemeente. Denk bijvoorbeeld aan digitalisering en informatiebeveiliging, de netwerk- en participatiesamenleving, bezuinigingen en verdere samenwerking. Architectuurprincipes (AP) geven richting en focus om de informatievoorziening aan te passen aan deze ontwikkelingen.
Binnen Europa kennen we de European Interoperability Reference Architecture (EIRA). Dit is een referentiearchitectuur voor digitale publieke dienstverlening over de grenzen van landen en sectoren heen.
Hiervan is de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) afgeleid die zich richt op de Nederlandse publieke sector in het geheel. NORA geldt voor alle domeinen en bestuurslagen. Afspraken in NORA maken samenwerken en informatie-uitwisseling mogelijk over bestuurslagen, ketens en domeinen heen.
Bijlage 5 Mede mogelijk gemaakt door
Dit beleid bestaat uit vele onderdelen. Per onderdeel zijn er andere medewerkers betrokken. Zij hebben op hun beurt weer medewerkers uit hun netwerk/team gebruikt.