Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van Hondenbelasting 2021 (Verordening Hondenbelasting 2021) |
Citeertitel | Verordening Hondenbelasting 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 226 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2020 | nieuwe regeling | 08-12-2020 | 1821552 |
Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
Als in de loop van het belastingjaar de belastingplicht ontstaat of het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden een wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Als de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, of het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting over het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, of het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, behalve als blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder is dan € 5,00.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, dat ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen gemeentelijke fiscale heffingen € 45,00 of meer maar niet meer dan € 2.000,00 bedraagt, de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn een maand later vervalt volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. In dit geval gelden de betaaltermijnen als bedoel in het eerste lid.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
De "Verordening Hondenbelasting 2020" van 10 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening Hondenbelasting 2021 geen rechtskracht krijgt.