Organisatie | Deventer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende regels omtrent de heffing en invordering van precariobelasting (Verordening precariobelasting 2020) |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2020 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De Verordening Precariobelasting 2020 is op 2 december 2020 met terugwerkende kracht voor 2020 gewijzigd. Vanwege de technische beperkingen van het systeem is de Verordening precariobelasting 2020, vastgesteld op 13 november 2019, ten onrechte nog zichtbaar in het regelingenbestand als geldig in het jaar 2020.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
12-12-2020 | 01-01-2020 | 01-01-2021 | bijlage 1 | 02-12-2020 | |
23-11-2019 | 12-12-2020 | nieuwe regeling | 13-11-2019 | 2019-1500 |
Deze verordening verstaat onder
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Dit met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.
Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief, maandtarief of jaartarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week, maand of een jaar omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week, maand of jaar van het belastingtijdvak.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking in zoverre van het tweede lid van dit artikel, geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de 25e dag van de maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
In afwijking van het derde lid van dit artikel moeten aanslagen, die voldoen aan de daar genoemde criteria, die worden opgelegd ná het belastingjaar waarop zij betrekking hebben, worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijnen telkens een maand later.
Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend als bedoeld in artikel 26 van de Invorderingswet 1990.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening precariobelasting 2019 vastgesteld door de raad van Deventer op 7 november 2018, alsmede de tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting 2019, worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2019
De raad voornoemd,
de griffier,
A. Kerver
de voorzitter,
R.C. König
Hoofdstuk 1 Evenementen standplaats innemen
Hoofdstuk 2 Containers, schuttingen, steigers, schoren, kalkloodsen en opslag van goederen
Hoofdstuk 3 Plaatsen van kiosken, loodsen, planten, stoelen, banken, terrassen, winkelwagenstallingen etc.
Hoofdstuk 4 Luifels, balkons, erkers en andere uitbouwen
Hoofdstuk 5 Installaties of tanks voor benzine, ruwe olie, motorolie, lucht etc.
Hoofdstuk 6 Steigers boven gemeentewater
Hoofdstuk 7 Transportbaan, loopbrug etc.
Hoofdstuk 1: Evenementen standplaats innemen.
Voor het innemen van een standplaats op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond is verschuldigd:
ten behoeve van het gebruik van de weg voor het tijdelijk plaatsen van
niet bedrijfsmatig geëxploiteerde kramen en/of andere voorwerpen:
per dag of, indien langer, per aaneengesloten periode € 18,91 1.1.3 ten behoeve van het tijdelijk standplaats innemen of anderszins uitstallen van goederen teneinde deze goederen in de uitoefening van handel te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek:
per dag of, indien langer, per aaneengesloten periode € 55,19
Hoofdstuk 2: Containers, schuttingen, stellingen, steigers, schoren, kalkloodsen en opslag van goederen.
Voor het innemen van of op enigerlei wijze aan het verkeer onttrekken van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond voor het plaatsen van containers, schuttingen, stellingen, steigers, schoren, kalkloodsen, en andere materialen en/of opbrekingen van de (ver) bouw van of de aanbouw aan, danwel de uitvoering van dak- of gevelwerkzaamheden aan bouwwerken, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Voor het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het gebruik maken van een parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats met een voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, wordt per parkeerplaats per dag een bedrag in rekening gebracht. Dit bedrag is voor de eerste 4 weken gelijk aan 25% van het in de vigerende parkeerbelasting genoemde dagtarief. Na 4 weken is dit 50% van het in de vigerende parkeerbelasting genoemde dagtarief met een maximum van € 2.100,00 per parkeerplaats per jaar. Het tarief is afhankelijk van locatie.
Hoofdstuk 3: Plaatsen van kiosken, loodsen, stoelen, banken, terrassen, winkelwagenstellingen etc.
Voor het innemen van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gelegen buiten de binnenstad van de kadastrale gemeente Deventer tot het plaatsen van kiosken en loodsen, tot het plaatsen van planten, tafeltjes of stoelen, banken of andere zitgelegenheden voor zover niet vallend onder een andere bepaling, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Voor het innemen van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gelegen in de binnenstad van de gemeente Deventer, exclusief "Brink" en “het grote Kerkhof, tot het plaatsen van kiosken en loodsen, tot het plaatsen van planten, tafels of stoelen, banken of andere zitgelegenheden, voor zover niet vallend onder een andere bepaling van dit artikel, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Voor het innemen van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gelegen in de binnenstad van de gemeente Deventer, exclusief "Brink" en “het grote Kerkhof, tot het plaatsen van kiosken en loodsen, tot het plaatsen van planten, tafels of stoelen, banken of andere zitgelegenheden, voor zover niet vallend onder een andere bepaling van dit artikel, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Voor het innemen van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gelegen aan de in de binnenstad van de gemeente Deventer gelegen “het Grote Kerkhof”, tot het plaatsen van kiosken en loodsen, tot het plaatsen van planten, tafels of stoelen, banken of andere zitgelegenheden, voor zover niet vallend onder een andere bepaling van dit artikel, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Voor het innemen van een gedeelte van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond gelegen aan de in de binnenstad van de gemeente Deventer gelegen "Brink" , tot het plaatsen van kiosken en loodsen, tot het plaatsen van planten, tafels of stoelen, banken of andere zitgelegenheden, voor zover niet vallend onder een andere bepaling van dit artikel, wordt per m² een bedrag in rekening gebracht:
Hoofdstuk 4: Luifels, balkons, erkers en andere uitbouwen
Hoofdstuk 5: Installaties of tanks voor benzine, ruwe olie, motorolie,lucht etc.
Hoofdstuk 6: Steigers boven gemeentewater
Hoofdstuk 7: Transportbaan, loopbrug etc.