Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2021
CiteertitelParkeerverordening Zwijndrecht 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 149 van de Gemeentewet
  2. artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021nieuwe regeling

08-12-2020

gmb-2020-333169

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2021

De raad van de gemeente Zwijndrecht;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2020;

 

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

B e s l u i t

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren 2021

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    bewonersvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, voor bewoners van een zelfstandige woning gelegen in een gebied, waarmee deze bewoners motorvoertuigen kunnen parkeren;

  • b.

    bezoekersvergunning: een vergunning, waarop een bepaald gebied is aangewezen, voor de eigenaar of houder van een voertuig voor het parkeren op een vergunninghouderplaats of op een mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaats;

  • c.

    brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onderdeel a, van het RVV 1990, te weten een bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een gesloten carrosserie;

  • d.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Zwijndrecht een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • e.

    dienstenvergunning: een vergunning, afgeven op kenteken, bestemd voor een in de gezondheidszorg werkzame persoon, uitsluitend voor gebruik op een dienstenparkeerplaats;

  • f.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 van het RVV 1990, alsmede brommobielen;

  • g.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • h.

    houder: degene op wiens naam het door het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • i.

    mantelzorgvergunning: een vergunning, afgegeven op kenteken, voor hulp die aanvullend, niet beroepshalve, aan bejaarden, zieken en andere hulpbehoevenden verleend wordt.

  • j.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelmeters, de centrale computer en hetgeen naar maatschappelijk opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • k.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats ten aanzien waarvan het parkeren wordt geregeld door parkeerapparatuur;

  • l.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990;

  • m.

    vergunning: een door het college van burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuurplaatsen;

  • n.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • o.

    vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 van bijlage 1 van het RVV 1990 of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, met het onderschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

Artikel 2 Aanwijzen plaatsen en tijden voor vergunninghouders

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 Vergunningverlening

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en/of parkeerapparatuurplaatsen.

  • 2.

    Een vergunning kan worden verleend aan

    • a.

      de eigenaar van een motorvoertuig, die volgens de Basisregistratie personen (BRP) als bewoner op een adres ingeschreven staat in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuur plaatsen aanwezig zijn (bewonersvergunning) ;

    • b.

      aan de eigenaar of houder van een voertuig, wanneer deze overigens tijdelijk een voertuig moet parkeren in een gebied waar vergunninghouderplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig te zijn (bezoekersvergunning, dienstenvergunning, mantelzorgvergunning)

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan degene die niet voldoet aan een of meer van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

  • 4.

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4 Aanvragen vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

Artikel 5 Geldigheidsduur en gegevens vergunning

  • 1.

    Een vergunning wordt voor ten hoogste één jaar verleend.

  • 2.

    Een vergunning vermeldt ten minste:

    • a.

      De naam van de vergunninghouder of het kenteken of overige kenmerken van het voertuig waarvoor de vergunning is verleend;

    • b.

      Het gebied waarvoor de vergunning geldt;

    • c.

      De periode waarvoor de vergunning geldt.

.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen vergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigingen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, daadwerkelijk verlaat;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder in strijd handelt met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • f.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • g.

    om redenen van openbaar belang.

Artikel 7 Verbodsbepalingen

  • 1.

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een voertuig te plaatsen of te laten staan:

    • a.

      op een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      op een vergunninghouderplaats.

  • 2.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik er van wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8 Gebruik parkeerapparatuur

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met ander middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.

Artikel 9 Verbod gebruik vergunninghouderplaats

  • 1.

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderplaats slechts een vergunninghouder is toegestaan aldaar een voertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het voertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

    • c.

      in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 10 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde in artikel 8 en 9 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogte 2 maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Parkeerverordening Zwijndrecht 1999' van 24 december 1999, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 8 december 2015, wordt ingetrokken op de dag waarop deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Parkeerverordening Zwijndrecht 2021'.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 december 2020,

De griffier, De voorzitter,

I. Odinot, W.H.J.M. van der Loo