Organisatie | Geertruidenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengeld 2021 |
Citeertitel | Verordening binnenhavengelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-12-2020 | Vervangende regeling | 12-11-2020 |
Deze verordening verstaat onder:
elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, zomede elk drijvend lichaam ten dienste van de exploratie of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen in de waterbodem;
alle door een binnenschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers en trailers, doch zonder daarbij in aanmerking te nemen ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, de handbagage van opvarenden voor zover deze met de opvarenden op hetzelfde schip wordt vervoerd, alsmede slops;
Onder de naam “binnenhavengeld” wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de haven, overeenkomstig de bestemming daarvan.
Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven, of degene die als vertegenwoordiger voor één van dezen optreedt.
Voor de toepassing van de tarieven:
a. wordt een gedeelte van een eenheid van laadvermogen, oppervlakte of lengte voor een volle eenheid gerekend;
b. wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tarieventabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.
In afwijking van het in het tweede en derde lid bepaalde kan worden betaald binnen twee weken na de dag van aankomst van het vaartuig in de haven, onderscheidenlijk de dag waarop het gebruik wordt voortgezet, mits ten genoegen van de ontvanger zekerheid tot betaling van het binnenhavengeld is gesteld.
Binnenhavengeld wordt niet geheven ter zake van:
het gebruik van de haven met een vaartuig, uitsluitend voor het in de haven dokken, het op of aan een scheepsreparatie-inrichting herstellen, het voor de eerste keer vaarklaar maken, het slopen, het wisselen van bemanning, het stellen van kompassen, het ontschepen van zieken of doden, mits:
a. het gebruik niet langer duurt dan voor een en ander noodzakelijk is en de termijn van 1 week niet te boven gaat;
b. van het voornemen en onmiddellijk na afloop van de handelingen of werkzaamheden vooraf schriftelijk aan het college van burgemeester en wethouders wordt kennis gegeven;
de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt.
De “Verordening binnenhavengelden 2020” van 7 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Geertruidenberg, 12 november 2020
De raad van Geertruidenberg,
de griffier, de voorzitter,
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere, M. Witte