Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Bomenverordening gemeente Renkum 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBomenverordening gemeente Renkum 2009
CiteertitelBomenverordening gemeente Renkum 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

het Besluit vergunningvrij kappen

het Besluit melding bomenkap

de Boomwaarderingstabel

het Besluit herplant

het Besluit procedure kapvergunning

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201015-02-2017Wijziging regeling

02-06-2010

De Veluwepost, 1 oktober 2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Bomenverordening gemeente Renkum 2009

De raad van de gemeente Renkum gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d.

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet

 

Vast te stellen de volgende Bomenverordening.

Bomenverordening Renkum 2009

 

Raadsbesluit

Nummer

Onderwerp

 

Bomenverordening

Datum

 

22 april 2009

 

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum.

  • b.

    boom: een houtachtig, overblijvend en opgaand gewas met een omtrek van de stam van minimaal 60 centimeter op 1,3 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de omtrek van de dikste stam.

  • c.

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van hakhout, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, een beplanting van bosplantsoen, een struweel of een heg, met de onder sub b. genoemde minimale omtrek, herplant daaronder begrepen.

  • d.

    monumentale boom: een boom die is opgenomen in de door het college vastgestelde lijst van monumentale bomen.

  • e.

    vellen: rooien; kappen; verplanten; het snoeien van meer dan 20 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

  • f.

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • g.

    knotten: bomen van de top of van zijscheuten ontdoen.

  • h.

    kandelaberen: een boom snoeien tot op de hoofdtakken.

  • i.

    openbare weg: de voor publiek en/of verkeer toegankelijke wegen, stoepen, paden, parkeerterreinen en pleinen.

  • j.

    bestaand hoofdgebouw een gebouw dat als het belangrijkste bouwwerk op een perceel kan worden aangemerkt, uitgezonderd kampeermiddelen, stacaravans en tuinhuisjes, dat minimaal 1 jaar geleden is gebouwd.

  • k.

    melding: mededeling aan het college waarin het voornemen tot vellen wordt aangegeven van houtopstanden die naar het oordeel van de melder voldoen aan de criteria van het besluit melding bomenkap.

  • l.

    besluit vergunningvrij kappen: het door het college vastgestelde besluit, waarin criteria zijn opgenomen voor het vergunningvrij vellen van houtopstand.

  • m.

    besluit melding bomenkap: het door het college vastgestelde besluit, waarin criteria zijn opgenomen voor het vergunningvrij vellen van houtopstand wanneer van het vellen vooraf melding wordt gedaan.

  • n.

    besluit herplant: het door het college vastgestelde besluit, waarin is

    beschreven waar, op welke wijze en tegen welke

    waarde herplant moet worden uitgevoerd.

  • o.

    aanvraagformulier: het door het college vastgestelde formulier voor de aanvraag om kapvergunning.

  • p.

    herplant: vervangende houtopstand op grond van een voorschrift uit de kapvergunning of een aanschrijving van het college.

  • q.

    herplantcompensatie de omvang en de waarde van de herplant die door het college wordt opgelegd.

  • r.

    boomwaarderingstabel de door het college vastgestelde tabel, waarin de puntentelling is opgenomen waarmee de boomwaardering wordt vastgesteld.

  • s.

    dunning velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd.

  • t.

    bevoegd gezag bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna Wabo).

Artikel 2 Kapverbod

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning (omgevingsvergunning) van het bevoegd gezag een houtopstand te vellen of te doen vellen.

  • 2.

    Het in lid 1 van dit artikel gestelde verbod geldt niet voor houtopstand dat voldoet aan de criteria zoals genoemd in het besluit vergunningvrij kappen.

  • 3.

    Lid 2 van dit artikel is niet van toepassing op het vellen van monumentale bomen.

Artikel 3 Meldingplicht

  • 1.

    In afwijking van artikel 2, lid 1 kan worden volstaan met een melding, indien de houtopstand voldoet aan de criteria zoals genoemd in het besluit melding bomenkap, mits:

    • a.

      het voornemen tot het vellen van een dergelijke houtopstand wordt gemeld bij het college, en

    • b.

      het college aan de melder heeft meegedeeld dat de houtopstand voldoet aan de criteria zoals genoemd in het besluit melding bomenkap, en

    • c.

      het vellen plaatsvindt binnen 1 jaar nadat de melding is gedaan.

  • 2.

    Wanneer het college niet binnen twee weken na ontvangst van de schriftelijke melding daarop heeft gereageerd is de melding van rechtswege geaccepteerd.

  • 3.

    Een aanvraag om kapvergunning waarvan de houtopstand voldoet aan de criteria zoals genoemd in het besluit melding bomenkap wordt in zoverre aangemerkt als het doen van een melding. De in lid 2 genoemde termijn van 2 weken is niet van toepassing.

  • 4.

    De in lid 1 onder b bedoelde mededeling van het college wordt schriftelijk gedaan, tenzij vereiste spoed zich daartegen verzet.

  • 5.

    Indien de melding onderdeel uitmaakt van een meervoudige aanvraag en/of het

    college niet het bevoegd gezag is, geldt de in lid 2 genoemde termijn van 2

    weken niet. De melding valt dan onder de termijnen van de Wabo.

Artikel 4 Aanvraag vergunning

  • 1.

    De vergunning moet schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd door of namens degene, die krachtens zakelijk recht of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2.

    Vervallen.

  • 3.

    Wanneer namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het college een afschrift is toegezonden van de ontvangstbevestiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschouwt het college dit afschrift mede als een aanvraag om kapvergunning.

Artikel 5 Criteria vergunning

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan een kapvergunning weigeren dan wel (onder voorschiften) verlenen.

  • 2.

    Een kapvergunning kan slechts worden verleend indien:

    • a.

      de houtopstand aantoonbaar onevenredige overlast veroorzaakt;

    • b.

      de houtopstand aantoonbaar onevenredige schade veroorzaakt;

    • c.

      de vergunning noodzakelijk is voor de realisering van een maatschappelijk van belang zijnd bouwwerk; of

    • d.

      de vergunning noodzakelijk is voor de realisering van een bouw- of civieltechnisch werk.

  • 3.

    Een kapvergunning voor het vellen van een monumentale boom wordt geweigerd, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke situatie waardoor instandhouding niet langer verantwoord is.

Artikel 6 Procedure

Vervallen.

Artikel 7 Vervaltermijn vergunning

  • 1.

    De kapvergunning vervalt indien en voor zover daarvan niet binnen één jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning gebruik is gemaakt.

  • 2.

    In het geval het een kapvergunning voor meer dan één boom betreft, is de vergunning voor resterende bomen slechts één jaar geldig na het onherroepelijk worden van de kapvergunning, ook als in fasen geveld wordt of één boom of enkele bomen al geveld zijn.

Artikel 8 Bijzondere vergunningvoorschriften

  • 1.

    Vervallen.

  • 2.

    Aan de vergunning kan het voorschrift worden verbonden dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant.

  • 3.

    In het voorschrift als bedoeld in lid 2 van dit artikel wordt tevens bepaald binnen welke termijn na de herplant en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 4.

    Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag het vellen van een houtopstand ter plaatse niet voldoende kan worden gecompenseerd door herplant, kan aan een vergunning het voorschrift worden verbonden dat de herplant in de nabijheid van het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft moet worden uitgevoerd.

  • 5.

    Wanneer de houtopstand in de boomwaarderingstabel meer dan 65 punten scoort kan het bevoegd gezag zich voor wat betreft de omvang van de herplant baseren op de boomwaarde van de te vellen houtopstand.

  • 6.

    Vervallen.

Artikel 9 Herplant-/instandhoudingsplicht

  • 1.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen binnen een door het bevoegd gezag te stellen termijn.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van het bevoegd gezag het vellen van een houtopstand ter plaatse niet voldoende kan worden gecompenseerd door herplant, kan aan een vergunning het voorschrift worden verbonden dat de herplant in de nabijheid van het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft moet worden uitgevoerd.

  • 3.

    Het bevoegd gezag kan zich voor wat betreft de omvang van de herplant baseren op de boomwaarde van de zonder vergunning gevelde houtopstand.

  • 4.

    De verplichtingen en voorschriften van dit artikel kunnen eveneens gelden voor bomen kleiner dan de in artikel 1 van deze verordening genoemde minimummaat.

  • 5.

    Wordt een verplichting als bedoeld in lid 1 van dit artikel opgelegd, dan wordt daarbij tevens bepaald binnen welke termijn en op welke wijze niet aangeslagen herplant moet worden vervangen.

  • 6.

    Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

Artikel 10 Afstand tot de erfgrens

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld

op 1 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

Artikel 11 Bestrijding van boomziekten

  • 1.Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a.

      de houtopstand te vellen; of

    • b.

      conform richtlijnen van het college de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

      • 2.

        Het is zonder schriftelijke toestemming van het college verboden gevelde bomen of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.

      • 3.

        Wanneer niet voldaan wordt aan de aanschrijving zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel dan is het college bevoegd tot toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden voor risico en voor rekening van de overtreder of rechthebbende, door of in opdracht van het college kunnen worden verricht.

Artikel 12 Lijst monumentale bomen

  • 1.

    Het college heeft een lijst met monumentale bomen vastgesteld. Deze lijst wordt periodiek herzien.

  • 2.

    De lijst bevat minimaal de volgende gegevens, inzake de te beschermen monumentale houtopstand:

    • ·

      een omschrijving;

    • ·

      standplaats;

    • ·

      kadastrale gegevens;

    • ·

      redengevende beschrijving.

  • 3.

    Op het college rust een bijzondere onderhoudsplicht ten aanzien van de gemeentelijke monumentale bomen, zoals een goed beheerder betaamt.

Artikel 13 Bescherming gemeentelijke houtopstand

  • 1.

    Het is verboden om houtopstanden, die gemeentelijk eigendom zijn:

  • a.

    te beschadigen, te bekladden of te beplakken;

  • b.

    daaraan snoeiwerk te verrichten, behoudens door het college opgedragen boomverzorgende taken.

  • 2.

    Het is verboden om één of meer voorwerpen in of aan een publieke houtopstand aan te brengen of anderszins te bevestigen, behoudens vergunning van het college.

Artikel 14 Verplichtingen en strafbepaling

Vervallen.

Artikel 15 Toezichthouders

  • 1.

    Met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

  • 2.

    Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn behalve ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

Artikel 16 Betreden van gebouwen en terreinen

Zo dikwijls de zorg voor de naleving van enig voorschrift van deze verordening dit vereist, wordt hierbij aan hen die met de zorg voor de naleving daarvan zijn belast of daaraan moeten meewerken, de last verstrekt gebouwen, niet zijnde woningen, en terreinen te betreden, desnoods tegen de wil van de rechthebbende.

Artikel 17 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de voorheen geldende Bomenverordening gemeente Renkum 2006 blijven van kracht voor zover niet eerder vervallen of ingetrokken, gedurende de vervaltermijn als bedoeld in artikel 7.

  • 2.

    Voorschriften en verplichtingen opgelegd krachtens de voorheen geldende Bomenverordening gemeente Renkum 2006 of eerdere verordeningen blijven van kracht, voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

  • 3.

    Aanvragen om kapvergunning waarop ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist worden overeenkomstig deze verordening behandeld.

  • 4.

    Op aanvragen om kapvergunning waarop voor inwerkingtreding van deze verordening reeds is beslist blijft, ook in geval van bezwaar en (hoger) beroep, de Bomenverordening gemeente Renkum 2006 van toepassing.

Artikel 18 Slotbepaling

  • 1.Deze verordening kan worden aangehaald als “Bomenverordening gemeente Renkum 2009 inclusief Wabo-wijzigingen”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop artikel 2.2 van de Wet

    algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergaderingen 22 april 2009 en 2 juni 2010,

DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM

De griffier, de voorzitter,

mr. J.I.M. le Comte drs. J.P. Gebben