Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Beleidsplan Armoede en Schulden 2020-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsplan Armoede en Schulden 2020-2025
CiteertitelBeleidsplan Armoede en Schulden 2020-2025
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
  2. Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

02-12-2020

gmb-2020-333926

2020/108

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan Armoede en Schulden 2020-2025

“Armoede en schulden samen aanpakken van preventie tot nazorg”

 

Oktober 2020

 

Inhoudsopgave

 

Inhoudsopgave 2

Samenvatting 3

Inleiding:4

1. Beleidskaders 7

1.1 Wettelijke kaders 7

1.2 Gemeentelijke kaders: Coalitieakkoord, IBP en staand beleid 7

1.3 Recente rapporten en nieuwe inzichten schulddienstverlening 8

2. Uitgangspunten beleid armoede en schulden 9

2.1 Beleidsuitgangspunt 1: Laagdrempelige en brede toegang 9

2.2 Beleidsuitgangspunt 2: Vergroten van de integrale werkwijze 9

2.3 Beleidsuitgangspunt 3: Positieve gezondheid, Mobilty Mentoring en Netwerkversterking 10

3. Onze aanpak: vijf pilaren met ambities en acties 13

3.1 Preventie 13

3.1.1 Generatie armoede en kinderarmoede: voorlichting gericht op de nieuwe generatie 13

3.1.2 Stille armoede 13

3.1.3 Schulden en problematische schulden voorkomen 14

3.1.4 Vroegsignalering 14

3.1.5 Nazorg 14

3.2 Inkomensondersteuning 15

3.3 Dienstverlening 16

3.4 Platform ‘Samen sterk tegen armoede en schulden’ 18

3.5 Ondersteunende processen 19

3.6 Samenvatting van de aanpak en ambities 19

4. Planning 21

4.1 Jaarplan en doelstellingen 21

4.2 Implementatie 21

4.3 Monitoring en evaluatie 21

5. Financieel kader 22

Bijlage 1: Toelichting begrippen kernboodschap sociaal domein 24

Bijlage 2: Totstandkoming van het beleidsplan 25

1. Belangrijkste bevindingen analyse netwerk schulden en armoede en De Fryske Marren 25

April 2019 25

2. Jungle overleg: werksessie gezamenlijke ambitie 25

3. Netwerkbijeenkomst 1 oktober 2019 27

4. Werksessies Wegwijzer Geld - 3 werksessies met inwoners en vrijwilligers 30

Bijlage 3: Evaluatie Kadernota Foarút 2017-2021 31

 

Samenvatting

 

De titel en doelstelling van dit beleidsplan luidt: Armoede en schulden samen aanpakken van preventie tot nazorg . Dit is het nieuwe beleidsplan van de gemeente De Fryske Marren voor de periode 2020-2025. Het is een plan voor alle inwoners, organisaties, professionals en vrijwilligers die inwoners ondersteunen op dit gebied. Allen zijn meegenomen bij de opzet en inhoud van het beleidsplan. Met dit plan geeft gemeente De Fryske Marren uitvoering aan de ambitie om armoede en schulden samen met de inwoners en het werkveld aan te pakken.

 

Een plan voor de komende vijf jaren

In dit beleidsplan wordt het fundament, de aanpak en de daarbij horende prioriteiten voor de komende vijf jaar gepresenteerd. Het fundament bestaat uit drie uitgangspunten:

1. Een laagdrempelige en brede toegang;

2. Een integrale werkwijze;

3. Werken van uit het gedachtegoed van Positieve Gezondheid, Netwerkversterking en Mobility Mentoring.

Deze uitgangspunten vormen de basis van de uitvoering.

 

De aanpak voor de uitvoerig bestaat uit vijf pilaren

Vijf pilaren die een structuur vormen voor eenheid en verbondenheid en ruimte creëert voor de uitvoering om zowel in vrijheid als gezamenlijkheid aan de slag te gaan. De vijf pilaren zijn:

1. Preventie

2. Inkomensondersteuning

3. Dienstverlening

4. Het platform ‘Samen tegen armoede en schulden’

5. Ondersteunende processen

Daar waar de uitgangspunten vast staan, is de invulling van de uitvoering dynamisch. De prioriteiten sluiten aan op de knelpunten en wensen van betrokken organisaties, professionals en vrijwilligers. Wat betreft focus en de uitvoering van de pilaren is van alles mogelijk. Het plan kan de komende jaren aangevuld worden met nieuwe projecten en werkwijzen. In deze doorontwikkeling spelen de uitvoerders en inwoners een cruciale rol.

 

Wat is nieuw?

Het nieuwe beleid voegt het beleid voor minima, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening samen. De oude beleidsstukken worden hiermee vervangen. Daarnaast wordt er veel energie wordt gestoken in het voorkomen en (vroeg)signaleren van armoede en schulden. Hieraan gerelateerd wordt ook meer vorm gegeven aan nazorg om herhaling te voorkomen. Verder is er in dit beleidsplan aandacht voor het versterken van de samenwerking tussen netwerkpartners en wordt geïnvesteerd in nieuwe methoden om een integrale aanpak mogelijk te maken. Voor alle inwoners is een plan van aanpak op maat mogelijk.

 

Inleiding

Aanleiding

De gemeente De Fryske Marren gaat actiever aan de slag met armoede en schulden. Het nieuwe beleid is gebaseerd op de nieuwste inzichten over wat armoede en schulden met inwoners (en hun brein en gezondheid) doet. Het plan heeft veel raakvlakken met andere thema’s en is sterk gericht op preventie en samenwerking. Armoede en schulden zijn twee verschillende thema’s maar hebben veel overeenkomsten, bijvoorbeeld een grote overlap in betrokken (vrijwilligers)organisaties. Huidig beleid voegt vorige beleidsplannen die te maken hebben met deze twee thema’s samen om de samenhang en samenwerking te versterken. Dit beleidsplan wordt vastgesteld en is daarmee het officiële startpunt voor het gezamenlijk aanpakken en voorkomen van armoede en schulden in gemeente De Fryske Marren.

 

Kernboodschap sociaal domein

De kernboodschap sociaal domein is het uitgangspunt bij dit nieuwe beleid. De rode draad binnen het sociaal domein van De Fryske Marren is: De inwoner draagt naar vermogen verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving. De gemeente stimuleert de samenleving om in beweging te komen, te ontwikkelen en mee te doen. We doen dit met lef!

 

De kernboodschap bevat verschillende onderdelen. Een toelichting op deze verschillende onderdelen in de kernboodschap is terug te vinden in bijlage 1.

 

Context beleid armoede en schulden

Armoede en schuldenproblematiek zijn twee onderwerpen die veel aandacht krijgen. Uit het nieuws en verschillende rapporten volgt dat er steeds meer mensen in armoede leven. Daarnaast heeft één op de vijf huishoudens in Nederland een grote kans op problematische schulden. Ook in gemeente De Fryske Marren zijn deze aantallen zichtbaar. Het aanpakken en voorkomen van armoede en schulden is een uitdaging. Dit heeft vooral te maken het feit dat moeite hebben met rondkomen en geldproblemen vaak ook gevolgen heeft voor de gezondheid, opvoeding, netwerk, etc.

 

Gelukkig zijn er ook ontwikkelingen die ons kunnen helpen om dit (beter) aan te pakken. Hierbij valt te denken aan inzichten uit de gedragspsychologie en programma’s die ingezet kunnen worden om inwoners, vrijwilligers en professionals in het werkveld te ondersteunen. Werken aan basisvaardigheden die alle leefgebieden ondersteunen is hierin belangrijk. Een gebrek aan basisvaardigheden (laaggeletterdheid) is in de helft van de gevallen de oorzaak waardoor mensen geen grip op financiën hebben of deze verliezen.

 

Armoede en schulden met elkaar verbinden

In beleid, rapporten en ook in de praktijk worden armoede en schulden vaak los van elkaar besproken. In De Fryske Marren gaan we deze onderwerpen vanaf nu met elkaar verbinden. Dit doen wij op basis van de volgende overeenkomsten:

• In beide gevallen lijkt het om geld te gaan, maar de oorzaak en gevolgen ervan gaan veel verder.

• Armoede en schulden staan beide sterk in relatie met gezondheid, laaggeletterdheid en participatie in de samenleving.

• Er is een grote overlap van organisaties, professionals en vrijwilligers in het werkveld.

Ondanks de overlap, zijn wij ons ook bewust van de verschillen. Deze komen goed naar voren in de onderstaande definitie van ‘armoede’ en ‘(problematische) schulden’.

 

Wat is armoede?

Armoede is het niet kunnen voorzien in primaire en secundaire levensbehoeften. Primaire levensbehoeften zijn nodig om een menswaardig bestaan te hebben. Het gaat hierbij om toegang tot schoon en drinkbaar water, voedsel, kleding, huisvesting en gezondheidszorg. Secundaire levensbehoeften zijn bijvoorbeeld het deelnemen aan onderwijs, sport en andere sociale activiteiten.

 

Wat zijn (problematische) schulden?

Schulden zijn openstaande bedragen die nog betaald moeten worden. Er zijn veel soorten schulden, zoals, een studieschuld, het achteraf betalen van je bestelde kleren, rood staan op je bankrekening, het te laat betalen van een verkeersboete, of het hebben van een hypotheek. Niet alle soorten schulden zijn een probleem. Schulden worden problematisch als inwoners langere tijd niet aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen, er meerdere betalingsachterstanden zijn, de betalingsachterstand van vaste lasten (zoals huur, energie of verzekering) meer is dan twee maanden, er geen eigen geld is om schulden mee af te lossen of als een inwoner niet weet hoe zonder hulp aan betalingsverplichtingen te voldoen.

 

Door de thema’s, krachten en energie te bundelen rondom een plan van aanpak gaan wij armoede en schulden bestrijden en ervoor zorgen dat inwoners geen financiële belemmeringen ervaren en mee kunnen doen in de samenleving.

 

Totstandkoming van het beleidsplan

De input van de inwoners en organisaties in onze gemeenten vormen de basis voor de inhoud, opzet en actiepunten van het beleidsplan. Het proces was vooral gericht op hoe wij als gemeente kunnen bijdragen aan voelbare en zichtbare verbeteringen op het gebied van armoede en schulden. In 2019 zijn er verschillende bijeenkomsten geweest voor organisaties en inwoners. Een overzicht van deze bijeenkomsten en de uitkomsten hiervan, zijn te vinden in bijlage 2. Daarnaast zijn ook de inzichten uit de evaluatie van de Kadernota Foarút gebruikt bij het opstellen van dit nieuwe beleidsplan. Deze evaluatie is te vinden in bijlage 3.

 

Werkwijze

Voor ons als gemeente is dit beleidsplan een opdracht: we laten zien wat onze ambities zijn en wat we gaan doen. Inwoners en uitvoeringspartijen kunnen in dit beleidsplan zien waar de gemeente de komende vijf jaar mee aan de slag gaat om hen te ondersteunen op het gebied van armoede en schulden. Om het beleid te laten spreken, bevat het beleidsplan concrete actiepunten

 

Leeswijzer

Dit beleidsplan bestaat uit vijf hoofdstukken. Hoofdstuk 1 geeft de beleidskaders weer en geeft een goed beeld van hoe dit beleidsstuk zich verhoudt tot andere thema’s. Hoofdstuk 2 beschrijft de drie beleidsuitgangspunten die de basis vormen voor alle vraagstukken gerelateerd aan armoede en schulden. In hoofdstuk 3 staat beschreven hoe we het beleid gaan uitvoeren en de doelen gaan bereiken. Hoofdstuk 4 bevat de planning voor de uitvoering, monitoring en evaluatie van dit plan. Hoofdstuk 5, het financiële kader, geeft inzicht in de benodigde middelen die nodig zijn voor de uitvoering van dit beleidsplan.

 

1. Beleidskaders

 

Dit hoofdstuk geeft weer hoe dit beleidsplan voor schulden en armoede is ingebed in staande en nieuwe wettelijke kaders en nieuwe ontwikkelingen en kennis. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat in op de wettelijke kaders die op landelijke niveau van kracht zijn of worden. Het tweede deel geeft weer hoe dit beleidsplan aansluit en voortbouwt op het huidige gemeentelijk beleid. Het laatste en derde deel van dit hoofdstuk bespreekt de belangrijkste conclusies van recent onderzoek rondom armoede en schulden.

 

1.1 Wettelijke kaders

Dit beleidsstuk “Armoede en schulden samen aanpakken van preventie tot nazorg” sluit aan op de volgende wetten:

• Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015

• Participatie wet

• Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 2012

• Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 2021

• Wet inburgering 2021

• Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

• WSNP en Faillisementswet

Daarnaast ligt dit plan ook in lijn met de bestuursafspraken van de VNG over nieuwe ambities voor de aanpak van laaggeletterdheid. Een van deze afspraken is dat alle gemeenten uiterlijk eind 2024 een effectieve integrale aanpak laaggeletterdheid realiseren.

 

1.2 Gemeentelijke kaders: Coalitieakkoord, IBP en staand beleid

Naast de wetgeving op landelijk niveau, sluit het beleidsplan ook aan op het collegeplan, de prioriteiten die door de raad zijn uitgesproken en staand beleid in gemeente De Fryske Marren.

 

Het beleidsplan sluit aan bij de uitgangspunten van het Coalitieakkoord 2019-2022 ‘De takomst Temjitte’ en geeft invulling aan het werkprogramma 2019-2022 van het college van burgemeester en wethouders. Deze aansluiting en invulling raakt de volgende drie punten:

• We maken het samen!

• Iedereen doet mee

• Vormgeven van de wijze hoe in te zetten op schuldenproblematiek

Het beleidsplan sluit ook aan op de wens van het college en de raad om meer integraal te werken en te focussen op preventie en (vroeg)signalering van armoeden en schulden. Deze wens is gerelateerd aan het Interbestuurlijke Programma (IBP). Dit beleidsplan geeft invulling aan het volgende punt van het IBP: “problematische schulden voorkomen en oplossen, door onder meer beginnende schulden eerder te signalen en gemeenten meer mogelijkheden te geven om kosten van het beschermingsbewind te beheersen.”

Tot slot bouwt het beleidsplan voort op de volgende gemeentelijke kaders:

• WMO beleidsplan

• Gezondheidsbeleid

• Foarút

• Oan’e Slach

• Plan van aanpak schulddienstverlening 2019-2020

 

1.3 Recente rapporten en nieuwe inzichten schulddienstverlening

Het plan sluit aan op landelijke onderzoeken en inzichten. Er is onder andere gekeken naar het rapport van de National Ombudsman (2016) en het rapport Eigen Schuld? van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2016). Beide rapporten concluderen dat er niet zomaar uitgegaan mag worden van de zelfredzaamheid van inwoners en dat schuldhulpverlening laagdrempelig moet worden aangeboden.

 

De volgende aanbevelingen van de Nationale Ombudsman zijn meegenomen in dit beleidsplan:

• Ondersteun en begeleid minder zelfredzame burgers tijdens en na het schuldhulptraject.

• Stel de (hulpvraag van de) schuldenaar centraal en kijk naar maatwerkoplossingen als een reguliere aanpak niet volstaat.

• Zorg voor persoonlijke aandacht, regelmatig contact en duidelijkheid zodat iemand weet waar hij voor wat moet zijn.

• Zet direct stappen na toelating tot de schuldhulpverlening: korte doorlooptijden verhogen de kans op succesvolle schuldhulp.

• Bied (voorlopige) hulp bij een dringende situatie ook als de schuldenaar nog niet is toegelaten tot de schuldhulpverlening.

Nieuwe inzichten voor het effectief aanpakken van armoede en schulden worden tevens toegepast in het nieuwe beleid. Het gaat hierbij om de volgende elementen:

• Werken aan zelfvertrouwen en zelfstandigheid van de inwoner.

• Confrontatie met eigen financieel gedrag om bewustwording te creëren en te motiveren tot verandering.

• Groepsdynamiek in lotgenotencontact benutten om taboes te doorbreken.

• Vertrouwensband inwoner en begeleider/uitvoerder.

• Samenhang tussen individuele en groepsgewijze interventies

• Langdurige betrokkenheid van hulpverlener als voorwaarde voor duurzame verandering.

De bovenstaande elementen worden bevestigd door de nieuwste wetenschappelijke inzichten van wat schaarste met je doet. Wanneer mensen in armoede leven of schulden hebben, heeft dit invloed op hun gedrag. In het geval van problematische schulden kan de stress zelfs zo hoog oplopen dat het lastig is om nog goede keuzes te maken en het overzicht te bewaren. Op basis van deze inzichten wordt het begrip Stress-sensitieve dienstverlening (bekend als Mobility Mentoring) steeds vaker genoemd en toegepast.

 

Dit hoofdstuk geeft aan dat dit beleidsplan onderdeel is van een grote geheel en aansluit op nieuwe kennis en inzichten. Vanuit deze kaders en nieuwe inzichten zijn er drie beleidsuitgangspunten opgesteld. Deze uitgangspunten worden in het volgende hoofdstuk besproken.

 

2. Uitgangspunten beleid armoede en schulden

 

 

Dit hoofdstuk beschrijft de drie beleidsuitgangspunten die vanaf de vaststelling van dit beleidsplan de basis vormen voor de uitvoering en ontwikkelingen van vraagstukken rondom armoede en schulden. Deze uitgangspunten zijn: laagdrempelige en brede toegang; vergroten van de integrale werkwijze; en positieve gezondheid en Mobility Mentoring. De uitgangspunten worden hieronder achtereenvolgens toegelicht.

 

2.1 Beleidsuitgangspunt 1: Laagdrempelige en brede toegang

De toegang tot diensten rondom armoede en schulden is laagdrempelig en breed. Op deze manier kan iedereen die te maken heeft met armoede en schulden of hier vragen over heeft terecht bij de gemeente.

 

Laagdrempelige toegang

Een laagdrempelige toegang betekent dat inwoners gemakkelijk hulp kunnen vragen en geholpen kunnen worden. Hierbij houden we rekening met laaggeletterdheid: informatie wordt kort, krachtig en waar het kan beeldend verwoord. Daarnaast kan de inwoner met één simpele stap (een telefoontje of digitale aanmelding) terecht bij de dienstverlenende organisaties om daarna meteen geholpen te worden. Tot slot betekent dit dat vrijwilligers en hulpverleners naast de inwoner staan en het gevoel van autoriteit in de eerste plaats opzij zetten. Een laagdrempelige toegang leidt tot een situatie waarin inwoners en dienstverleners (vrijwilligers en professionals) elkaar vinden vóórdat financiële problemen uit de hand lopen. Daarnaast bereiken we met een laagdrempelige toegang een grotere groep inwoners.

 

Brede toegang

Een brede toegang betekent dat inwoners via verschillende organisaties toegang krijgen tot de dienstverlening. Op deze manier bereiken wij samen met alle partnerorganisaties een grotere groep inwoners. Iedere inwoner heeft namelijk een andere voorkeur van hulp vragen. De één gaat liever naar de gemeente en de ander benadert hiervoor liever Sociaal Werk De Kear, een vrijwilligersorganisatie of een digitale vorm van dienstverlening.

 

De combinatie van een laagdrempelige en brede toegang vinden wij ontzettend belangrijk voor dit thema. Naast de complexiteit en de impact van armoede, geldzorgen en geldproblemen, is het ook een onderwerp waar een groot taboe op rust. Een toegankelijk netwerk van organisaties zorgt ervoor dat inwoners toch een (eerste) stap naar hulp zetten. Om dit te bereiken gaan wij nauwer samenwerken met alle betrokken organisaties in het netwerk.

 

2.2 Beleidsuitgangspunt 2: Vergroten van de integrale werkwijze

Het eerste uitgangspunt vraagt om samenwerking en een integrale werkwijze. De dienstverlening rondom armoede en schulden wordt verzorgd door een netwerk van organisaties. Om deze samenwerking in dit netwerk te verbeteren, gaan wij sterker inzetten op een integrale werkwijze. Deze integrale werkwijze ziet er als volgt uit:

• Het netwerk bestaat uit vrijwilligers(organisaties) en organisaties die werken met professionals. In de samenwerking staan de energie, kracht en capaciteit van de inwoner centraal. Op basis hiervan wordt gekeken of de inwoner wordt geholpen door een vrijwilliger of een professional. Daarnaast wordt de belasting van vrijwilligers goed in de gaten gehouden.

• Er is een centraal punt vanuit de gemeente voor de betrokken (vrijwilligers)organisaties voor samenwerking en afstemming.

• In de dienstverlening staat de inwoners centraal. Dienstverleners (vrijwilligers en professionals) staan naast de inwoner en leveren maatwerk. De eigen verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de inwoner staan hierbij voorop.

• Daarnaast houdt integrale schulddienstverlening in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden (opnieuw) ontstaan (preventie en nazorg).

Het gaat bij de integrale werkwijze om het ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen worden opgelost. De samenwerking gaat dus verder dan het netwerk armoede en schulden. Disciplines zoals Jeugd & Gezin, gezondheid, WMO, sport en cultuur kunnen op basis van de situatie van de inwoner aansluiten.

 

Op basis van dit uitgangspunt maakt het niet uit wat de situatie is van de inwoner en waar de inwoner binnenkomt. Er wordt op een dusdanige manier samengewerkt dat alle verschillende oorzaken en gevolgen die buiten de geldkwestie liggen gelijktijdig worden aangepakt. Hierbij wordt in ieder geval uitvoerig aandacht besteed aan laaggeletterdheid, gezondheid, en werk en inkomen.

 

2.3 Beleidsuitgangspunt 3: Positieve gezondheid, Mobility Mentoring en Netwerkversterking

Wij willen inwoners met vragen of problemen gerelateerd aan armoede en schulden op een duurzame manier aanpakken. Hierbij maken we gebruik van het gedachtegoed ‘Positieve Gezondheid’ en ‘Mobility Mentoring’. Naast dit gedachtegoed, zetten wij in op het versterken van het netwerk van de inwoner.

Positieve gezondheid

Gezondheid is meer dan ‘niet ziek zijn’. Deze ‘nieuwe’ definitie van gezondheid - Positieve Gezondheid -gaat over het mee doen in de maatschappij, over het verrichten van betekenisvol werk of andere activiteiten en gaat over de omgeving waarin je leeft. Mensen zijn hier in beginsel zelf verantwoordelijk voor, waarbij valt te denken aan gezond eten, goed voor jezelf zorgen, het onderhouden van sociale contacten en regelmatig bewegen. Maar het gaat ook om bijvoorbeeld het naar school of werk gaan, voldoende financiële middelen hebben, culturele activiteiten kunnen ondernemen, zingeving te ervaren en het hebben van een goede woning. Voor iedereen geldt dat een gezonde omgeving, fysiek én sociaal, gezond gedrag stimuleert. We leggen de focus op de mogelijkheden die mensen hebben om met ziekten, beperkingen en tegenslagen om te gaan en minder op de aanwezigheid van ziekten en aandoeningen.

Het is belangrijk inwoners, professionals en vrijwilligers te wijzen op de kracht van deze brede blik op gezondheid, met aandacht voor wat mensen zelf belangrijk vinden. Deze brede blik wordt positieve gezondheid genoemd. ‘Positieve Gezondheid’ wordt zichtbaar gemaakt in een spinnenwebmodel, dat zes pijlers bevat.

De zes pijlers van Positieve Gezondheid zijn:

• Lichaamsfuncties - Ik voel me gezond en fit

• Mentaal welbevinden - Ik voel me vrolijk

• Zingeving - Ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst

• Kwaliteit van leven - Ik geniet van mijn leven

• Meedoen - Ik heb goed contact met andere mensen

• Dagelijks leven - Ik kan goed voor mezelf zorgen

 

Het web ziet er als volgt uit:

 

Figuur 1: Model Positieve gezondheid

Het spinnenweb helpt bij gesprekken tussen een inwoner en professional of vrijwilliger om te bepalen wat voor de inwoner belangrijk is. Tevens zorgt het invullen van het spinnenweb door inwoners voor bewustwording over de eigen situatie.

 

Mobility Mentoring

Positieve Gezondheid is een breed begrip, en is belangrijk om in te zetten bij armoede en schulden. Mobility Mentoring is een methode die voortkomt uit de visie van Positieve gezondheid en specifiek gericht is op het werkveld armoede en schulden. Mobility Mentoring houdt rekening met wat armoede en schulden met het brein en gedrag van mensen doet. Geldtekort levert mensen veel stress op, waardoor het brein in de overlevingsstand gaat. Het gevolg is blikvernauwing: mensen hebben moeite om goede beslissingen te nemen, vast te houden aan hun plannen voor de langere termijn of verleidingen te weerstaan. Voor kinderen die opgroeien in een gezin met chronisch geldgebrek geldt dat zij op latere leeftijd minder vaak goed in staat zijn om doelen en prioriteiten te stellen en door te zetten als het tegenzit. Daarnaast geeft dit ook een verhoogde kans om ook zelf langdurig arm te worden.

 

Bij de aanpak van armoede en schulden, en ook in de preventie hiervan, vinden wij het belangrijk om vanuit Mobility Mentoring te werken. Dit betekent dat we ons niet alleen richten op het oplossen van schulden, maar ook op de mogelijkheden tot gedragsverandering, om zo de kans op herhaling te verkleinen.

 

Netwerkversterking

Sociale netwerkversterking is een methodiek gericht op het activeren van het sociale netwerk van een volwassene, kind of gezin. Binnen onze gemeente wordt deze methode toegepast door de medewerkers van welzijnswerk De Kear. Zij helpen individuele hulpvragen (groepsgewijs) in kaart brengen en bespreekbaar te maken. Het uiteindelijke doel is dat de ondersteuning vanuit naasten en betrokkenen is versterkt en hiermee de zelfredzaamheid van de inwoner wordt vergroot. Is er maatschappelijk werk, meer specialistische hulp of een voorziening nodig? Dan wordt dit door de integrale samenwerking tussen De Kear en het Sociaal Wijkteam besproken.

 

Wij vinden het belangrijk dat er aandacht is voor de relaties van cliënten. Dit verbetert de kwaliteit van zorg, ondersteuning en binding met de (lokale) omgeving, en creëert een sterke basis. Het verlegt de focus van een (financiële) zorg of hulpvraag, en de technische oplossing ervan, naar de mens en zijn omgeving. Dat is belangrijk om twee redenen.

1. Allereerst staan mensen bijna nooit alleen: ze delen lief en leed met elkaar. Het verkennen van probleemsituaties wordt een stuk gemakkelijker als je het netwerk van relaties meeneemt. Dat helpt om de situatie te begrijpen én om mogelijke oplossingen te vinden.

2. Daarnaast is de professional niet alleen zelf verantwoordelijk zijn voor de oplossing van de vraag van de cliënt. Mede door de complexiteit van armoede en schuldenproblematiek moet de professional zich ook richten op het toerusten van de cliënt en zijn netwerk om met de eigen hulpvragen aan de slag te gaan.

 

De titel van het beleidsstuk is helder, met dit beleidsplan gaan we armoede en schulden gezamenlijk aanpakken van preventie tot nazorg. Op basis van deze uitgangspunten gaan wij hier mee aan de slag. Het volgende hoofdstuk legt uit hoe we dit gaan doen.

 

3. Onze aanpak: vijf pilaren met ambities en acties

Het doel van het nieuwe beleid is om, zoals de titel van het stuk al zegt, armoede en schulden samen aan te pakken van preventie tot nazorg. We gaan dit realiseren aan de hand van een beleids- en uitvoeringsstructuur die bestaat uit vijf pilaren:

1. Preventie

2. Inkomensondersteuning

3. Schulddienstverlening

4. Platform

5. Ondersteunende processen

 

Dit hoofdstuk beschrijft de bedoelding van de vijf pilaren. Ondanks dat de pilaren hieronder afzonderlijk van elkaar worden toegelicht, zijn deze in de werkelijkheid nauw met elkaar verweven. Er is overlap. Het werken aan of vanuit één van de pilaren staat in direct verband met andere pilaren. De structuur werkt op een manier dat alle acties elkaar versterken. Daarnaast is het belangrijk om de vijf pilaren te lezen met de drie beleidsuitgangspunten van hoofdstuk 2 in je achterhoofd: deze vormen de basis van alle pilaren.

 

3.1 Preventie

Wij zetten allereerst in op preventie: armoede en schulden voorkomen. Armoede en schulden vragen op dit gebied een net iets andere aanpak. Daarom onderscheiden wij wat betreft het voorkomen van armoede en schulden vijf speerpunten.

 

3.1.1 Generatie armoede en kinderarmoede: voorlichting gericht op de nieuwe generatie

Wat betreft armoede is hier de grote uitdaging om generatie armoede te doorbreken. Hierbij zetten wij in op de jonge en nieuwe generatie. Wij gaan de samenwerking aan met consultatiebureaus, kinderopvang, peuteropvang, basisscholen, middelbare scholen en de MBO instellingen in onze regio om armoede en schulden bespreekbaar te maken. Een concreet voorbeeld is de Week van het Geld. Door aan te sluiten bij dit landelijke initiatief, willen we bereiken dat alle basisschoolleerlingen minimaal één keer per jaar klassikaal les/voorlichting krijgen over het onderwerp Geld.

 

3.1.2 Stille armoede

Met het voorkomen van armoede zijn we er nog niet. Er is namelijk een grote groep inwoners die moeite heeft met rondkomen maar boven de bijstandsgrens zitten. Deze groep staat ook wel bekend als de ‘werkende armen’, ondanks dat ze werken komen zij wel in aanmerking voor inkomensondersteuning. Wij gaan hier samen met het netwerk, werkgevers en banken een vernieuwende aanpak voor ontwikkelen. Hierbij onderzoeken we waar in de gemeente deze inwoners zitten. We gaan actief de omgeving inzetten om dit te bereiken. Hierbij wordt de schijf van 5 ingezet: bedrijven, maatschappelijke organisaties, overheid, inwoners en onderwijs (hierover meer in paragraaf 3.5). Wij willen hen aanzetten tot samenwerking en tot vernieuwing te komen met particuliere (vrijwilligers)initiatieven: het voorkomen en inzetten van het sociale netwerk gaat vóór professionele ondersteuning. Daarnaast onderzoeken we ook de inzet van ervaringsdeskundigen. Gebleken is dat dit een effectieve manier is om stille armoede bespreekbaar te maken.

 

Door in te zetten op het doorbreken van het taboe en schaamte rond armoede en schulden, richten wij ons expliciet op stille armoede.

3.1.3 Schulden en problematische schulden voorkomen

Het voorkomen van schulden en ervoor zorgen dat beginnende schulden niet problematisch worden vraagt om een andere aanpak. Om schulden te voorkomen is het belangrijk dat inwoners zicht hebben op hun inkomsten en uitgaven. Een goede administratie is hierbij van belang. In de gemeente zijn er al verschillende organisaties die (tijdelijke) ondersteuning bieden bij het ordenen en bijhouden van de administratie. Vanuit het netwerk van betrokken organisaties is hiervoor de Administratie Map ontwikkeld. Deze gaan we de komende jaren verbeteren zodat deze voor zowel de dienstverleners (vrijwilligers en professionals) en inwoners nog meer ondersteuning kan bieden. Naast de Administratie Map gaan wij inzetten op adviesgesprekken en coaching gericht op activering, het werken aan een (groter) sociaal netwerk, persoonlijke ontwikkeling en het verhogen van inkomsten.

 

3.1.4 Vroegsignalering

Uit onderzoek is gebleken dat gemiddeld vijf jaar na het ontstaan van de eerste schuld mensen zich melden bij schuldhulpverlening. Vaak denken inwoners dat het zelf nog wel lukt en een deel weet niet waar ze hulp kunnen krijgen. Hulp is niet alleen belangrijk voor de persoon zelf, ook de samenleving is gebaat bij het vroegtijdig aanpakken van schulden. De financiële kosten van een huishouden met risicovolle schulden, bedragen meer dan €10.000 per huishouden per jaar. Bovendien kunnen beginnende schulden vaak veel eenvoudiger worden opgelost. Daarom gaan wij proactief inwoners met betaalachterstanden en schulden benaderen. Dit doen we samen met woningcorporaties, zorgverzekeraars, nutsbedrijven en Sociaal Werk De Kear. In samenwerking met deze partijen maken wij een plan over het uitwisselen van signalen en de acties die hieruit voorkomen. Hierbij worden alle betrokkenen getraind zodat zij de kennis en vaardigheden hebben om met deze inwoners het gesprek aan over de gelzorgen aan te gaan en deze vanuit een brede kijk (Positieve Gezondheid en Mobility Mentoring) aan te pakken.

 

3.1.5 Nazorg

Wanneer mensen na drie jaar schuldsanering met een schone lei beginnen, zijn zij kwetsbaar voor terugval in schulden (het recidive percentage ligt rond de 30%). Wij gaan deze inwoners nazorg bieden, zodat een terugval wordt voorkomen en mensen daadwerkelijk een schuldenvrij bestaan opbouwen. Dit nazorgtraject wordt een verplicht onderdeel van het schuldhulptraject. Een groot deel van deze groep zit in traject bij bewindvoerders en de kredietbank. Wij gaan in samenwerking met de kredietbank en het netwerk armoede en schulden extra ondersteuning bieden aan inwoners die een schuldsaneringstraject hebben afgesloten. Dit gaan we ook aanbieden voor inwoners met een uitkering. Daarnaast is de wens om ook nazorg in te zetten als bewindvoering van inwoners wordt beëindigt. Wij gaan onderzoeken in hoeverre wij hier signalen over kunnen krijgen. Het aantal inwoners waarvan wij de bewindvoeringskosten vergoed is in ieder geval bekend.

 

 

Samen met het netwerk armoede en schulden en (nieuwe) partnerpartijen gaan wij een preventieaanpak opstellen waarmee concreet invulling wordt gegeven aan deze vijf speerpunten. Onderdeel hiervan is het ontwikkelen van een aanbod met trainingen en cursussen die inwoners ondersteunen bij hun administratie en hun financiële (zelf)redzaamheid versterkt. Door middel van workshops grip op geld en budgetteren, en coaching richten wij ons op het versterken van de eigen kracht en het zelf-oplossend vermogen van de inwoner.

 

Daarnaast wordt de Wegwijzer Geld ook actief ingezet in de preventieaanpak. Deze gids geeft antwoord op de vraag waar je welke vraag kan stellen. De informatiegids wordt ook als middel gebruikt om het gesprek met inwoners aan te gaan over levensgebeurtenissen en financiën of hen verder te helpen (doorverwijzen).

 

3.2 Inkomensondersteuning

Wij willen dat alle inwoners kunnen rondkomen en voldoende geld hebben om mee te kunnen doen aan maatschappelijke activiteiten zoals werk, sport, cultuur en andere sociale activiteiten.

 

Om dit te bereiken biedt de gemeente inwoners die niet over voldoende inkomen beschikken om rond te komen of mee te doen inkomensondersteuning. Hierbij willen wij voorkomen dat minima voor iedere nieuwe regeling die zij aanvragen opnieuw moeten aantonen dat zij aan de criteria voldoen. Daarnaast gaan we ook de administratieve lasten voor de uitvoering tot een minimum beperken, zodat de uitvoeringskosten beheersbaar blijven. We gaan daarom op zoek naar slimme manieren om een laagdrempelige toegang tot de minimaregelingen te organiseren, de aanvraagprocedures te vergemakkelijken en de gegevensuitwisseling binnen de kaders van de privacywetgeving tussen verschillende organisatieonderdelen te vereenvoudigen.

 

Hieronder staan de verschillende mogelijkheden voor inkomensondersteuning:

• Bijstandsuitkering (Participatiewet)

• Bijzondere bijstand voor onverwachte kosten

• Kwijtschelding gemeentelijke belastingen

• Tegemoetkoming minima (minimaverordening)

• Individuele inkomenstoeslag

• Collectieve ziektekostenverzekering AV Frieso

• Mee Doen Pas (MDP)

• Kindpakket

• Gratis ID-kaart voor minderjarigen

• Individuele studietoeslag

• Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang

Het specifieke beleid ten aanzien van deze verschillende vormen van inkomensondersteuning wordt na vaststelling van het beleidsplan nader uitgewerkt in de beleidsregels bijzondere bijstand 2021 en de Minimaverordening 2021.

 

Naast het verstrekken van inkomensondersteuning, zien wij iedere aanvraag als een signaal. Een signaal waarbij een inwoners aangeeft extra middelen nodig te hebben of afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld bijstand. Iedereen die vanuit de gemeente een vorm van inkomensondersteuning ontvangt, krijgt een persoonlijk gesprek informatie en advies. Er wordt gewerkt aan de oorzaak zodat inwoners in beweging komen, zich ontwikkelen, meedoen en duurzaam uit de armoede of schulden situatie komen. Hiervoor geldt dat hoe je met geld omgaat bepalender is voor het risico op financiële problemen dan het inkomen. Bij de aanpak van deze signalen is de focus daarom eerst het beheersen van de uitgaven. Daarna wordt gekeken naar hoe het inkomen bijvoorbeeld verhoogd kan worden.

 

3.3 Dienstverlening

Wij willen voorkomen dat mensen financiële problemen krijgen of dat schulden problematisch worden. Daarom kunnen alle inwoners die vragen hebben over armoede en schulden, die (net) niet rondkomen, moeite hebben met hun betaalverplichtingen, beginnende schulden of problematisch schulden hebben, terecht bij onze dienstverlening. Deze dienstverlening wordt verzorgd door een netwerk van organisaties. Hiertoe behoren in ieder geval de volgende organisaties:

• Gemeente De Fryske Marren (Klant contactcentrum en het Sociaal Wijkteam)

• Sociaal Werk De Kear (buurtwerkers en beweegcoaches)

• Steunpunt Versus

• Humanitas

• Stichting Leergeld

Naast deze organisaties, worden ook andere organisaties betrokken. De oorzaken en gevolgen van armoede en schulden gaan veel verder dan de bankrekening. Gezondheidscentra, voedselbanken, stichting jeugdfonds en cultuur, Digitaal huizen (bibliotheken), sportverenigingen en culturele instanties/organisaties worden betrokken om de dienstverlening op de juiste manier en op de juiste plek in te zetten.

 

In dit onderdeel van de aanpak zijn de drie beleidsuitgangspunten essentieel (zie hoofdstuk 2). Op basis van een laagdrempelige en brede toegang, een integrale werkwijze en de toepassing van Positieve Gezondheid en Mobility Mentoring willen wij de kwaliteit en effectiviteit van de dienstverlening verbeteren. De energie van het netwerk dat de dienstverlening biedt is gericht op financieel gezond worden én blijven, waarbij alle inwoners werken aan een persoonlijk plan.

 

De organisatie van het dienstverlenende netwerk: kwaliteit en efficiëntie

Alle inwoners die een beroep doen op de dienstverlening, krijgen ondersteuning die van goede kwaliteit en effectief is. Goede kwaliteit betekent dat de inwoner wordt geholpen door een dienstverlener die het beste aansluit op de situatie van de inwoner en kennis van zaken en ervaring heeft. Als het komt tot effectiviteit, is het belangrijk dat de inwoner tijdig (lees: snel) geholpen wordt, de oorzaak en gevolgen van de (financiële) hulpvraag worden meegenomen in het gesprek en het persoonlijke plan van aanpak en de juiste lijnen uitgezet worden. Mensen willen het graag zelf graag oplossen en de schaamte is groot. De stap om over de schaamte heen te stappen gaan wij daarom ‘koesteren’. Door het snel inzetten van hulp voelen inwoners dat ze geholpen worden en verwachten wij dat ze weer met een vraag komen als dat nodig is. Tot slot geldt dat de dienstverlening de inwoner coachend ondersteunt, motiveert en de inwoner aanspreekt op gedrag. Op deze manier helpen wij inwoners om financieel fit te worden en te blijven.

 

Hoe gaan we de kwaliteit en efficiëntie organiseren voor dit dienstverlenende netwerk? Door in te zetten op de volgende punten:

• Op basis van de beleidsuitgangspunten stellen wij samen met het netwerk van organisaties servicenormen vast gericht op de toegang en de kwaliteit.

• De vrijwilligers en professionals worden getraind op het toepassen van Positieve Gezondheid en Mobility Mentoring.

• Het inzichtelijk maken van wat iedereen doet, zo kan iedereen goed doorverwijzen.

• Het inzichtelijk maken van welke diensten wel en niet door vrijwilligers uitgevoerd kunnen (of mogen) worden.

• We gaan elkaar actief inzetten en samenwerken (bijvoorbeeld met de organisatie van spreekuren, ondersteuning bij belastingaangifte of lezingen). Op deze manier worden de capaciteit, kwaliteiten en ervaringen van de alle organisaties en medewerkers optimaal benut.

 

Een dienstenpakket dat aansluit op de ervaring en situatie van de inwoner

Om de diensten vanuit dit netwerk zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de inwoner, hebben wij de onderstaande grafiek gemaakt. Deze grafiek geeft weer wat de verschillende fasen kunnen zijn in financieel, sociaal maar ook emotioneel opzicht bij toenemende schulden. Elke inwoner en elke situatie is anders: de grilligheid en duur van een fase is daarom voor iedere inwoner ook verschillend. Een inwoner kan in elke fase in contact komen met een ondersteuner, dit betekent dat er een brede toegang is voor ondersteuning.

De horizontale lijn staat voor tijd en de verticale lijn geeft de financiële situatie in perspectief weer. Fase A is de stabiele fase waarin iemand geen ondersteuning nodig heeft. In fase B tot en met H speelt het dienstverlenende netwerk in zijn geheel een belangrijk rol, in fase C tot en met G is hier een belangrijke rol weggelegd voor de gemeentelijke schulddienstverlening. Inwoners die in het kader van de vroegsignalering binnenkomen, zitten in fase B tot en met D, en krijgen direct ondersteuning van het SWT.

 

In de grafiek staan twee kantelpunten: C en F. Een kantelpunt is een punt waardoor de situatie door één voorval, brief of gebeurtenis ineens veranderd. Als de inwoner bij het eerste kantelpunt komt (C), wordt de inwoner ondersteunt door de schulddienstverleners van het Sociaal Wijkteam.

 

Kantelpunt C: geen controle meer. Je kunt het zelf niet meer, relatief korte periode. Eén enkele gebeurtenis of rekening is voldoende om op dit punt te komen.

 

Kantelpunt F: Point of no return: je zit klem, je kan niet anders dan bewegen (bewegen kan ook vluchten zijn); (dreiging van) loonbeslag, gas, water, elektra afgesloten, geen postadres, geen toeslagen, geen zorgverzekering, geen woning; sociaal team, vaak veel verschillende hulpvragen.

 

Gemeentelijke schulddienstverlening

Zodra de inwoner zich in één van de fasen C tot en met G bevindt, wordt de inwoner ondersteund door een professionele schulddienstverlener van het Sociaal Wijkteam. Vanuit de principes van Mobility Mentoring werkt de schulddienstverlener aan de toekomst van de inwoner, waarbij de motivatie van de inwoner en gedragsverandering essentieel is. Alle inwoners die zich melden met financiële problemen of schulden, krijgen een plan van aanpak dat gericht is een financieel gezonde toekomst. Hierbij kan samengewerkt worden met het netwerk armoede en schulden, bijvoorbeeld bij het ondersteunen bij het ordenen van de administratie, activatie of het opbouwen van een sociaal netwerk.

 

Wat betreft het aanpakken van de schulden, kan de schulddienstverlener de volgende diensten inzetten:

• Vroegsignalering & Preventie

• Aanmelding & Screening

• Informatie & Advies

• Aanvraag

• Stabilisatie

• Duurzaam Financiële Dienstverlening

• Budgetbeheer en budget coaching

• Minnelijke schuldregeling

- 100% aflossing (regeling of herfinanciering)betalingsregelingen)

- schuldregelingen (schuldbemiddeling of saneringskrediet)

• Toeleiding WSNP

• Crisis (ontruiming of afsluiting)

• Nazorg

 

De bovenstaande diensten worden grotendeels uitgevoerd door de gemeente. De schulddienstverleners acteren dan als schuldhulpverleners. De diensten budgetbeheer en de minnelijke schuldregeling worden op dit moment uitgevoerd door externe partners (waaronder de Kredietbank). Wij zorgen ervoor dat de werkzaamheden met deze externe partners goed op elkaar aansluiten. Tevens zorgen wij voor een goede monitoring op het doorlopen van deze trajecten.

 

Bij de uitvoering van deze diensten willen wij goede kwaliteit leveren en efficiënt te werk gaan. In het kader van kwaliteit en efficiëntie, maar ook omdat wij de inwoner van dichtbij willen ondersteunen en samenwerken met onze ketenpartners, ontwikkelen wij een werkwijze schulddienstverlening waarbij we goed kijken welke rol wij innemen in het netwerk armoede en schulden. Daarnaast kijken wij ook welke diensten gericht op het aanpakken van schulden, wij als gemeente zelf gaan uitvoeren en welke diensten we gaan beleggen bij externe partijen.

 

Het uiteindelijke doel van de dienstverlening is dat de inwoner uiteindelijk schuldenvrij is en grip ervaren op de financiën en weten waar zij hulp kunnen vragen mocht het nodig zijn.

 

3.4 Platform ‘Samen sterk tegen armoede en schulden’

De strijd tegen armoede en schulden gaan wij aan samen met iedereen die in onze gemeente woont of werkt aan de oorzaken en gevolgen van armoede. We richten daarom een platform op waarin kennis- en ervaringen worden gedeeld. Op dit platform gaan wij met z’n allen aan de slag met vraagstukken, werken aan oplossingen en het samen aanpakken van armoede en schuldenproblematiek.

 

Het platform werkt vanuit de onderstaande ‘Schijf van vijf’: inwoners, overheid, bedrijven, onderwijs (hierover meer in paragraaf 3.1.1) en organisaties worden hier actief bij betrokken. Het platform werkt als een netwerk, aan de gezamenlijk ambitie ‘Samen tegen armoede en schulden’, waarbij gewerkt wordt op basis van gelijkheid en verschillende projecten kunnen ontstaan. Wij gaan twee keer per jaar een netwerkbijeenkomst en inwonersbijeenkomst organiseren. Hiermee gaan wij onze krachten bundelen om de strijd tegen armoede en schulden kracht bij te zetten.

 

Daarnaast steunen wij ook initiatieven die die niet direct voortkomen uit het platform, maar wel een waardevolle bijdrage leveren aan het bestrijden van armoede of schulden.

 

3.5 Ondersteunende processen

De laatste pilaar focust op de ondersteunende processen en staat in dienst van alle andere pilaren. Wij gaan ervoor zorgen dat procedures, werkprocessen, contracten, werkafspraken, beleid- en uitvoeringsplannen in dienst staan van de inwoner en de uitvoering. Hiertoe behoren ook de monitoring en evaluatie van de inzet in de verschillende pilaren, het aantal inwoners dat gebruik maakt van welke diensten en de kwaliteit. De ondersteunende processen volgende praktijk maar zijn ook leidend: ze geven koers aan het werkveld en de beweging tegen armoede en schulden. Hierbij wordt ook gekeken welke werkprocessen gedigitaliseerd kunnen worden en onderzocht hoe we inwoners op digitale wijze kunnen ondersteunen.

 

Door de ondersteunende processen als aparte pilaar toe te voegen aan de structuur, zorgen wij voor een simpele, toegankelijk en effectieve ondersteuning en dienstverlening.

 

3.6 Samenvatting van de aanpak en ambities

 

Pilaar

Onderwerp

Ambitie(s)

1

Armoede en schulden voorkomen

voorkomen dat inwoners in armoede leven en er schulden ontstaan.

Taboe en schaamte rondom armoede en schulden doorbreken.

Ervoor zorgen dat inwoners financieel gezond blijven, op eigen kracht en waar nodig met (lichte) ondersteuning.

2

Inkomensondersteuning

Alle inwoners kunnen rondkomen en hebben voldoende geld om mee te kunnen doen aan werk, sport, cultuur en andere sociale activiteiten.

3

Dienstverlening

Voorkomen dat mensen financiële problemen krijgen of dat schulden problematisch worden

Bij problematische schulden wordt er een schuldenregeling getroffen om de schulden op te lossen

4

Platform ‘Samen sterk tegen armoede en schulden’

krachten bundelen en de beweging tegen armoede en schulden steeds groter maken.

5

Ondersteunende processen

simpele, toegankelijk en effectieve ondersteuning en dienstverlening.

 

Dit hoofdstuk heeft de aanpak beschreven. Het volgende hoofdstuk geeft de planning weer voor de uitvoering. In de planning worden ook per pilaar doelstelling benoemt.

 

4. Planning

 

 

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd uit wij de beleidsuitgangspunten gaan inbedden in de organisatie en de aanpak met vijf pilaren tot uitvoering gaan brengen.

 

4.1 Jaarplan en doelstellingen

In samenwerking met het netwerk armoede en schulden en andere (keten)partners wordt er voor ieder jaar in de periode 2020-2025 een jaarplan opgesteld. In dit jaar plan wordt in ieder geval het volgende beschreven:

• De activiteit: wat gaan we doen.

• Resultaat: wat willen we met de activiteit bereiken?

• Betrokkenheid van het college (C) of raad (R) betrokken, bijvoorbeeld voor vaststelling, besluit of communicatie.

• Planning: wanneer vindt de activiteit plaats (Q1, Q2, Q3 of Q4).

Na vaststelling van het beleidsplan wordt er in de periode 2020-2024 voor ieder jaar een jaarplan opgesteld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het volgende format:

 

Pilaar

Activiteit

Resultaat

Q1

Q2

Q3

Q4

Preventie

 

 

 

 

 

 

Inkomensondersteuning

 

 

 

 

 

 

Dienstverlening

 

 

 

 

 

 

Platform ‘Samen tegen armoede en schulden’

 

 

 

 

 

 

Ondersteunende processen

 

 

 

 

 

 

 

4.2 Implementatie

Voor de uitgangspunten geldt dat deze niet van de één op de andere dag gerealiseerd zijn. Dit geldt ook voor de werkwijze schulddienstverlening. Vanuit het contract management participatie en de beschikbare financiële middelen worden deze geleidelijk geïmplementeerd. De inregeling van de uitgangspunten en het mogelijk in huis halen van schulddienstverlening die nu door externe partijen wordt uitgevoerd, wordt meegenomen in het jaarplan. Waar nodig wordt een apart implementatieplan gemaakt.

 

4.3 Monitoring en evaluatie

Alle activiteiten die in dit plan worden benoemd worden geëvalueerd. Wij gaan bijhouden hoeveel inwoners we bereiken met (preventieve) maatregelen en hoeveel inwoners gebruik maken inkomensondersteuning en de dienstverlening. Elk kwartaal wordt de gang van zaken en de voortgang besproken, op basis hiervan worden nieuwe acties uitgezet. In het laatste kwartaal van ieder jaar volgt een evaluatie. Hiervan wordt een rapport opgesteld. Hierin wordt beschreven of de doelstellingen in het jaarplan zijn behaald en bepaald of er bijsturing nodig is in het beleidsplan. De monitoring en evaluatie worden ook meegenomen bij het opstellen van de jaarplannen. In 2023 zetten wij een externe partij in om dit beleidsplan te evalueren. De uitkomsten worden – samen met een nieuwe inventarisatie met het werkveld – meegenomen in de ontwikkeling van het beleid na 2025.

 

5. Financieel kader

 

Om dit beleidsplan tot uitvoering tot brengen zijn financiële middelen nodig. In het onderstaande overzicht wordt per pilaar aangegeven wat er nodig is om hier actief invulling aan te geven. Om uitvoering te geven aan de plannen onder de pilaren betreffende preventie, het platform en de ondersteunende processen zijn extra middelen nodig ten opzicht van het bestaande beleid. Deze middelen bedragen een structurele last van €159.000,- en zijn via de perspectiefnota 2021 aangevraagd bij de raad.

 

1. Preventie*

Voorlichting onderwijs

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Week van geld

€ 7.500

€ 7.500

€ 7.500

€ 7.500

Wegwijzer Geld

€ 4.000

€ 4.000

€ 4.000

€ 4.000

18-/18+ campagne

€ 500

€ 500

€ 500

€ 500

Startpunt Geldzaken

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Energie coach

€ 30.000

€ 30.000

€ 30.000

€ 30.000

Voorzieningenwijzer

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

€ 15.000

Ervaringsdeskundigen (2 personen)

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

€ 25.000

Groepstrainingen en nazorg

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Totaal preventie

€ 100.000

€ 100.000

€ 100.000

€ 100.000

 

 

 

 

 

2. Inkomensondersteuning 

Bijstand

Budget participatiewet

Bijzondere bijstand

€ 726.520

€ 726.520

€ 726.520

€ 726.520

Minimaregeling (110%)**

€ 150.000

€ 150.000

€ 150.000

€ 150.000

Kindpakket

€ 221.000

€ 221.000

€ 221.000

€ 221.000

ID-kaarten (18-)

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

€ 1.000

Kwijtschelding gem. bel.

Wordt verrekend met het budget belastingen

Collectieve ziektekostenverzekering

€ 275.000

€ 275.000

€ 275.000

€ 275.000

Totaal inkomensondersteuning

€ 1.373.520

€ 1.373.520

€ 1.373.520

€ 1.373.520

 

 

 

 

 

3. Dienstverlening 

Inkoop maatwerkvoorziening

€ 224.000

€ 224.000

€ 224.000

€ 224.000

Mesis screeningsinstrument

€ 7.000

€ 7.000

€ 7.000

€ 7.000

Training Mobility Mentoring

Komt ten laste van opleidingsbudget

Vroegsignalering***

€ 59.000

€ 59.000

€ 59.000

€ 59.000

Instrumentenkoffer

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Lidmaatschap NVVK

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

€ 3.000

Totaal dienstverlening

€ 298.000

€ 298.000

€ 298.000

€ 298.000

 

 

 

 

 

4. Platform (onderdeel dienstverlening vroegsignalering)*** 

Netwerkbijeenkomsten

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Inwonersbijeenkomsten

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

€ 5.000

Project vanuit netwerkbijeenkomst

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Project(en) vanuit bijeenkomsten

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Totaal platform

€ 30.000

€ 30.000

€ 30.000

€ 30.000

 

 

 

 

 

5. Ondersteunende processen (onderdeel dienstverlening vroegsignalering)*** 

Communicatie

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

€ 10.000

Applicatie vroegsignalering

€ 9.000

€ 9.000

€ 9.000

€ 9.000

Totaal ondersteunende processen

€ 19.000

€ 19.000

€ 19.000

€ 19.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

€ 1.771.520

€ 1.771.520

€ 1.771.520

€ 1.771.520

 

 

 

 

 

Budget meerjarenbegroting

€ 1.613.420

€ 1.613.420

€ 1.613.420

€ 1.613.420

 

 

 

 

 

Extra benodigde middelen

€ 158.100

€ 158.100

€ 158.100

€ 158.100

Aanvraag perspectiefnota 2021

€ 159.000

€159.000

€159.000

€159.000

 

Het financieel kader gaat er vanuit dat alle activiteiten uitgevoerd worden. De onderdelen met een sterretje (*) zijn nieuw ten opzicht van het vorige beleid. Via de keuzenotitie scenario’s uitvoering beleidsplan armoede en schulden 2020-2025, geeft de raad richting in hoeverre deze ambities ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden.

 

* Preventie: de benodigde middelen voor preventie worden aangevraagd via de perspectiefnota 2021. Deze activiteiten kunnen alleen uitgevoerd worden als deze middelen toegevoegd worden aan de structurele middelen. Twee relatief grote kostenposten hierin zijn de ervaringsdeskundigen en de groepstrainingen. Wat betreft de ervaringsdeskundigen, van dit budget kunnen twee inwoners opgeleid worden tot ervaringsdeskundigen en betaald worden voor hun inzet. De groepstrainingen zijn gericht op inwoners die hier baat bij hebben vanuit nazorg van een schuldhulptraject, inburgering of andere situatie.

 

** De raad kan er voor kiezen om extra middelen in te zetten op dit onderdeel van inkomensondersteuning door bijvoorbeeld de inkomensgrens te verhogen naar 120%. Mocht de raad dit willen, dan is er €100.000 extra nodig bovenop de €150.000,-.

 

*** Wettelijke verplichting: deze €59.000 komt voor uit de nieuwe wettelijke verplichting. Vanaf 1 januari 2021 wordt de gemeente wettelijk verplicht om in te zetten op vroegsignalering van (beginnende) schulden. Dit betekent dat we structureel gaan samenwerken met woningcorporaties, nutsbedrijven en zorgverzekeraars. Daarnaast moeten we ook samenwerken met andere betrokken partijen en inwoners. Specifieke kosten die hier onder vallen staan uitgesplitst onder thema 4 (platform) en 5 (ondersteunende processen).

 

Bijlage 1: Toelichting begrippen kernboodschap sociaal domein

 

De kernboodschap sociaal domein De Fryske Marren bevat verschillende onderdelen. Hieronder lichten we de verschillende onderdelen nader toe.

 

Kernboodschap sociaal domein De Fryske Marren:

De inwoner draagt verantwoordelijkheid voor zichzelf en zijn omgeving. De gemeente stimuleert de samenleving om in beweging te komen, te ontwikkelen en mee te doen. We doen dit met lef!

 

We streven naar een inwoner die verantwoordelijkheid draagt voor zichzelf en zijn omgeving

Hierbij beginnen we met het zelf organiserend vermogen van de inwoner, zijn plan, wat hij zelf kan en wil. Waar nodig met ondersteuning vanuit zijn sociale netwerk of met ondersteuning vanuit onze gemeente. We richten ons daarbij niet op een deel van de inwoners, maar op álle inwoners.

 

Wat bedoelen we met in beweging komen, ontwikkelen en meedoen?

• In beweging komen: zelf actie ondernemen en een eigen plan maken in plaats van afwachten. Het betekent actief zijn, je kunnen verplaatsen en initiatief tonen.

• Ontwikkelen: ontwikkelen betekent vooruitgang, het versterken van het zelf organiserend en probleemoplossend vermogen. Ontwikkelen doe je je hele leven lang. Je past je steeds weer aan bij een veranderde situatie en verandert zelf mee.

• Meedoen: meedoen is samenwerken. Samenwerken in alle vormen: samenwerken in een dorp, samenwerken tussen professionals en vrijwilligers én samenwerken met de gemeente. Meedoen is een bijdrage leveren, er voor elkaar zijn, een plek te hebben en ertoe doen. Dit geldt voor alle contacten en activiteiten binnen het sociaal domein. De bijdrage kan per persoon en situatie verschillend zijn. Daar houden we rekening mee.

 

We doen dit met lef!

Dit betekent dat we goed aansluiten bij de werkelijke vraag van de inwoner en samen nieuwe mogelijkheden realiseren en oplossingen op maat vinden.

 

Bijlage 2: Totstandkoming van het beleidsplan

 

Inwoners, organisaties, vrijwilligers en professionals die wonen of werken in gemeente De Fryske Marren zijn betrokken bij de het opstellen van dit beleidsplan. Dit is gedaan via vier activiteiten: (1) Analyse van het werkveld (interviews met alle betrokken afdelingen/organisaties/partners; (2) werksessie met het jungle overleg over de gezamenlijke ambitie; (3) netwerkbijeenkomst schulddienstverlening; en (4) de werksessies van de Wegwijzer Geld. Hieronder volgende de belangrijkste uitkomsten van deze vier activiteiten.

 

Belangrijkste uitkomsten:

• Er is een en actief netwerk van verschillende spelers actief

• Hoge caseload/werkload binnen het cluster SHV in het SWT

• Er is onderlinge afstemming en samenwerking

• Een grote diversiteit (en overlap) aan systemen, methoden, instrumenten en contractanten

• Algemene behoefte om meer duidelijkheid (wie doet wat, visie, toegang cluster SHV in SWT)

 

Ontwikkelingen 2019

• Bij Miks staan mensen steeds vaker voor een dichte deur, het aantal meldingen bij het KCC stijgt.

• Miks Xtra wordt niet gecontinueerd door De Kear

• Het voortbestaan van het ‘jungle overleg’ staat ter discussie

• Veranderende formatie binnen het cluster SHV in het SWT

Aandachtspunten interne organisatie

• Taken, rollen en verwachtingen

• Formatie (team, werkwijze, capaciteit)

• Individuele schuldhulpverlening

• Afstemming met het netwerk

 

Gemeenschappelijke visie jungle overleg

Tijdens het overleg heeft iedereen aandachtpunten benoemd voor de gemeenschappelijke visie. De verschillende doelen en uitdagingen zijn onder te verdelen in twee groepen:

1. Op het niveau van de inwoners.

2. Op het niveau van samenwerken en organiseren.

 

1. Niveau van de inwoners van De Fryske Marren

Wenselijk beeld

Uitdagingen/problemen/barrières

Duidelijk aanspreekpunt

Vereenvoudigen minimapakket

Armoede de wereld uit

Inwoners zijn bang voor de gemeente

Inwoners zo snel mogelijk in beeld krijgen

Formulieren

Inwoners ondersteunen op financieel gebied

Wie doet wat?

Iedereen krijgt waar ze recht op

Drempels verlagen

Vroegtijdig signaleren en voorkomen van schulden

 

Werken vanuit de eigen waarde van de burger, dingen samen met de burger oppakken

 

Gemeente staat naast de inwoner in plaats van er boven

 

Inspelen op de behoefte van de inwoner

 

Zelfredzaamheid bevorderen

 

Iedereen ontvangt juiste hulp en begeleiding

 

Duidelijke sociale kaart

 

Ontzorgen, maatwerk en budget beheer voor iedereen

 

 

2. Organisatie: vrijwilligers organisaties, professionele organisatie en de Gemeente de Fryske Marren

Wenselijk beeld

Uitdagingen/problemen/barrières

Elkaar opzoeken

Hulpverlening sneller inzetten

Meer samenwerken en 1 centraal punt

Traject SHV kan alleen starten als aanmelding

Maatwerk leveren met z’n allen

Belasting vrijwilligers

Samenwerking met KCC

 

 

Samenwerking tussen professionele organisaties, vrijwilligers organisaties en de Gemeente

Na het uitspreken van de visie en doelstellingen hebben we het gehad over hoe we dit samen willen organiseren. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen drie verschillende actoren: professionele organisaties, vrijwilligersorganisatie en de gemeente. Deze zijn in een driehoeksverhouding besproken.

 

De vraag: hoe moeten de lijnen tussen de verschillende organisaties er uitzien? Onderlinge verwachtingen, aandachtspunten en wenselijke rolverdelingen zijn uitgesproken. Daarnaast stond samenwerking met het oog op de toekomst centraal. Per actor en lijn is het volgende besproken:

 

Professionele organisaties – Vrijwilligers organisaties

Professionele organisatie ondersteunt vrijwilligers organisaties dmv procesbegeleiding

 

 

Professionele organisaties – Vrijwilligers organisaties - gemeente

• Iedereen start vanuit de situatie van de inwoner

• Belangrijk om rekening te houden met de vrijwilligers, hoe ver gaat de vrijwilliger?

• Onderling korte lijnen onderhouden en overlap weghalen

• Warme overdracht

• Gebruik maken van elkaars vrijwilligers

• Laagdrempelig en preventief te werk gaan

• Belang van een goede sociale kaart

• Potentie van de administratie map om meer uniformiteit/afstemming te vinden

Workshop

Belangrijkste uitkomsten

 

Ronde 1

Ronde 2

Buddy Payment

 

Samenwerken. Overal problemen: overzicht.

Onderling kennis uitwisselen.

Testuitslagen delen

Buddy inzetten bij nazorg

Buddy payment beschikbaar stellen voor iedereen van 17 jaar en ouder.

Terugkoppeling naar hulpverlening

Beloning om Buddy te gebruiken. Een geldbedrag van €50,-?

Aanjager laaggeletterdheid

 

Bewustwording

Oordeel hulpverlener

Waarom niet reageren?

Niet willen, niet kunnen, verkeerd invullen.

‘lotgenoten’ groep huurdersvereniging. Keten schuldhulpverlening: gezamenlijk optrekken en veel leren van elkaar.

 

Interventies:

Onderzoek waar op het ketenproces ondersteuning vanuit laaggeletterdheid

Brieven

‘Algemeen verlammingsgenootschap’. Mensen de tijd geven. Schaamte, persoonlijke problemen. Vertrouwen.

‘Lotgenoten groep’: veel leren van elkaar op meerdere vlakken.

‘Bewustwording’

‘Groepen mensen elkaar ondersteunen’

Brieven screenen

Herkennen niet willen, niet kunnen, verkeerd invullen: bewustwording laaggeletterdheid.

Waarom niet reageren op brieven – oordeel hulpverleners.

Blauwe knop

 

De blauw knop / het ontsluiten van data

Kwijtschelding, bijvoorbeeld OZB

Schuldhulpverlening – doorlooptijden

Toeslagen

Voedselbank

Wooncorporaties

Schuldhulpverlening

 

Stichting Lezen en Schrijven

 

Bespreekbaar maken stille armoede.

Elkaar integraal helpen

Andere bril opzetten

Presentie-presentie

Tijd en ruimte om integraal te werken in de leefomgeving

Probleem gestuurd versus vindplaats gestuurd

Sociaal collectief – buurttafel

Bibliotheek, inwonersinitiatief, GGD maandagavond, Leger des Heils

De Kear

Bespreekbaar maken taboe en voorlichting op basisscholen

Ervaringsdeskundige.

Elkaar helpen

‘life-hacks’ verzamelen (mensen die in armoede/schulden leven zijn vindingrijk en innovatief).

 

Signaleren

Informatie

Advies en verwijzen

Ontmoeten

Verbinden (contact)

Preventief

Bespreekbaar maken

Bewust wording

Terug naar de basis

Rabobank

 

Snel uitgeven wegwijzer (minimagids). Aandacht voor leesbaarheid.

Blijf herhalen (up to date).

Werk op vindplaatsen. Bijvoorbeeld: zwangerschapscursus, sportclub, school, bibliotheek. Voorlichting geven op scholen.

Wees zichtbaar.

Bereik nieuwe doelgroep.

Verbinden. Life-events.

Stigma eraf. Schaduwactiviteiten (camouflage activiteiten).

Denk buiten kaders

Hoe krijg je meer ambassadeurs? Het niet leuker maar wel makkelijker maken.

Vermarkten van het aanbod én een positief frame gebruiken om het taboe eraf te halen. De hamvraag: wie wil je bereiken?

Vergroten toegankelijkheid diensten en voorzieningen.

 

Gemeente De Fryske Marren

Ronde 1

Na een voorstelronde van één zin per persoon, wordt door deelnemers een korte schets van de problematiek gegeven.

Er is sprake van generatiearmoede

Vluchtelingewerk signaleert ook veel problemen, die vaak gekoppeld zijn aan live-events

Hoe kunnen we armoede doorbreken?

De problematiek zit (grotendeels) vaak bij de overheid. Te weten: Het UWV, de NS het DUO enz.

Er is ook spraken van schaamte en een taboe om er openlijk over te praten.

Hierdoor ‘’altijd te laat’’ en gaat het door boetes én incassokosten van kwaad tot erger

Een deel van de problemen ontstaat ook door het gedoe rond flexwerk. Hierdoor wordt er tijdelijk iets te veel inkomen verdiend waardoor de toeslagen stopgezet worden of zelf terug betaald moeten worden.

 

Samenwerking

De aanwezigen willen graag samenwerken. De voedselbanken hebben te maken met inwoners met schulden. Mensen met een uitkering ‘’redden het wel’’ maar schulden is vaak het probleem.

 

Oplossingsrichtingen

Zorg ervoor dat het Sociaal wijkteam bij een huisbezoek ook de inkomensondersteuning regelen.

Ook de bij aanvraag van een uitkering zou de inkomensconsulent dit moeten doen

Om beter zicht te krijgen op de problematiek is het misschien wel een aardige optie om mensen van het gemeentekantoor met stichting leergeld mee te laten lopen.

Scherp aan de poort zou eigenlijk behulpzaam aan de poort moeten worden

De buurwerkers (opbouwwerker) van De Kear is een kans.

Brieven zijn (nog) te moeilijk.

Voedselbanken en anderen constateren vaak schaamte, als je bennen bent moet je inwoners niet doorverwijzen maar meteen actie: helpen dus.

ONTSCHOTTEN binnen de Gemeente de Fryske Marren

Ook de voorzieningengids is een mooie ontwikkeling

Bij schrijnende gevallen ook metten contact opnemen (bijvoorbeeld met inkomens consulent) om het ontstane probleem van de inwoner op te lossen

Misschien is het mogelijk dat een andere partij gezamenlijk aanvragen met de inwoners indient.

 

Ronde 2

Uit een voorstelronde van één zin per persoon, komen de deelnemers met woorden die zij belangrijk vinden waar wij bij de problematiek oog voor moeten hebben.

Verbeteren

Verbinding

Leefgebieden

Doorontwikkeling

Zoeken van samenwerking

De AVG

 

Wat zou er volgens jou veranderd/ verbeterd moeten worden?

Eigenwaarde van en de inwoner centraal stellen

Maatwerk

Straffen; niet meer doen

Kies voor een persoonlijke benadering en ga in gesprek

Gevolgen meenemen bij besluitvorming

De oorzaak zoeken bij een aanvraag, dus waarom vraagt iemand

Onderzoek hoe je mensen wel bereik en leer hiervan.

Pas wanneer inwoner worden toegelaten tot de schuldregeling komt hij tot rust. Met name de periode voorafgaand aan een schuldentraject is lang en stressvol.

 

We willen graag de toegang en de toegang / traject verkorten

 

Oplossing we gaan inzetten op voorlichting:

Laaggeletterden

Licht verstandelijk beperkten

Statushouders en anderstalige

 

Voorlichting bij voorkeur over onderwerpen die bij deze groepen vaak tot problemen leidt.

Kinderopvang

Multiproblematiek

 

En er moet ook worden ingezet om inwoners iets te leren naast een stukje ontzorgen

Dus wel er naast gaan staan en (onder)steunen maar niet alles overnemen.

Bijvoorbeeld met de cursus Eurowijzer

Samenwerking te zoeken tussen SWT-VWNN en Wurkjouwer

Inzetten op zelf leren

 

OPLOSSING

Ouderwetse informatiebijeenkomsten waarbij inwoners op een laagdrempelige manier informatie en ondersteuning krijgen over bijvoorbeeld gemeentelijke regelingen en financiën (inkomensondersteuning, kwijtschelding etc.)

De gemeente organiseert deze bijeenkomsten en komt daardoor ook weer (beter) in contact met kwetsbare inwoners

 

Deze voorlichtingsbijeenkomsten leidt tot onderstaande doelen:

Betere samenwerking

Een stukje bemoeizorg (je kunt mensen die schuldhulpverlening aanvragen erop wijzen of zelfs verplichten om te komen)

Het taboe moet eraf (van armoede en schulden)

Gedragsverandering is het uiteindelijke doel.

 

3 werksessies: Balk, Lemmer en Joure

Heb hebben drie werksessies gehad waarin we het idee ‘Minimagids’ hebben ingevuld tot een Wegwijzer Geld. Hieronder de belangrijkste uitkomsten per werksessie:

1. Balk: Het moet een aantrekkelijke gids worden voor alle inwoners. De gids moet zowel digitaal als fysiek beschikbaar zijn. Het moet niet Minimagids gaan heten, maar wat anders. Qua inhoud indelen op levensgebeurtenissen.

2. Lemmer: Hier hebben we voor alle thema’s inhoudelijk invulling gegeven. Wat moet er in en wat moet er niet in. De groep was het erover eens dat de gids vooral moet doorverwijzen. In deze sessie vooral veel aan de inhoud gewerkt.

3. Joure: bij deze bijeenkomst hadden we twee gasten: de aanjager laaggeletterdheid en een vertegenwoordiger van Flow Design (verantwoordelijk voor de vormgeving). Punten van aandacht die wij hebben meegenomen: goed kijken naar de kleuren die we gebruiken, elke thema starten met ‘crisis’, aan het eind van elk thema opties voor acties en tips waar inwoners zelf mee aan de slag kunnen. Verder de boodschap meegekregen om kritisch te kijken wat er wel en niet in moet.

 

Bijlage 3: Evaluatie Kadernota Foarút 2017-2021

 

Inclusief tussenstand uitvoering ‘Aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020’

 

In 2017 heeft de raad de Kadernota Foarút 2017-2021 vastgesteld. Vanuit dit beleidskader geven we van 2017 tot nu uitvoering aan de aanpak van armoede en schulden in gemeente De Fryske Marren. De raad heeft vervolgens 2x €95.000 beschikbaar gesteld voor 2019 en 2020 om extra in te zetten op de vroegsignalering van schuldenproblematiek. Vanuit deze toekenning is begin 2019 de Aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020 ontwikkeld.

 

Deze evaluatie is als volgt opgebouwd:

1. We starten met de doelstellingen van de Kadernota Foarút en beoordelen in hoeverre deze zijn behaald;

2. en de inspanningen die zijn verricht om deze doelstellingen te behalen;

3. vervolgens geven we een tussenstand van de uitvoering van de Aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020;

4. we sluiten af met een conclusie waarin we alvast voorzichtig vooruitkijken naar het nieuwe beleidsplan armoede en schulden 2020-2025.

 

1. Doelstellingen en realisatiecijfers Kadernota Foarút 2017-2020

In de kadernota Foarút zijn zes doelstellingen opgesteld. In de onderstaande tabel wordt per doelstelling aangegeven in hoeverre deze is gerealiseerd.

 

 

Doelstelling

Gerealiseerd

Behaald?

1

Het aantal huishoudens met een inkomen tot 120% van de geldende bijstandsnorm daalt binnen vier jaar van 3060 naar 2500.

2500

Ja

2

Het aantal deelnemers aan de collectieve ziektekostenverzekering (AV Frieso) stijgt binnen 4 jaar van 775 naar 1250.

862

Nee

3

Het aantal minimavergoedingen stijgt binnen 4 jaar van 703 naar 1500 volwassenen.

650 huishoudens, ongeveer 800 volwassenen

Nee

4

Het aantal verstrekte kind pakketten stijgt binnen 4 jaar naar 600.

Gestegen van 336 naar 600 (2018)

Ja

5

Het aantal huishoudens met kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen stijgt binnen 4 jaar van 828 naar 1250.

932kwijtscheldingen, 457 huishoudens (2019)

Nee

6

Het aantal huishoudens met kans op problematische schulden daalt binnen 4 jaar van 19% naar 15%.

Landelijke cijfers geven aan dat ongeveer 1 op de 5 huishoudens kans heeft op problematische schulden (2020)

Nee

 

Op basis van de gerealiseerde aantallen kan gesteld worden dat alleen de doelstelling voor de verstrekking van het kindpakket is behaald.

 

2. Reflectie op de inzet en het bereiken van de doelstellingen

Naast de doelstellingen op basis van streefaantallen, staan in de Kadernota Foarút ook zes onderwerpen om op in te zetten. Hierbij is het belangrijk om te vermelden dat bij de vaststelling van de kadernota de benodigde middelen niet zijn toegekend om het volledige plan uit te voeren. Het college heeft daarom keuzes gemaakt voor wat betreft de onderwerpen waar we en niet op is in gezet. Hieronder wordt per onderwerp kort aangegeven hoe de inzet eruit heeft gezien.

 

2.1 Invoeren kindpakket

Het kindpakket is ingevoerd en wordt uitgevoerd door stichting Leergeld Zuidwest Friesland en de stichting Jeugdfonds Sport en Cultuur

 

2.2 We stimuleren deelname aan sociaal verkeer door drempels weg te nemen

Het college heeft niet in kunnen zetten op de voorgestelde Verordening Minima (minimaregeling). De inspanningen die we tot nu toe leveren op dit gebied komen voort uit de oude minimaregeling.

 

3. Versimpelen van het verstrekken van gemeentelijke voorzieningen

4. Verzilveren van sociale regelingen

De Wegwijzer Geld is de meest zichtbare inzet op dit terrein.

 

5. Verbinden van professionals en vrijwilligers

6. Schuldhulpverlening verbeteren

Deze twee onderwerpen hebben met name een impuls gekregen vanuit de aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020.

 

3. Tussenstand ‘Aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020’

Er is inmiddels volop ingezet op de activiteiten uit de aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020. Hieronder een overzicht:

 

 

Activiteiten 2019

Resultaat

Activiteiten 2020

Resultaat

Preventie

 

Minimagids

Gepubliceerd in februari 2020

Terugkombijeenkomst minimagids

Gepland (online): november 2020

 

Deelname landelijke campagne ‘Kom uit je schuld’

Uitgevoerd, flyers en poster verspreid en social media ingezet

Voorlichting groep 6/7/8, middelbare scholen en MBO’s

Niet uitgevoerd. Onderdeel concept preventieplan.

 

Bezoek 2 basisscholen, middelbare scholen en MBO’s

Niet uitgevoerd

Voorzieningencheck alle dorpen

Samen met voorzieningenwijzer

Vroegsignalering

 

Bijeenkomst werkgevers ‘Financieel gezond’

Niet uitgevoerd.

Vervolg werkgeversbijeenkomst

In samenwerking met Economische zaken, niet behaald.

 

Ontwikkelen schulddienstverlening voorliggend veld

Nieuwe werkwijze ontwikkeld, SWT zoekt aansluiting met voorliggend veld

Ontwikkelen schulddienstverlening voorliggend veld

Pilot ‘Geldcoach’, gaat of op signalen van woningcorporaties.

 

Extra formatie continuïteit (brugfunctie tussen De Kear en team SHV)

Ingezet.

Extra formatie continuïteit (brugfunctie tussen De Kear en team SHV)

Ingezet.

 

Training en ondersteuning team SHV

Behaald (training Mobillity Mentoring

 

 

Nazorg

 

Inrichten ontzorgen/nazorg

Verwerkt in beleidsregels

Uitvoeren ontzorgen/nazorg

Verwerkt in preventieplan

Netwerkbijeenkomst

 

Partners

Oktober 2019, 65 deelnemers

Partners

Gepland (online): eind november 2020

 

Inwoners - Input beleid (Joure, Lemmer en Balk)

Behaald, in het kader van Wegwijzer Geld

Half jaarlijkse inwonersbijeenkomst

Niet uitgevoerd

 

 

4. Conclusie

Vanuit Foarút staat er een goede basis aan inkomensvoorzieningen. Allen de doelstelling van het kindpakket is behaald. Inzet op de andere thema’s vanuit Foarút zit vooral in het uitvoeren van de basis. Vanuit de Aanpak vroegsignalering en schulddienstverlening 2019-2020 heeft deze basis een stevige ontwikkeling doorgemaakt. Of ander gezegd: een goede springplank naar het nieuwe beleidsplan armoede en schulden 2020-2025.