Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vaals

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Verordening Marktgeld 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVaals
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Verordening Marktgeld 2021)
CiteertitelVerordening marktgeld 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Deze regeling vervangt de Verordening marktgeld 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-12-2020nieuwe regeling

14-12-2020

gmb-2020-334818

20.0007315

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgeld (Verordening Marktgeld 2021)

De Raad van de gemeente Vaals

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020: gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

 

 

 

B E S L U I T:

Vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgeld 2021’ (Verordening marktgeld 2021).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam “marktgeld” wordt een recht geheven voor het, gedurende de markttijd, innemen van een standplaats op het daartoe aangewezen marktterrein, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.

Artikel 2 Belastingplicht

Het recht als bedoeld in artikel 1 wordt geheven van degene, die de plaats op het marktterrein inneemt voor het plaatsen, uitstallen of verkopen van zaken.

Artikel 3 Maatstaf voor heffing

De heffingsmaatstaf is het aantal strekkende meters – waarbij voor de berekening een gedeelte van een meter voor een hele meter wordt gehouden – dat voor een incidentele of vaste standplaats wordt ingenomen.

Artikel 4 Belastingtarief

Het recht bedoeld in artikel 1 bedraagt:

  • 1.

    voor een incidentele standplaats:

    voor los op de grond uitgestalde zaken, voor kramen, tafels en andere uitstallingen, al dan niet overdekt, alsmede voor twee- of meerwielige voertuigen en standwerkers, per strekkende meter plaatsruimte of gedeelte daarvan met een diepte van ten hoogste 3 meter, € 3,60 met een minimumbedrag van € 15,00 per marktdag.

  • 2.

    0voor een vast aangewezen standplaats:

    voor los op de grond uitgestalde zaken, voor kramen, tafels en andere uitstallingen, al dan niet overdekt, alsmede voor twee- of meerwielige voertuigen en standwerkers, per strekkende meter plaatsruimte of gedeelte daarvan met een diepte van ten hoogste 3 meter, per kalendermaand € 10,44.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1.

    Het belastingtijdvak is voor een incidentele standplaats gelijk aan een kalenderdag.

  • 2.

    Het belastingtijdvak is voor een vaste standplaats gelijk aan een kalendermaand.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld, dat is verschuldigd voor incidentele standplaatsen, als bedoeld in artikel 4, lid 1, wordt à contant geheven door middel van een gedagtekende nota, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2.

    Het marktgeld, dat is verschuldigd voor vast aangewezen standplaatsen, als bedoeld in artikel 4, lid 2, wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het marktgeld van een incidentele standplaats, als bedoel in artikel 4, lid 1, is verschuldigd op het tijdstip dat de standplaats wordt ingenomen.

  • 2.

    Het marktgeld als bedoeld in artikel 4, lid 2, is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak.

Artikel 8 Tijdstip/termijnen van betaling

  • 1.

    Als een gedagtekende nota wordt uitgereikt dient het marktgeld te worden betaald op het moment van het uitreiken van deze nota.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen marktgelden voor vast aangewezen standplaatsen als bedoeld in artikel 4, lid 2, worden betaald binnen een maand na dagtekening van het aanslagbiljet

  • 3.

    Betaling van de termijn zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel is mogelijk via automatische incasso, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van de uitvoeringsregeling automatische incasso van de Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht

De 'Verordening marktgeld 2020' van 16 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening marktgeld 2021”.

 

Aldus besloten in de raadsvergadering van 14 december 2020

mr. B.G.P. Hoevenagel

Griffier

H.M.H. Leunessen

Voorzitter