Organisatie | Eindhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2021 |
Citeertitel | Verordening begraafplaatsrechten 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-12-2020 | nieuwe regeling | 03-11-2020 |
De raad van de gemeente Eindhoven;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 september 2020;
mede gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Eindhoven 2021
Artikel 1. Aard van de heffing en belastbaar feit
Voor het gebruik van de begraafplaatsen, alsmede voor de diensten, welke in verband daarmede vanwege de gemeente worden verleend, worden overeenkomstig de bepalingen van deze verordening rechten geheven.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt en naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de artikelen 4, 5, 6, en 7.
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 10 jaar betreft, | ||
Voor het recht tot begraven of het plaatsen van een urn, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, indien dit een periode van 20 jaar betreft, | ||
Voor het recht tot begraven voor een bijzonder graf, als bedoeld in artikel 2, wordt geheven voor de eerste termijn van uitgifte, waarbij dit een periode van 30 jaar betreft, | ||
Bij verlenging van het grafrecht, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 5 jaren, wordt geheven | ||
Bij verlenging van het grafrecht, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 10 jaren, wordt geheven | ||
Bij verlenging van het grafrecht, als bedoeld in artikel 2, voor een termijn van 20 jaren, wordt geheven | ||
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 9. Tijdstip verschuldigdheid
In afwijking van lid 2 zijn de rechten bedoeld in artikel 7, indien de belastingplicht aanvangt in de loop van het kalenderjaar verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 11. Termijn van betaling
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de kennisgeving.
Artikel 12. Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
De ‘Verordening begraafplaatsrechten 2020’, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 november 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich voor die datum hebben voorgedaan.