Organisatie | West Maas en Waal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening marktgelden 2021 |
Citeertitel | Verordening Marktgelden 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening marktgelden 2021 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Nieuwe regeling | 10-12-2020 | Z.046610 |
Vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2021, zaak kenmerk Z.046610
De raad van de gemeente West Maas en Waal;
Gezien het voorstel van college burgemeester en wethouders van 10 november 2020, zaak kenmerk Z.046610
Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;
Onder de naam van marktgeld wordt een recht geheven voor het gebruik van enig gedeelte van openbare gebouwen, terreinen, pleinen of straten, welke door het college van burgemeester en wethouders voor het houden van markten is aangewezen.
Belastingplichtig is degene aan wie de in artikel 1 bedoelde standplaats is toegewezen, dan wel degene die de in artikel 1 bedoelde standplaats inneemt.
1. Het in artikel 1 bedoelde marktgeld bedraagt:
a. voor elke standplaats per keer per strekkende meter € 1,56
b. bij abonnement voor een kalenderkwartaal voor elke
standplaats, per strekkende meter € 18,47
2. Voor de berekening van het in het eerste lid bedoelde marktgeld wordt een gedeelte van een strekkende meter voor een gehele meter gerekend.
Aan een abonnementhouder, als bedoeld in artikel 3, lid 1, sub b, die door overmacht geen gebruik heeft kunnen maken van de hem toegewezen standplaats, wordt naar evenredigheid restitutie van het betaalde abonnementsgeld verleend, over het aantal volle kalendermaanden, waarin van de standplaats geen gebruik is gemaakt.
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 6 Termijn van betaling
1. Het marktgeld als bedoeld in artikel 3, lid 1 onderdeel a. moet worden voldaan op het tijdstip waarop een standplaats wordt ingenomen.
2. Het marktgeld als bedoeld in artikel 3, lid 1 onderdeel b. dient te worden voldaan gelijktijdig met het voor de eerste keer in het kalenderkwartaal innemen van de standplaats.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.
De "Verordening marktgelden 2020" van 12 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.