Organisatie | Leeuwarden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nota afschrijvingen gemeente Leeuwarden 2020 |
Citeertitel | Nota afschrijvingen gemeente Leeuwarden 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Nota afschrijvingen gemeente Leeuwarden 2020 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-12-2020 | 01-01-2020 | nieuwe regeling | 02-12-2020 |
Nota afschrijving Leeuwarden 2020.
Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens onderstaande methodiek en termijnen. Tenzij anders aangegeven wordt lineair afgeschreven.
* De kosten mogen maximaal 5 jaar geactiveerd blijven staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal 5 jaar moeten de kosten hebben geleid tot een actieve grondexploitatie danwel worden afgeboekt t.l.v. het jaarresultaat.
1. Van de in deze nota vermelde termijnen kan naar beneden toe worden afgeweken indien de technische of economische levensduur daartoe aanleiding geeft. Langere afschrijvingstermijnen zijn niet toegestaan.
2. Geactiveerde kosten als gevolg van renovaties en restauraties worden afgeschreven over een looptijd die overeenkomt met de resterende economische levensduur.
3. Bij activa met economisch nut waar tevens sprake is van een restwaarde, vindt geen afschrijving plaats over de restwaarde.
4. Aanpassingen in de afschrijvingstermijnen zoals genoemd in deze nota gaan in vanaf het moment dat deze verordening van kracht wordt en zijn niet van toepassing op reeds bestaande materiële vaste activa.
5. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in 5 jaar afgeschreven.
Restwaarde kan alleen worden toegepast bij activa met de balansgroep 011300 en 013400 als aan de volgende criteria is voldaan:
De gemeente ontvangt huur opbrengsten van een derde partij en deze partij wordt door de gemeente gesubsidieerd; of
Als de gemeente eigenaar en gebruiker is van het object.
Voor de toepassing gelden de volgende aanvullende eisen:
a) Het maximum te hanteren restwaarde percentage bedraagt 10%.
b) Het percentage wordt bepaald over de aanschafwaarde van het gebouw
c) De WOZ-waarde mag niet lager zijn dan de restwaarde.
d) Bij aanpassingen en/of vervangingen aan het object wordt de restwaarde niet aangepast, mits de eis onder c benoemd hierdoor van toepassing wordt.
Indien de huurontvangst van de hierboven genoemde derde partij komt te vervallen dan wel dat de gemeente niet langer de gebruiker is van het object, wordt de restwaarde pas bij opnieuw in gebruik name beoordeeld op eventuele toepassing van restwaarde en zo nodig aangepast.