Organisatie | Boxmeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rioolheffingen Boxmeer 2021 |
Citeertitel | Verordening rioolheffingen Boxmeer 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening rioolheffingen Boxmeer 2021 |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Vervanging verordening 2020 | 10-12-2020 | Z/20/719329 |
Vaststelling van de Verordening rioolheffingen Boxmeer 2021.
De raad van de gemeente Boxmeer;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2020;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffingen Boxmeer 2021
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de
kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering, verder te noemen: eigenarendeel; en
van de degene die van een perceel van waaruit water direct of indirect op de
gemeentelijke riolering wordt afgevoerd, al dan niet krachtens eigendom, bezit of beperkt recht of persoonlijk gebruikt, verder te noemen: gebruikersdeel.
Voor het eigenarendeel wordt, als het perceel een onroerende
zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht
aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de
basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen
genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Voor het gebruikersdeel wordt:
gebruik van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door het door in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;
gebruik door degene aan wie een deel van een perceel is gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven;
het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel.
Het gebruikersdeel wordt geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd.
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een:
watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of
bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen.
De op de voet van het derde lid berekende hoeveelheid toegevoerd of opgepompt water wordt verminderd met de hoeveelheid water die niet is afgevoerd.
van 0 m³ tot en met 999 m³: € 1,08
van 1.000 m³ tot en met 9.999 m³: € 0,85
van 10.000 m³ tot en met 14.999 m³: € 0,74
van 15.000 m³ tot en met 19.999 m³: € 0,64
van 20.000 m³ tot en met 49.999 m³: € 0,52
van 50.000 m³ tot en met 99.999 m³: € 0,31
van 100.000 m³ tot en met 149.999 m³: € 0,05
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt geheven bij wege van aanslag.
Indien in het belastingtijdvak vanuit een eigendom minder dan 1.000 kubieke meter afvalwater is of wordt afgevoerd wordt de belasting bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V.. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de voorschotnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
De voorlopig gevorderde bedragen worden met het definitief gevorderde bedrag verrekend.
Indien de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, niet kan worden geheven door middel van de kennisgeving als bedoeld in het tweede lid wordt de belasting geheven door middel van een aanslag.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
De belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a., is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van het perceel voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd met ingang van de dag waarop dat perceel in gebruik wordt genomen.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het gebruik van het perceel voor de belasting als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar eindigt, is de belasting verschuldigd tot en met de dag waarop het gebruik van dat perceel wordt beëindigd.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 35,00, doch minder is dan € 4.000,00, dat de aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In gevallen bedoeld in het tweede lid, geldt in afwijking in zoverre van het aldaar bepaalde, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
De belasting wordt niet geheven ter zake van percelen die in hoofdzaak worden gebruikt
voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op
geestelijke grondslag andere dan kerkgenootschappen, die rechtspersoon met volledige
rechtsbevoegdheid zijn, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die
Artikel 13 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking
De 'Verordening rioolheffing Boxmeer 2020' van 12 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die
1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.